Guadix heeft ruim 20.000 inwoners en ligt in de provincie Granada (907k), 50km ten noordoosten van de ruim 234.000 inwoners tellende hoofdstad. Het ligt aan de gelijknamige Guadix rivier en aan de voet van het Sierra Nevada gebergte, met o.a. de hoogste berg van het Iberisch schiereiland: de Mulhacén (3.478m hoog).
Het Alcazaba de Guadix
De stad werd in 45 v.C. gesticht door Julius Caesar onder de naam "Julia Gemela Acci", vernoemd naar de Accitani, zoals de Romeinen de lokale Iberische bewoners noemde. Caesar had vlak hiervoor de Slag bij Munda en daarmee de Romeinse burgeroorlog gewonnen en liet veel veteranen en gewonden achter in de diverse door hem gestichte plaatsen, waaronder dus Acci. Het lag op het kruispunt van twee belangrijke wegen, waardoor het een redelijk belangrijk stadje werd voor doorgaande reizigers tussen Cartagena en Córdoba/Sevilla.
Guadix is de zetel van één van de oudste bisdommen van Spanje, volgens de overlevering werd het al in 47 gesticht door San Torcuato, één van de zeven apostelen die door Petrus (de discipel van Jezus Christus en de eerste paus) naar Hispania werd gestuurd om het christendom te verspreiden. San Torcuato is ook de beschermheilige van de stad en ligt begraven bij de kathedraal. De bouw van de "Catedral de la Encarnación de Guadix" begon in 1549, maar werd door geldgebrek pas in 1731 afgerond.
De Kathedraal van Guadix
De stad werd in 713 veroverd door de Moren die de stad en het riviertje "Wadi Aci" noemden, wat "rivier des levens" betekend en de oorsprong van de huidige naam is. Guadix zou hierna grotendeels de geschiedenis van Granada volgen, de Moren bouwden in de 11e eeuw een kasteel ter verdediging van Granada, het "Alcazaba de Guadix", en het was ook een belangrijk centrum voor de zijdeindustrie in Al-Andalus. Guadix werd in 1487 heroverd door de christenen en in de 16e eeuw begon men met de bouw van de "Barrio de las Cuevas", een wijk waar de huizen grotendeels uit ondergrondse grotten bestaan. Het is de grootste wijk van de wereld in haar soort en de grotten bieden met een constante temperatuur van zo'n 19ºC beschutting tegen de vaak extreme hitte.
Een grotwoning in Guadix
De bekendste personen uit de stad zijn de 19e eeuwse auteur Pedro Antonio de Alarcon (schrijver van de roman "El Sombrero de Tres Picos") en de snelwandelaar Francisco Javier Fernández (Europees kampioen op de 20km in 2002 en 2006, zilver op de OS in 2004).
De stad heeft geen bekende wielrenners voortgebracht, maar uit de provincie Granada komen o.a. Juan Miguel Mercado (2 ritzeges Tour, z ritzege + 2x top 10 Vuelta) en Carlos García Quesada (1 ritzege + 2x top 5 Vuelta). De enige actieve profs uit de provincie zijn José Luis Roldan en Manuel Calvente, beiden rijden bij Andalucía-Cajasur maar werden niet opgeroepen voor deze ronde.
Guadix was nog nooit aankomstplaats, maar wel twee keer startplaats van een Vuelta etappe. In 1959 won Antonio Suárez (ook eindwinnaar van die editie) de etappe naar Murcía en in 1997 was er een bergrit naar de Sierra Nevada waar de Fransman Yvon Ledanois als eerste boven kwam.
Lorca is met een oppervlakte van 1.676 km² (groter dan de provincie Flevoland) de op één na grootste gemeente van Spanje, na Cáceres in Extremadura. Het heeft mede hierdoor maar liefst 92.000 inwoners, al woont iets minder dan de helft daarvan niet in de stad. Lorca is de derde stad (gemeente) van de regio en provincie Murcía (1.5m), achter de havenstad Cartagena (212k) en de 60km noordoostelijker gelegen hoofdstad Murcía. De rit van morgen komt in Murcía aan, dan meer hierover.
Lorca
De oudste archeologische bewijzen van bewoning in Lorca komen van de "El Argar" cultuur (1800 tot 1200 v.C.), de stad zelf werd volgens de legendes gesticht door de Trojaanse prins Elio en de Griek Crota, die na de val van Troje naar het westen waren getrokken. De Romeinen veroverden de stad tijdens de Tweede Punische Oorlog op de Carthagen en noemden het Eliocroca, naar de twee mythische stichters. Belangrijk werd het pas onder de Moren die het in 713 veroverden en het "Lurqa" noemden, het lag op de route van Valencia/Murcía naar de grote Andalusische steden en de Moren bouwden een groot kasteel dat in de 13e en 14e eeuw verder uitgebreid zou worden door de christenen. Het "Castillo de Lorca" is één van de grootste kastelen van Spanje (640m lang en 120m breed) en wordt ook wel het "Fortaleza del Sol" genoemd, het is tegenwoordig een pretpark.
Castillo de Lorca
Lorca behoorde in de 11e eeuw na het uiteenvallen van het kalifaat oorspronkelijk tot het Taifa rijk Almería, werd in 1038 veroverd door Valencia en verklaarde zich in 1042 onafhankelijk. Het was één van de kleinste en minst belangrijke Taifa rijkjes, maar wist zich toch te handhaven tot de Almoraviden het in 1091 annexeerden. De stad werd in 1244 veroverd door koning Fernando III van Castilla en zijn zoon, de latere koning Alfonso X. Het was lange tijd een frontstad op de grens met het koninkrijk Granada en werd meerdere keren aangevallen door een Moors leger, de belangrijkste aanval was de "Batalla de los Alporchones" in 1452, maar ook deze werd afgeslagen.
In 1533 werd begonnen met de bouw van de "Colegiata de San Patricio", de kerk aan het "Plaza de España" is de enige Spaanse kerk die is gewijd aan Sint Patricius, de beschermheer van Ierland. De reden hiervoor is dat de "Batalla de los Alporchones" op 17 maart werd gewonnen, de feestdag van deze heilige (St. Patrick's Day).
Colegiata de San Patricio
Na de val van Granada in 1492 raakte de stad haar militaire functie kwijt en werd het een agrarisch provinciestadje. De industriële revolutie in de 19e eeuw gaf de stad een nieuwe impuls, vooral vanwege de delfstoffen die er uit de mijnen gehaald worden: lood, zwavel en mangaan, ook is er een marmergroeven en zijn er fabrieken om al deze materialen te verwerken en de stad heeft één van de grootste cementfabrieken van het land. De agrarische sector blijft echter het belangrijkst in de omvangrijke gemeente met opvallend veel geïmmigreerde boeren uit Ecuador en Marokko. In 1973 werd de stad getroffen door overstromingen waarbij meer dan 50 mensen om het leven kwamen en in 2005 was er een aardbeving van 4.6 op de schaal van Richter die voor veel materiële schade zorgde.
De bekendste "Lorquinos" zijn klassiek gitarist Narciso Yepes en striptekenaar José Luis Munuera (tekende o.a. "Robbedoes en Kwabbernoot" strips). De bekendste wielrenners uit Lorca zijn Juan Zurano (ritwinnaar Vuelta 1973) en Manuel Pascual (23e Vuelta 1995). De stad was twee keer startplaats en het is na de ritzeges van de Italiaan Umberto Drei (1950) en Belg Jean Ronsmans (1970) de derde keer dat hier een aankomst ligt.
De start in Guadix ligt op precies 1.000 meter boven zeeniveau en in iets meer dan 20km vals plat klimt men naar zo'n 1.300 meter, hierna is de kopgroep waarschijnlijk wel geformeerd en kan men zich opmaken voor een "saaie" etappe door de dorre hoogvlaktes van het Spaanse binnenland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten