zondag 30 mei 2010

Etappe 21: Verona - Verona (15km)

De zeer enerverende Giro d'Italia van 2010 zit er bijna op, de ronde eindigt net als vorig jaar met een individuele tijdrit in een historisch stadscentrum. Deze keer niet in Milano of Roma, maar in de Arena di Verona.

Verona is met bijna 265.000 inwoners de twaalfde stad van Italië en de hoofdstad van de gelijknamige provincie (914k) in de regio Veneto (4.9m), waar het de tweede stad is achter de hoofdstad Venezia (271k). Het ligt ongeveer 25 kilometer ten oosten van het Gardameer aan de rivier de Adige.


Verona

De oorsprong van Verona (en de betekenis van de naam) is onzeker, historisch schrijven de stichting toe aan volken als de Euganei, Etrusken en Veneti, maar er is verder weinig van bekend. De stad werd in elk geval rond 550 v.C. overgenomen door de Gallische Cenomani en rond 300 v.C. veroverd door de Romeinen onder wie het een belangrijke uitvalsbasis werd voor de verdere verovering van het rijk. Verona kwam naarmate de Romeinen meer gebieden veroverden ook steeds centraler te liggen over de breedte van het rijk en het werd een knooppunt van belangrijke wegen van en naar het smalle schiereiland in het zuiden. De strategisch gelegen stad werd goed beschermd door de Romeinse legioenen, waardoor veel mensen zich hier vestigden en de handel tot grote bloei kwam. Het stond ook al bekend om de marmergroeven, het marmer uit de streek van Verona heeft een rode kleur i.t.t. het witte marmer uit Carrara en omstreken.
In Verona zijn, na Roma, meer Romeinse bouwwerken behouden gebleven dan waar dan ook. De grote blikvanger is de wereldberoemde Arena di Verona die werd voltooid in het jaar 30. Het is het grootste Romeinse amfitheater dat nog overeind staat na die van Roma en Capua, er was plaats voor 30.000 mensen in het imposante stadion waar de gladiatoren elkaar en wilde dieren op leven en dood bestreden. Het wordt sinds 1913 gebruikt als operatheater voor o.a. het "Lirico Areniano" festival en de beroemde voorstelling van de opera Aida van Giuseppe Verdi, waarbij maximaal 22.000 toeschouwers worden toegelaten. Andere Romeinse monumenten zijn o.a. de Ponte Pietro, een brug uit het jaar 100 en de Arco dei Gavi, een boog uit de 1e eeuw gebouwd door de Gavia, een rijke Romeinse familie uit die tijd.


Arena di Verona

De gunstige ligging van de stad werd een vloek toen de macht van het Romeinse rijk begon te wankelen en de "barbaarse" invasies begonnen. Verona werd in 402 verwoest door de Visigoten en in 452 door de Hunnen, de Romeinen konden deze aanvallen nog afslaan maar in 489 verloren ze definitief de macht over de stad aan Odoacer die daarna snel doorstootte naar Rome en de laatste West-Romeinse keizer Romulus Augustus (amper 15 jaar) afzette. Roma was gevallen en de middeleeuwen waren begonnen. In 552 werd de stad veroverd door de Oost-Romeinse (Byzantijnse) keizer Valerius, maar hij verloor het in 569 weer aan de Longobarden. Verona was na de hoofdstad Pavia de belangrijkste stad in het Longobardische koninkrijk en toen Pavia werd veroverd door de Karel de Grote leverden de Longobarden hier in 774 het laatste verzet tegen de Frankische koning en latere keizer. Verona werd in 945 een markizaat dat in 952 onder controle kwam van het hertogdom Beieren, de hertogen hadden echter weinig macht in de stad. In 1100 werd Verona een vrije stad bestuurd door de democratisch verkozen "podestà", in 1260 hervormde podestà Mastino della Scala de stadstaat tot heerlijkheid waarover zijn familie de "Scaligeri" (tot op de dag van vandaag een bijnaam voor de Veronese bevolking) zouden heersen. De belangrijkste der Scaligeri was Cangrande della Scala die van 1308 tot 1329 heerste en Verona in haar grootste bloeiperiode bracht, zo werden Vicenza, Treviso en Padova veroverd en stond hij (lang voor de Renaissance werkelijk begon) al bekend als groot liefhebber van de kunsten. Hij bracht vele kunstenaars en geleerden naar zijn hof waaronder de Florentijn Dante Alighieri, de auteur van het belangrijkste Italiaanse literaire werk "La divina commedia" en een voorvechter in de strijd voor meer eenheid in taal en politiek onder de ontelbare Italiaanse stadsstaatjes. De volgende prinsen van Verona veroverden, kochten of erfden steden als Brescia, Parma en Lucca waardoor de prins van Verona even, na de koning van Frankrijk, de rijkste persoon van Europa was.
Het historische centrum van Verona is een UNESCO werelderfgoed en staat vol met Romeinse, middeleeuwse en Renaissance bouwwerken, een bijnaam van Verona is "de stad van de 48 torens". De belangrijkste religieuze gebouwen zijn de Cattedrale di Santa Maria Matricolare (1187) en de Basilica di San Zeno (1389). Het zijn beide Romaanse kerken, al heeft de San Zeno ook duidelijk Gotische invloeden. Het meest imposante bouwwerk, naast de Romeinse Arena, is wellicht het "Castello di San Martino in Aquaro", meestal simpelweg "il Castelvecchio" (het oude kasteel) genoemd. Het kasteel ligt aan de Adige rivier, bij de beroemde Scaligeri brug (1356), en is gebouwd tussen 1298 en 1376. Het is tegenwoordig een museum.


Castelvecchio

In 1337 werd Verona aangevallen door een alliantie tussen o.a. Firenze, Venezia, Milano, Ferrara en Mantova en verloor het al haar bezittingen met uitzondering van Verona en Vicenza. De periode hierna werd gekenmerkt door veel onrust en (letterlijke) broedermoord, waardoor de Scaligeri in 1381 de macht over de stad verloren aan de Visconti van Milano. In 1404 was er een korte comeback onder Guglielmo die met hulp van de lokale bevolking de Milanesen verdreef, maar hij overleed al snel waarop de stad zich aansloot bij de Venetiaanse Republiek en de overlevende Scaligeri vluchtten naar het hof van de keizer (de belangrijkste bondgenoot). De stad werd in 1508 nog wel veroverd door de keizer, maar in 1517 heroverde Venezia het weer. Sindsdien volgt Verona de geschiedenis van Veneto. In 1797 werd de Venetiaanse Republiek ontbonden door Napoleon, na Napoleon werd het Oostenrijks en in 1866 Italiaans. In de 16e en 17e eeuw werd Verona wel zwaar getroffen door de pest, vooral in 1626 toen 20.738 van de ongeveer 53.000 inwoners om het leven kwamen. In 1882 werd de stad ook nog eens getroffen door zware overstromingen.

Verona was in de vorige eeuw een belangrijke militaire plaats, eerst voor de fascisten en tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de Duitsers. In de Koude Oorlog was het de zetel van een Zuid Europese militaire alliantie en waren ook veel Amerikanen hier gelegerd, na de val van het ijzeren gordijn liep de bevolking dan ook terug al is er sinds 2001 weer een stijgende lijn. Het militaire vliegveld wordt ook steeds meer door de civiele luchtvaart gebruikt, "Aeroporto Valerio Catullo di Verona Villafranca" vervoerde vorig jaar ruim drie miljoen passagiers, waarmee het de 14e luchthaven van Italië was. De eerste Universiteit van Verona is in 1339 gesticht, maar verdween in de 16e eeuw uit de stad, waarna het tot 1982 duurde voor een lokale school tot Universiteit werd benoemd. Er studeren zo'n 22.000 studenten.

Verona heeft nog steeds een belangrijke marmerindustrie, maar de industriële sector is voor een groot deel ingezakt door de concurrentie met lage lonen landen en grote delen van de industrieterreinen zijn in onbruik geraakt. De diensten sector is wel sterk in opkomst met o.a. de verzekeraar Cattolica Assicurazioni en de grote bank Banco Popolare. De provincie Verona is verder een zeer belangrijke wijnstreek met drie topwijnen: de Bardolino Superiore, Recioto di Soave en Soave Superiore. De stad trekt ook ruim drie miljoen toeristen per jaar, het nabij gelegen Gardameer en het historische stadscentrum (in zijn geheel een UNESCO werelderfgoed) en het beroemde toneelstuk "Romeo en Julia" van William Shakespeare zijn belangrijke trekpleisters. Het oorspronkelijke verhaal waar Shakespeare zich door liet inspireren speelde zich echter af in Siena en het is verschillende versies aangepast tot Shakespeare de wereldberoemde versie van het verhaal schreef. Desondanks zijn er om toeristische redenen wel verschillende plaatsen in de stad aan Julia gelinkt, zoals een huis (met balkon) en een tombe.


Casa di Giulietta, het zogenaamde huis van Julia

De stad heeft twee professionele voetbalclubs. Hellas Verona is traditioneel de grootste club van de stad, maar de laatste jaren is Chievo Verona het meest succesvol. Hellas speelde 35 seizoenen in de Serie A en 50 seizoenen in de Serie B. Het werd in 1985 zelfs kampioen van Italië, maar is na degradaties in 2002 en 2007 afgezakt naar het derde niveau. Het contrast met Chievo Verona (de favoriete Italiaanse voetbalclub van ondergetekende, maar dit geheel terzijde) is groot. Chievo speelde slechts 9 seizoenen op het hoogste niveau en 8 jaar in de Serie B. Het kleine clubje promoveerde echter vijf keer tussen 1986 en 2001 en klom zo op naar de Serie A, waar het gelijk furore maakte door lang voor het kampioenschap mee te spelen. De club kwalificeerde zich in 2002 voor de UEFA Cup en in 2006 voor de (voorrondes) van de Champions League, dit werd echter geen succes en in 2007 degradeerde Chievo zelfs op de slotdag terug naar de Serie B. Het werd gelijk kampioen en speelt sindsdien weer op het hoogste niveau (afgelopen seizoen 14e), waarmee Verona de enige stad in deze Giro is met een Serie A club. De thuishaven voor beide clubs is het Stadio Marcantonio Bentegodi waar plaats is voor 39.371 toeschouwers, hier werden ook vier wedstrijden tijdens het WK van 1990 gespeeld waaronder de drie groepsduels van België.

Bekende Veronesi zijn o.a. de Romeinse architect Vitruvius en dichter Catallus (beiden 1e eeuw v.C.), 16e eeuwse Renaissance schilder Paolo Veronese, 17e eeuwse componist Giuseppe Torelli, zangeressen Gigliola Cinquetti (winnares Eurovisie songfestival 1964) en Ivana Spagna (enkele internationale hits in de jaren '80), geneticus Mario Capecchi (Nobelprijs Geneeskunde 2007) en oliemagnaat Massimo Moratti (tevens eigenaar voetbalclub Inter). Grote sporters uit Verona zijn o.a. Adolfo Consolini (goud discuswerpen OS 1948), Sara Simeoni (goud hoogspringen OS 1980), Fulvio Valbusa (goud langlaufen 4x10km estafette OS 2006) en de oud-voetballers keeper Guido Masetti (AS Roma, 2 interlands, goud WK 1934 & 1938), middenvelder Mario Corso (lid van het grote Inter uit de jaren '60) en meer recentelijk middenvelder Damiano Tommasi (AS Roma jaren '90/'00, 29 interlands, 1 goal).


De Veronees Damiano Cunego won vier ritten en het eindklassement in 2004

De bekendste wielrenner uit Verona rijdt vandaag een thuiswedstrijd. Damiano Cunego won in zijn eigen stad het WK voor junioren in 1999 en brak in 2004 helemaal door met o.a. vier ritten en de eindzege in de Giro en winst in de Giro di Lombardia die "Il Piccolo Principe" ook in 2007 en 2008 op zijn naam schreef. Cunego won verder tot dusver o.a. twee ritten in de Vuelta en de Amstel Gold Race in 2008. Arturo Bresciani (ritzege 1927, 3e eindklassement in 1926) is na Cunego de grootste wielrenner uit Verona.
Uit de provincie komen o.a. Eros Poli (goud OS 1984 ploegentijdrit, ritzege Tour 1994 solo over de Ventoux), Nicola Minali (ritzeges in Giro (2), Tour (3) en Vuelta (7), Paris-Tours 1995 & 1996), Massimo Strazzer (puntenklassement Giro 2001), Pietro Caucchioli (2 ritzeges Giro 2001, 3e eindklassement 2003) en de welbekende Davide Rebellin. De actieve renners uit de provincie naast Cunego zelf zijn Francesco Bellotti, Mauro Finetto (Liquigas) en Daniele Pietropolli (Lampre), alle drie doen ze niet mee in deze Giro.

Verona is voor de 20e keer startplaats van een Giro etappe en het is vandaag de 21e keer dat hier een rit aankomt, het behoort hiermee (als enige plaats in deze editie) tot de top 10 van meest bezochte plaatsen in de Giro. De eerste Giro bezoeken aan Verona dateren van 1924 tot en met 1927 toen het steevast de aankomstplaats van de voorlaatste etappe was, terwijl de slotrit naar Milano hier ook van start ging. De aankomsten leverden zeges op voor Arturo Ferrario, Costante Girardengo en 2x Alfredo Binda, terwijl de ritten naar Milano werden gewonnen door Giovanni Bassi, Gaetano Belloni en weer 2x Alfredo Binda. In 1981 en 1984 was er een 42km lange afsluitende tijdrit naar Verona met zeges voor de Noor Knut Knudsen en Francesco Moser, in 1985 werd de 6.7km lange proloog in Verona gereden en was weer Francesco Moser de beste. De Giro kwam hier in 2007 voor het laatst aan, toen won Paolo Savoldelli op de voorlaatste dag een 43km lange tijdrit. De laatste start was in 2008 naar de Alpe di Pampeago waar Emanuele Sella als eerste boven kwam.
"Normale" ritten naar Verona zijn gewonnen door o.a. de Belg Rik van Steenbergen (1957), Ercole Baldini (1958), de Spanjaard Miguel Poblet (1959), Fransman André Darrigade (1960) en de Belg Rik van Linden (1973). Ritten die in Verona vertrokken waren een prooi voor o.a. de Luxemburger Charly Gaul (1957 tijdrit naar Boscochiesa Nuova), 2x Miguel Poblet (1957 naar Ferrara, 1958 naar Levico Terme) en de Belgen Rik van Looy (1959 naar Rovereto) en Eddy Merckx (1973 naar Andalo).

De stad is natuurlijk ook bekend om het WK wielrennen dat hier in 1999 en 2004 werd georganiseerd. Oscar Freire werd in 1999 als relatief onbekende renner wereldkampioen door een late uitval vanuit een kopgroepje en in 2004 was hij de topfavoriet die zijn status volledig waar door het af te maken in de sprint. Jan Ullrich en Michael Rogers werden wereldkampioen tijdrijden.




Het parcours volgt vandaag grotendeels het WK parcours van 2004, maar dan in tegengestelde richting. De start ligt op de Corso Porta Nuova bij de Portoni della Bra, een 15e eeuwse toegangspoort naar het Piazza della Bra waaraan ook de Arena ligt, hiernaast staat de Torre Pentagona, een vijfhoekige verdedigingstoren uit dezelfde periode.


De start wordt genomen bij de Portoni della Bra

De renners bereiken na iets meer dan drie kilometer in het noordoosten van de stad de voet van het "WK-klimmetje" de Torricelle. Deze is 277 meter hoog en 4.9 kilometer lang aan een gemiddeld stijgingspercentage van gemiddeld 4.4% en maximaal 10%. Het begin en einde is niet zo lastig, maar tussendoor komen een aantal iets steilere stroken met halve kilometers van 5.6, 6.4 en 7%. De afdaling is met 4km á 5% iets korter en steiler, maar niet al te technisch op een drietal bochten onder aan de klim na waar men weer terug in de stad komt.

Het parcours volgt nu de stroom van de Adige tot de Ponte della Vittoria waar de rivier wordt overgestoken, via de Corso Cavour rijden de renners dan naar het beroemde Castelvecchio. Hier is het linksaf de Via Roma op rechtstreeks naar de Piazza del Bra en de finish in de Romeinse Arena.


Vandaag een hele andere voorstelling in de Arena

2 opmerkingen:

  1. Bedankt voor alle mooie voorbeschouwingen!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bedankt voor de moeite die je iedere dag weer gedaan hebt om iedere wielren-liefhebber blij te maken. Groetjes en tot de Tour?

    Jippie

    BeantwoordenVerwijderen