De eerste rit in lijn gaat naar de zonnige badplaats Marbella, de sprinters die hier willen winnen moeten nog wel behoorlijk wat hoogteverschil overwinnen al is de grootste moeilijkheid van deze etappe wel de hete Andalusische zon.
Andalucía
Andalucía (Ned: Andalusië) heeft met 8.3 miljoen inwoners de grootste bevolking van de 17 autonome regio's in Spanje en moet qua oppervlakte (ruim 2x zo groot als Nederland) enkel Castilla y León voor zich dulden. De regio is verdeeld in acht provincies: Sevilla (1.9m), Málaga (1.6m), Cádiz (1.2m), Granada (907k), Córdoba (803k), Almería (684k), Jaén (670k) en Huelva (513k). Er zijn twaalf steden met meer dan 100.000 inwoners, waarvan Sevilla (703k), Málaga (568k), Córdoba (328k), Granada (234k) en Jerez de la Frontera (208k) de grootste zijn.
De naam Andalucía komt van de Vandalen, een Germaanse staan die aan het begin van de 5e eeuw de macht grepen in de voormalige Romeinse provincie Hispania Baetica (grofweg het huidige Andalucía, vernoemd naar de rivier de Baetis die sinds de Moren Guadalquivir heet). De Vandalen werden in dezelfde eeuw alweer en uiteindelijk waren het de eveneens Germaanse Visigoten die de macht grepen in heel Hispania. In 711 begon de Moorse invasie onder de krijsheer Tariq ibn Zijad, hij landde op de noordelijke "zuil van Hercules" die vanaf dat moment naar hem vernoemd werd: Gibraltar (verbastering van "Jabal Tariq" wat "rots van Tariq" betekend). Het hele schiereiland werd in slechts zeven jaar veroverd m.u.v. wat kleine gebieden in het noorden, pogingen om door te stoten tot in het Frankische rijk werden verhinderd door Karel Martel en zijn kleinzoon Karel de Grote wist zelfs diverse kleine staten in het noorden te stichten waar o.a. Navarra, Aragon en Catalunya uit voort voortkwamen.
Córdoba, de oude hoofdstad van Al-Andalus
Het kalifaat werd tijdens de verovering van "Al-Andalus" zoals de Arabieren Hispania noemden bestuurd door de Omajjaden, die in 661 de macht hadden gegrepen ten koste van de zogenaamde "Rashidun" (de eerste islamitische leiders uit de directe omgeving van Mohammed), maar zelf in 750 werden uitgemoord door de Abbasiden. De enige die het overleefde was de jonge prins Abd al-Rahman, hij vluchtte naar Al-Andalus en stichtte er in 756 het Emiraat van Córdoba. In 763 werd een grote aanval van de Abbasiden afgeslagen, waarna de toekomst van een "onafhankelijk" Al-Andalus was veilig gesteld. Het emiraat en vanaf 929 kalifaat kwam tot economische en culturele bloei onder de Omajjaden, er ontwikkelde zich een hoogstaande cultuur waar Córdoba kon uitgroeien tot de belangrijkste stad van Europa na Constantinopel. In de 11e eeuw viel het kalifaat echter uiteen in allerlei koninkrijkjes, de Taifa. Sevilla en Toledo waren de belangrijkste, maar Toledo werd in 1085 veroverd door de christenen die aan hun "Reconquista" waren begonnen. De Berberse Almoraviden (1091) en Almohaden (1149) wisten Al-Andalus weer te verenigen al was er niet veel meer van over dan het huidige Andalucía + Murcia. In de 14e en 15e eeuw kwam de Reconquista weer op gang en in 1492 werd het laatste Moorse bolwerk Granada veroverd, Andalucía zou vanaf hier de Spaanse geschiedenis volgen.
Het Alhambra in Granada, het paleis van de laatste Moorse koning
Andalucía heeft nog nooit een winnaar van een grote ronde of klassieker voortgebracht, de bekendste renners uit het recente verleden zijn Manuel Beltran, Juan Miguel Mercado en Carlos Garcia Quesada die allen meerdere keren top 10 reden in de Vuelta. In het huidige profpeloton rijden veertien renners uit Andalucía, José Alberto Benitez (Footon), Luis Angel Mate (Androni) en twaalf renners van de lokale Andalucía-Cajasur waarvan er zes in deze ronde meedoen: Sergio Carrasco, Juan Javier Estrada, Javier Moreno, Manuel Ortega, Antonio Piedra en Javier Ramirez. Benitez doet ook mee, wat het aantal gestarte Andalusiërs in deze ronde op zeven brengt.
Alcázar de Alcalá de Guadaíra
Alcalá de Guadaíra is met 70.000 inwoners de derde stad van de provincie Sevilla en ligt zo'n 15km ten zuidoosten van het stadscentrum. Het ligt aan de Guadaira, een riviertje dat ten zuiden van Sevilla de Guadalquivir in stroomt. De oorsprong van Alcalá is onbekend, maar de oude Grieken noemden het Hienipo en de Romeinen Hienipensis. Het was een agrarische plaats in het achterland van Sevilla en verder van niet al te veel belang. De komst van de Moren in 711 of 712 bracht hier verandering in, zij namen de stad op in de verdedigingslinie van Sevilla en gaven het de naam Qall'at Yâbir, het riviertje werd door de moslims Wadi Ayra genoemd, de huidige namen zijn hiervan afgeleid. De Almohaden bouwden hier het indrukwekkende "Alcázar de Alcalá de Guadaira" dat in de christelijke tijd een gevangenis en militaire vesting was, het is tegenwoordig niet meer in gebruik. De stad werd in 1244 veroverd door koning Fernando III van Castilla y León en kreeg in 1280 stadsrechten van koning Alfonso X.
Alcalá werd in de Moorse tijd en bleef ook hierna de belangrijkste graanschuur van Sevilla, een bijnaam van de stad is dan ook "Alcalá de los Panaderos" (Alcalá van de Bakkers) en rond de stad zijn een aantal oude Moorse molens te vinden. De stad heeft ook een rijke traditie in de olijfverwerking, al is deze i.t.t. de broodproductie sterk teruggelopen in de vorige eeuw. In de vorige eeuw is veel moderne industrie ontstaan in Alcalá, wat voor veel milieu problemen heeft gezorgd, zo is de rivier één van de meest vervuilde rivieren van de regio. In 2007 kreeg de stad een zeer bijzondere brug, de "Puente del Dragón" in de vorm van en beschilderd als een draak, het schijnt de enige brug van Europa in zijn soort te zijn.
De Puente del Dragón
De stad heeft geen bekende wielrenners voortgebracht en het is ook pas de eerste keer dat Ronde van Spanje hier komt.
Marbella is met bijna 135.000 inwoners de tweede stad van de provincie Málaga en de achtste stad van Andalucía, de rit van morgen komt aan in Málaga, dan meer over deze stad/provincie. Marbella is één van de belangrijkste badplaatsen aan de Costa del Sol en ligt ingeklemd tussen de Middellandse Zee en de tot ruim 1200 meter hoge bergen van de Sierra Blanca, waardoor het een mild microklimaat heeft en het is een stuk koeler is dan in het binnenland.
Marbella
De stad is vermoedelijk gesticht door de Feniciërs of Carthagen, al zijn hier geen harde bewijzen van. Het is wel zeker dat er een Romeinse plaats genaamd Salduba was en de Visigoten de stad bewoond hielden nadat ze de controle over het gebied hadden genomen. Het inmiddels Moorse stadje Marbil-la werd in de 9e of 10e eeuw verwoest door de Vikingen, waarna in de 10e eeuw een kasteel werd gebouwd om het te verdedigen. De Moren gebruikten Marbil-la vooral om haar gunstige klimaat dat geschikt was om de Moerbei aan te planten, deze uit Azië geïmporteerde boomsoort heeft smakelijke vruchten en belangrijker nog: het blad is het favoriete voedsel van de zijderups die ook geïmporteerd werd voor de zijde die deze beestjes produceren. De stad zou na het uiteenvallen van het Kalifaat van Córdoba deel gaan uit maken van het Taifarijk Málaga. Málaga werd later veroverd door Granada, het laatste moslimbolwerk van Al-Andalus, en Marbil-la werd dan ook pas in 1485 veroverd door "los Reyes Católicos" Fernando II van Aragon en Isabel van Castilla.
In de 19e eeuw werd er in de bergen nabij Marbella een ijzermijn geopend en kwam er een beetje staalindustrie in de "vergeten" stad waar toen nog geen 5.000 mensen woonden, veel stelde dit echter niet voor. In 1918 en 1934 werden de eerste hotels van Marbella geopend en begon de stad voorzichtig te groeien, de Spaanse burgeroorlog en Tweede Wereldoorlog gooiden echter roet in het eten en in 1960 telde de stad nog maar 12.000 inwoners. In de jaren '60 kwam het massatoerisme echter wel op gang en sindsdien is het inwonertal explosief gestegen tot het huidige 135.000. Marbella is nog altijd één van de snelst groeiende steden van Europa, in de laatste 10 jaar alleen zijn er al meer dan 25.000 inwoners bijgekomen. De stad heeft 28km aan stranden, 15 golfbanen en 4 jachthavens waaronder de zéér exclusieve Puerto Banús waar vele beroemdheden kind aan huis zijn. In het hoogseizoen verblijven er soms meer dan 100.000 toeristen in de talloze hotels.
Puerto Banús
Sinds vorig jaar wordt er in Marbella een WTA graveltoernooi gespeeld, de Andalucía Tennis Experience werd vorig jaar gewonnen door de Servische Jelena Jankovic en dit jaar was de Italiaanse Flavia Pennetta de beste. De in 1997 opgerichte voetbalclub Unión Deportiva Marbella speelde nooit hoger dan het derde niveau van het Spaanse voetbal en degradeerde vorig seizoen ook nog eens degradeerde naar het vierde niveau. De club is de opvolger van Club Atlético Marbella dat in 1997 failliet ging twee jaar nadat de beroemde en beruchte voorzitter Jesús Gil y Gil de club had verkocht aan een Servië. De in 2004 overleden Gil y Gil was internationaal vooral bekend als de dubieus figuur, burgermeester van Marbella en eigenaar van Atletico Madrid.
Marbella was vier keer startplaats in de Vuelta en het is ook de vierde keer dat men hier aankomt, de vorige ritten werden gewonnen door de Belg Wilfried Wesemael (1975) en de Italianen Nicola Minali (1995) en Fabio Baldato (1996). De stad heeft geen al te grote wielrenners voortgebracht, José Antonio Lopez Gil reed tot vorig jaar bij Andalucía-Cajasun en Luis Angel Mate rijdt dit seizoen bij Androni Giocattoli.
Na de late ploegentijdrit van gisteren mogen de renners wat uitslapen, de tweede etappe start pas om 13:20 in Alcalá de Guadaíra. De eerste 40km van de dag zijn zo goed als vlak, hierna wordt in 100km op en af geklommen naar een hoogte van iets meer dan 1100 meter boven zeeniveau. De enige serieuze hindernis in dit geheel is de Alto de Pruna (630m hoog, 5.6km á 5.2%) van derde categorie op zo'n 100km van de streep, wie hier als eerste boven komt zal na afloop van de rit de bergtrui mogen aantrekken.
Na dit klimmetje rijden de renners nog een kilometer of 20 door de provincie Cádiz, alvorens ze in de provincie Málaga komen. De sprinters die een beetje omhoog kunnen moeten deze rit wel kunnen overleven en anders is nog een afdaling van 30km en 10km vlak richting de finish in Marbella om terug te keren in het peloton. Een sprint met een al dan niet uitgedund peloton ligt dus voor de hand.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten