Het peloton trekt vandaag naar de regio Valencia waar het tot de rustdag zal blijven en in het weekend nog volop geklommen moet worden. Het Valenciaanse hoofdstuk van deze ronde begint echter met een simpel ritje voor de sprinters.
De tweetalige regio Valencia (Spaans: "Comunididad Valenciana", Valenciaans: "Comunitat Valenciana") is de vierde regio van Spanje en heeft 5.1 miljoen inwoners, waarvan 814.000 in de hoofdstad Valencia, de derde stad van Spanje. De regio is verdeeld in drie provincies: Valencia (2.6m), Alicante (1.9m) en Castellón (602k). De grootste steden zijn Valencia (Val: València, 814k), Alicante (Val: Alacant, 335k), Elche (Val: Elx, 230k), Castellón de la Plana (Val: Castelló de la Plana, 180k) en Torrevieja (Val: Torrevella, 102k).
Het Valenciaans (Spa: "Valenciano", Val: "Valencià" of "Llengua Valenciana") is een sterk aan het Catalaans verwante taal en wordt buiten de regio meestal als een dialect beschouwt, ongeveer de helft van de bevolking is de taal machtig en een derde spreekt het als moedertaal.
Haven van Valencia
De regio is uiteraard vernoemd naar haar hoofdstad. Valencia werd in 138 v.C. door de Romeinen gesticht onder de naam "Valentia Edetanorum". De geschiedenis van de regio als een aparte entiteit begint met de Moorse Taifa van Valencia (Balansiya) dat zich in 1011 afscheidde van het kalifaat van Córdoba. Valencia groeide in de periode uit tot één van de grootste en belangrijkste steden op het schiereiland, een positie die het sindsdien altijd behouden heeft.
De Taifa werd in 1094 veroverd door de legendarische Castilliaanse ridder Rodrigo Díaz de Vivar, beter bekend als "El Cid". Hij was tot zijn dood in 1099 koning van Valencia, maar kwam in 1099 om het leven waarna zijn vrouw het koninkrijk in 1101 kwijt raakte aan de Berberse Almoraviden. Het zou tot 1238 duren voor de Reconquista definitief Valencia zou bereiken, de stad werd in dat jaar veroverd door koning Jaime I van Aragón. In de eeuwen hierna ontwikkelde de taal zich dankzij Catalaanse immigranten die het gebied moesten herbevolken na het vertrek van vele joden en moslims.
Centrum van Valencia
Het koninkrijk Valencia bleef formeel tot 1707 bestaan onder de kroon van Aragón en later Spanje, tot de status ontnomen werd door koning Felipe V (de eerste koning uit het huis van Bourbon) tijdens de Spaanse Successieoorlog. Valencia steunde het oude koninklijke huis van Habsburg en werd hiervoor gestraft door het ontbinden van het koninkrijk en het verminderen van de autonomie, later volgden Aragón (1707), Mallorca (1715) en Catalunya (1716) om dezelfde reden. De moderne autonome regio werd in 1982 opgericht, als gevolg van de hervormingen die koning Juan Carlos doorvoerde na de dood van Franco.
De regio heeft drie Vueltawinnaars voortgebracht: Bernardo Ruiz (1948), Angelino Soler (1961) en Ángel Casero (2001). De actieve profs zijn: Dídac Ortega (Acqua & Sapone), Rafael Valls (Footon), Francisco José Pacheco (Xacobeo) en Rubén Plaza (Caisse d'Epargne). Plaza is de enige die meedoet in deze Vuelta.
De aankomstplaats Orihuela (Val: Oriola) is met 86.000 inwoners de vierde stad van de provincie Alicante (1.9m), achter Alicante (335k), Elche (230k) en Torrevieja (102k) en voor Benidorm (71k). Alicante is de vierde provincie van Spanje, achter Madrid, Barcelona en Valencia.
Orihuela ligt in het uiterste zuiden van de regio en net als het 20km zuidwestelijker gelegen Murcía aan de Segura rivier. De stad ligt zo'n 30km ten westen van de badplaats Torrevieja aan de Costa Blanca, de hoofdstad Alicante ligt 50km naar het noordoosten.
Orihuela
De streek wordt ook wel de Vega Baja del Segura (Val: Baix Segura) genoemd en werd al duizenden jaren v.C. bewoond door Iberische en Keltische stammen vanwege de nabij gelegen zoutvlakten. De oude Grieken en Feniciërs dreven handel met deze stammen en de Carthagen bouwden er in 223 v.C. een fort. De stad zelf werd door de Romeinen gesticht in de 2e eeuw v.C. met als naam Orcelis. De Visigoten noemden het Auriola en maakten het de hoofdstad van één van de acht provincies in hun koninkrijk. In 713 sloot de Visigotische graaf Teodomiro een verdrag met de Moren, er werd een klein koninkrijkje genaamd Tudmir (Arabisch voor Teodimiro) gesticht bestaande uit zeven steden, waaronder Orihuela, Elche en Alicante. De Moren beloofden, tegen betaling uiteraard, de christenen in dit kleine gebied met rust te laten, zolang zij niets deden om de Moorse belangen buiten het gebied te schaden. Een unieke overeenkomst in Al-Andalus, maar in de 9e eeuw werd het alsnog geannexeerd.
De Moren noemden het stadje Uryula, nadat het kalifaat van Córdoba uit elkaar viel behoorde het oorspronkelijk tot het Taifa rijk Delia en vanaf 1053 bij Murcía. De stad werd net als Murcía in 1266 verovert op de Almohaden door koning Jaime I van Aragón, hij moest de steden volgens een verdrag echter afstaan aan Castilla. In 1296 namen de Aragonesen de stad alsnog in en in 1304 werd Orihuela formeel toegevoegd tot het koninkrijk Valencia onder de kroon van Aragón. De stad groeide in de 15e en 16e eeuw uit tot de tweede stad van Valencia, uit deze tijd stamt ook het grootste deel van het historische centrum, waaronder de in 1510 voltooide "Catedral de Salvador y Santa María".
Catedral de Salvador y Santa María
De 17e, 18e en 19e eeuw waren geen goede tijd voor de stad, meer dan de helft van de bevolking bezweek aan twee grote pestepidemieën van 1648 en 1678 en de vele oogsten mislukten. De stad werd herbevolkt met Castillianen, mede de reden waarom men in deze stad nauwelijks Valenciaans spreekt en ook cultureel veel meer gemeen heeft met Murcía dan de rest van de regio Valencia. In 1737 scheidde Alicante zich dan ook af van Orihuela om een nieuwe provincie te stichten, in 1799 werd de provincie Orihuela opgeheven en bij Alicante gevoegd, al zou de stad tussen 1822 en 1833 even tot Murcía behoren. De eeuwenoude universiteit werd in 1807 gesloten.
De lokale economie is net als die van Murcía vooral gebaseerd op de agrarische sector, met de groente- en fruitteelt als belangrijkste peilers, maar de laatste decennia is daar ook het toerisme bij gekomen dankzij de 16km lange kuststrook die tot de gemeente behoort met o.a. de badplaats Dehesa de Campoamor. De gemeente is de laatste tien jaar explosief gegroeid, er kwamen maar liefst 25.000 inwoners bij, voornamelijk buitenlanders (waaronder 9.500 Britten) die hier een huisje kochten.
De badplaats Dehesa de Campoamor
De bekendste "Oriolanos" zijn ritmisch gymnast Carolina Pascual (zilver OS 1992 en WK 1993), wielrenner Bernardo Ruiz (kom ik nog op terug) en vooral Miguel Hernández, één van de belangrijkste Spaanse dichters van de 20e eeuw. Hij was tijdens de burgeroorlog een groot supporter van de republikeinen en fel tegenstander van de nationalisten van Franco, na de oorlog werd Hernández opgepakt en ter dood veroordeeld. De straf werd later omgezet in gevangenisstraf en daar overleed hij in 1942 op slechts 31-jarige leeftijd aan tuberculose. Hernández zou pas ver na zijn dood de waardering krijgen die hij verdiende en in 1997 werd de Universiteit van Elche naar hem vernoemd.
Bernardo Ruiz is de enige bekende wielrenner uit Orihuela, hij won in 1948 zowel het bergklassement als het eindklassement van de Vuelta, pakte ritzeges in alle grote ronden (1x Giro, 2x Tour, 5x Vuelta), won de Volta a Catalunya (1945), werd 3x Spaans wegkampioen (1946, 1948 & 1951) en stond als eerste Spanjaard ooit op het podium van de Tour de France: derde in 1951.
Orihuela is nog nooit startplaats of aankomstplaats in de Vuelta geweest, in de jaren '70 gingen in Dehesa de Campoamor wel drie ritten van start en er waren ook twee aankomsten: de Nederlander Ger Harings (1972) en de Belg Freddy Maertens (1977) wonnen hier. Maertens deed dit zelfs in een proloog, het was de eerste van dertien ritzeges voor hem in de ronde die hij ook zou winnen.
De renners rijden na 11.7km de provincie Alicante binnen en na slechts 17.8km zijn ze al in de finishplaats Orihuela. De rit gaat verder met een simpel lusje van 77.6km ten zuidoosten van de stad en een iets lastiger lusje van 88.7km ten noordoosten van Orihuela richting Elche. De renners rijden dan door Crevillent, de geboorteplaats Santos González Capilla (ritzege + 4e eindklassement Vuelta 2000, Spaans kampioen tijdrijden 1999 en 2001).
De tweede lus bevat ook het enige serieuze klimmetje van de dag, de Puerto de Hondón de los Frailes (500m hoog, 8.8km a 4.8%) van derde categorie. De top ligt echter op meer dan 60km van de streep, dus hier hoeven we weinig van te verwachten. Hierna is het hoofdzakelijk vals plat naar beneden en vlak richting de finish.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten