woensdag 18 mei 2011

Etappe 11: Tortoreto Lido - Castelfidardo (142km)

De renners zijn halverwege de ronde en rijden nog altijd in noordelijke richting met een paar overgangsritten voor ze in de bergen komen. Gisteren en morgen kregen/krijgen de sprinters hun kans, vandaag is het woord aan de avonturiers in een lastige heuvelrit met talloze beklimmingen, geen meter vlak en een aankomstje bergop.

Tortoreto is een gemeente met zo'n 10.000 inwoners in de provincie Teramo (309k) en regio Abruzzo (1.3m), het ligt ongeveer 25km ten noordoosten van Teramo en 10km ten zuiden van de grens met le Marche. De gemeente bestaat uit twee delen: de jonge badplaats Tortoreto Lido aan de Adriatische Zee en 2.5km landinwaarts het oude stadje Tortoreto Alto op een 230 meter hoge heuvel waar slechts een paar honderd mensen wonen.


Tortoreto Alto

De heuvelstad is in de 6e of 7e eeuw gesticht op de ruïnes van het verlaten Romeinse plaatsje Castrum Salini, nadat de plaatsen Palma (in de 5e eeuw v.C. gesticht door de Piceni) en Servium (in de 2e eeuw v.C. gesticht door de Romeinen) volledig waren verwoest door de Goten. De stad heette Turturitus en is volgens de overlevering vernoemd naar een bijzonder grote schildpad die hier leefde. Het stadje werd door de eeuwen heen bestuurd door veel te veel verschillende partijen om te noemen, o.a. Noormannen, Franse en Spaanse edelmannen, de heer van Fermo, de hertog van Acquaviva enzovoorts. Het kwam pas in de 18e eeuw onder direct bestuur van het Napolitaanse koninkrijk, belangrijk was het echter niet met een inwonertal dat van de 16e tot 18e eeuw fluctueerde tussen enkele tientallen en hooguit 250.

In de 19e eeuw begon Tortoreto te groeien buiten de oude stadsmuren op het heuveltje en in 1863 werd er bij de kust een treinstationnetje geopend waar omheen zich Tortoreto Stazione zou vormen. Stazione was aanvankelijk een vissersstadje, in de vorige eeuw kwam vanaf de jaren '30 het toerisme sterk in opkomst en al snel was Stazione veel groter dan het oorspronkelijke Tortoreto. Het ging in de jaren '50 de naam Alba Adriatica dragen en werd in 1956 zelfs een zelfstandige gemeente met tegenwoordig ook zo'n 10.000 inwoners. Tortoreto bleef wel een kuststrook behouden en deze groeide in de jaren '70 uit tot het huidige Lido, net als Alba Adriatica een badplaats al is er ook wat industrie.


Tortoreto Lido en in de achtergrond Alba Adriatica

De beide badplaatsen zijn inmiddels volledig met elkaar vergroeid en vormen een volgebouwde kuststrook van zo'n zes kilometer waar elke zomer tienduizenden toeristen komen. De rest van de gemeente is vooral agrarisch met als belangrijkste producten olijfolie en wijn. De damesvolleybalploeg Viva Volley Tortoreto is de belangrijkste sportclub van de stad, het speelde van 1999 tot 2001 in de Serie A, maar is afgezakt naar de Serie C. De lokale voetbalclub Associazione Calcio Tortoreto speelt in de onderste regionen van het Italiaanse amateurvoetbal.
Tortoreto heeft geen bekende wielrenners voortgebracht, wel kwam hier in 1995 een door Filippo Casagrande gewonnen etappe in de Giro aan.


De volgende regio waar de Giro karavaan doorheen trekt is le Marche (Ned: de Marken), met 1.6 miljoen inwoners op 9.366km² de respectievelijk 13e en 15e regio van Italië. De grootste steden zijn de hoofdstad Ancona (103k) en Pesaro (95k) en de regio bestaat uit vijf provincies: Ancona (476k), Pesaro e Urbino (365), Macerata (324k), Ascoli Piceno (214k) en Fermo (178k).


Ancona

Het gebied van le Marche werd in de oudheid bewoond door de Italische Piceni en vanaf +- 400 v.C. door de Gallische Senones die het schiereiland binnenvielen en zich in deze streek aan de kust vestigden. Het werd in 295 v.C. veroverd door de Romeinen en viel halverwege de zesde eeuw in Byzantijnse handen als onderdeel van het Exarchaat van Ravenna. De Longobarden veroverden het in 751, maar werden zelf in 774 verslagen door de Franken van Karel de Grote. Zij stichtten hier de marken (markizaten) Camerino, Fermo en Ancona, vandaar de naam le Marche (de Marken).
Het behoorde formeel tot de Kerkelijke Staat, maar in de praktijk hadden lokale feudale heren het voor het zeggen op het platteland, terwijl de steden redelijk autonoom waren. Ancona was een maritieme republiek en belangrijke concurrent van Venezia, terwijl het hertogdom Urbino samen met Firenze de bakermat van de Renaissance was. In de 16e en 17e eeuw kwam het gebied weer steviger in handen van de paus (Urbino viel in 1625 als laatste), tot het in 1860 veroverd werd door het koninkrijk Sardegna en een jaar later in het verenigde Italië werd opgenomen.


Michele Scarponi rijdt vandaag een thuiswedstrijd

De regio heeft drie actieve profs die ook alle drie in de Giro aanwezig zijn: Simone Stortoni en Federico Canuti (Colnago) en Michele Scarponi (Lampre). Le Marche heeft verder vrij weinig goede wielrenners voortgebracht: Enrico Paolini (7 ritzeges Giro jaren '70, Italiaans kampioen 1974) was wellicht de grootste, Michele Scarponi won in 2009 als eerste een grote koers door de Tirreno-Adriatico op zijn naam te schrijven. De Tirreno-Adriatico is gelijk ook de belangrijkste wedstrijd van Marche, de laatste etappes worden meestal in deze regio gereden inclusief de traditionele slotrit in San Benedetto del Tronto. Dit jaar werd de op één na belangrijkste rittenkoers van Italië gewonnen door Cadel Evans en gingen de etappes in Marche achtereenvolgens naar Philippe Gilbert, Cadel Evans en Fabian Cancellara.

Castelfidardo (in de volksmond gewoonweg Castello) is een stad met bijna 19.000 inwoners in de provincie Ancona (476k) en regio Marche (1.6m). Het ligt zo'n 20km ten zuiden van de hoofdstad en 8km uit de kust op een 212 meter hoge heuvel met uitzicht op een vallei waar de rivieren Aspio en Musone richting de Adriatische Zee stromen.


Castelfidardo

De stad is ergens tussen het jaar 1000 en 1139 ontstaan op een heuvel bij het Castro Ficardo, een inmiddels verdwenen kasteel waarnaar de stad ook vernoemd is. De machtigste steden in het gebied waren destijds Osimo en Ancona, zij voerden regelmatig oorlog met elkaar waarbij ook Castelfidardo betrokken raakte. De stad was aanvankelijk een bondgenoot van Ancona, maar sloot zich in 1196 aan bij de bisschop van Osimo. Het raakte hierdoor ook in het conflict tussen de Ghibellini (keizergezinden) en Guelfi (pausgezinden) betrokken en werd in 1240 verwoest door koning Enzio van Sardegna, de zoon van keizer Frederik II. In 1451 werd Castelfidardo opgenomen in de Kerkelijke Staat.

In 1860 werd de Slag bij Castelfidardo uitgevochten, 39.000 Italianen onder leiding van generaal Gialdini vochten voor het koninkrijk Sardegna tegen het leger van de paus dat slechts 10.000 man sterk was (vooral Fransen en Belgen). De Italianen wonnen uiteraard waardoor Umbria en Marche geannexeerd werden en een jaar later in het verenigde Italië werden opgenomen, de rest van de Kerkelijke Staat volgde pas in 1870. In 1912 werd het "Monumento nazionale delle Marche" opgericht om deze slag te herdenken, Castelfidardo heeft ook een museum gewijd aan de Risorgimento in het algemeen en deze slag in het bijzonder.


Monumento nazionale delle Marche

De stad is verder vooral bekend van de productie van muziekinstrumenten, met name de accordeon die hier al sinds de 19e eeuw op ambachtelijke wijze gemaakt wordt. De stad heeft momenteel een stuk of dertig accordeonbouwers en ook een museum gewijd aan dit instrument dat in het Italiaans "fisarmonica" heet. De omgeving is verder bosrijk met o.a. het Sevla di Castelfidardo, een beschermd natuurgebied.

Castelfidardo heeft geen bekende wielrenners voortgebracht, maar uit de provincie Ancona komen o.a. Giancarlo Polidori (ritzege Giro 1969), Rodolfo "De Apotheker" Massi (ritzege Giro 1995 & Tour 1998) en recente prof Andrea Tonti. Twee lokale helden rijden vandaag naar hun provincie: Simone Stortoni (Colnago) en Michele Scarponi (Lampre).
Castelfidardo is morgen voor het eerst startplaats van een etappe, wel was hier precies 50 jaar geleden al een aankomst toen de Belgische topper Rik van Looy kwam winnen. De rit stond toen in het teken van 100 jaar Italië en nu dus van 150 jaar Italië. In de Tirreno-Adriatico kwamen ze hier in 2008 voor het laatst, toen won Oscar Freire een sprintje bergop voor Filippo Pozzato en Danilo di Luca.




Deze rit door de provincie Teramo (Abruzzo) en alle vier de provincies van Le Marche is typisch zo'n etappe die je vaak halverwege de Giro ziet: zeer heuvelachtig en geen meter vlak. Vaak is zo'n etappe dan ook nog eens ruim boven de 200km lang, zoals vorig jaar naar L'Aquila waar in erg slecht weer een grote groep wegreed met grote gevolgen voor het klassement (o.a. Arroyo dagenlang in het roze, Porte winnaar van het wit). Deze etappe is echter veel korter en het weer is ook een stuk beter.

Direct vanuit het vertrek gaat het al bergop van Tortoreto Lido naar Tortoreto Alto, de eerste van vele klimmetjes waar geen bergpunten te verdienen zijn. Slechts hellingen tellen wel mee de bergprijs met als zwaarste de Monte Vidon Combatte (393m|2.6km|8.6% gem. en 13% max.) ongeveer halverwege de rit en de laatste (249m|4.2km|4.4% gem. en 12% max.) ligt op 28.1km van de streep. In volle finale is er nog een klim naar Recanati (234m|3.8km|5.3%) waar geen bergpunten, maar wel bonificatieseconden te verdienen zijn op de top met nog 14.3km te gaan. Na de afdaling ligt er nog een hobbeltje op 7.2km van de finish.

De slotklim is 3.5km lang en wordt in twee trapjes beklommen, eerst anderhalve kilometer aan 5.1%, vervolgens een kilometer vals plat van 1.6% en ter afsluiting een redelijk steile slotkilometer van gemiddeld 6%. Het venijn zit hem helemaal in de staart met 7.2% over de laatste 500 meter en vlak voor de streep zelfs een stukje van 10%.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten