maandag 9 mei 2011

Etappe 3: Reggio Emilia - Rapallo (173km)

De derde etappe staat als een "rode" (=vlakke) etappe in het rondeboek en dus zouden de sprinters weer aan bod moeten komen. Het is echter zeker niet vlak en maar de vraag welke sprinters de lastige finale van deze rit naar de Ligurische kust kan overleven.

Reggio Emilia (officieel Reggio nell'Emilia) is met 170.000 inwoners de vierde stad van Emilia-Romagna en de hoofdstad van de gelijknamige provincie waar zo'n 529.000 mensen wonen. Het ligt op de Po-vlakte aan de rivier de Crostolo, ongeveer 30km ten oosten van Parma en 25km ten westen van Modena.


Reggio Emilia

De Romeinse consul Marcus Aemilius Lepidus liet in 187 v.C. de belangrijke Via Aemilia aanleggen, langs deze weg werden steden als Parma, Modena (183 v.C.) en later ook Reggio (175 v.C.) gesticht. Reggio heette destijds "Regium Lepidi" en had vooral een militaire functie, later werd het een volwaardige Romeinse stad, maar niet zo belangrijk als Parma en vooral Modena.

De stad werd in 489 veroverd door de Goten, in 539 door de Byzantijnen en in 569 door de Longobarden, onder wie het de hoofdstad van een hertogdom werd. De Frankische koning Karel de Grote veroverde het in 773 waardoor de stad tot het Frankische en later Heilige Roomse Rijk zou behoren, al werd het bestuurd door de bisschop. In 889 werd de stad geplunderd door de Magyaren (Hongaren), veel gebouwen waaronder de kathedraal werden verwoest. De Cattedrale di Santa Maria Assunta werd direct herbouwd, maar het huidige gebouw stamt uit de 13e t/m 16e eeuw en is een mengelmoes van Romaanse, Renaissance en Barok invloeden.


Cattedrale di Santa Maria Assunta

Reggio werd rond 1100 een vrije stad en raakte hierna zoals veel stadstaten in het noorden van Italië betrokken in de strijd tussen de Guelfi (Welfen) en Ghibellini (Ghibellijnen), (te) simpel gezegd aanhangers van respectievelijk de paus of de keizer. Reggio hoorde aanvankelijk in het eerste kamp en sloot zich in 1167 aan bij de Lombardische Liga, een verbond van veel vrije steden tegen keizer Frederik Barbarossa die in de Slag van Legnano in 1176 werd verslagen. Een belangrijke overwinning voor de autonomie van noord Italië die ook in het Italiaanse volkslied wordt bezongen.

De strijd tussen de twee stromingen hield echter niet op en er waren voortdurend conflicten met andere steden en rivaliserende families binnen de stad. In 1289 greep Obizzo II d'Este de macht, het begin van de aanwezigheid van het machtige Huis van Este dat ook over o.a. Ferrara en Modena heerste in Reggio. De Este's zouden de macht wel een paar keer verliezen aan o.a. de Visconti's van Milano en Gonzaga's van Parma, maar kwamen altijd weer terug en in 1452 werden Ferrara, Modena en Reggio zelfs verenigd in een hertogdom met Ferrara als hoofdstad. Ferrara werd in 1598 geannexeerd door de Kerkelijke Staat, waarna Modena de nieuwe hoofdstad werd. De meeste gebouwen in het historische centrum stammen uit deze tijd zoals o.a. de Basilica di San Prospero (1543).


Basilica di San Prospero

Het hertogdom Modena e Reggio werd in 1796 opgenomen in de Franse vazalstaat de Cispadaanse Republiek (Repubblica Cispadana) die in Reggio werd uitgeroepen, op 7 januari 1797 werd hier ook bepaald dat de vlag van deze staat rood-wit-groen zou worden, later ook de Italiaanse driekleur. Reggio Emilia wordt als "geboorteplaats" van de Italiaanse vlag dan ook wel de "Città del Tricolore" genoemd, de stad past met het 150-jarig bestaan van Italië dan ook perfect in het thema van deze Giro.

Na het Congres van Wenen in 1814 werd het hertogdom Modena e Reggio weer in ere hersteld, het Huis van Este was in mannelijke lijn echter uitgestorven en via de met een Oostenrijker getrouwde dochter van de laatste hertog was de titel in handen van het Oostenrijkse Huis van Habsburg gekomen. Frans IV werd de nieuwe hertog en stichtte het Huis van Habsburg-Este, de lokale bevolking was niet blij met de Oostenrijkers en kwam een paar keer in opstand, de hertogen konden echter altijd rekenen op de steun van de machtige familie en sloeg elke opstand met harde hand neer. In 1859 werd de hertog wel verdreven en bij een referendum koos 99.85% van de bevolking voor aansluiting bij het verenigde Italië. Reggio kreeg hierna de toevoeging Emilia om verwarring met Reggio di Calabria te voorkomen, hiervoor werd het gewoon Reggio of soms zelfs Reggio di Lombardia genoemd.

Reggio Emilia groeide na de eenwording uit tot een welvarende provinciestad en heeft één van de laagste werkloosheidscijfers van Italië. Het bekendste bedrijf is het modehuis Max Mara dat in 1951 werd opgericht door de in 2005 overleden miljardair Achille Maramotti. De omgeving staat bekend om o.a. de Parmigiano-Reggiano (Parmezaanse kaas) en Lambrusco (rode wijn). De "Università degli Studi di Modena e Reggio Emilia" is in 1175 gesticht in Modena en sinds 1998 uitgebreid met vier faculteiten in Reggio Emilia (Modena zelf heeft er acht), de universiteit heeft in totaal zo'n 21.000 studenten.

Voetbalclub A.C. Reggiana 1919 speelde zeven seizoenen in de Serie A, voor het laatst in 1997, en speelt tegenwoordig haar wedstrijden op het derde niveau in het Stadio Giglio dat plaats biedt aan ruim 29.000 toeschouwers. De dames volleybalploeg Pallavolo Reggio Emilia werd vier keer Italiaans kampioen (1965, 1966, 1967, 1968) en won drie keer de CEV Cup (1986, 1989, 1998), het derde Europese bekertoernooi. De heren van Arbor Reggio Emilia Pallavolo pakten één Scudetto (1978).


De "Sala del Tricolore" waar de Italiaanse vlag is "geboren"

Bekende "Reggiani" zijn o.a. de 15e/16e eeuwse Renaissance dichter/toneelschrijver Ludovico Ariosto, 19e eeuwse astronoom Angelo Secchi (belangrijke rol in het onderzoek naar de zon), zanger Adelmo "Zucchero" Fornaciari (één van de succesvolste Italiaanse artiesten in de jaren '80 en '90 met internationale hits als o.a. "Senza una Donna"en "Il Volo") en DJ Benny Benassi (scoorde in 2003 een internationale hit met "Satisfaction"). Uit de omgeving komen o.a. politicus Romano Prodi (premier Italië 1996-1998 & 2006-2008, voorzitter Europese Commissie 1999-2004), marathonloper Stefano Baldini (goud OS 2004, EK 1998 & 2006), skiër Giuliano Razzoli (goud OS slalom 2010) en voetballer Carlo Ancelotti (26 caps-1 goal, middenvelder van o.a. Roma en Milan jaren '80-90, trainer van o.a. Juventus, Milan en momenteel Chelsea).

Renato Scorticati (10e Giro 1932) is de belangrijkste wielrenner uit Reggio Emilia, uit de provincie komen verder o.a. Fermo Camellini (Tour: 7e 1947, 8e 1948 + 2 ritzeges. Vuelta: 10e 1942. Paris-Nice 1946, Waalse Pijl 1948) en de tot Fransman genaturaliseerde Adolphe Deledda (ritzege Tour 1949 & 1951, Vuelta 1947, Frans kampioen 1952). Er komen geen actieve profs uit de stad/provincie.

Het is de vijfde keer dat hier een rit van start gaat, voor het laatst in 2007 voor een door Danilo Napolitano gewonnen rit naar Lido di Camaiore. Reggio Emilia was ook vijf keer aankomstplaats met zeges voor Alfredo Binda (1927), Luciano Maggini (1947), Dino Zandegu (1966), de Zweed Alf Segersall (1983) en Pietro Caucchioli (2001). Het eendagskoersje Memorial Cimurri kwam hier ook aan, deze werd in 2009 voor het laatst gereden met Filippo Pozzato als winnaar.



De regio Liguria (Ned: Ligurië) heeft ruim 1.6 miljoen inwoners (12e van Italië) en is met een oppervlakte van zo'n 5.400 km² (iets groter dan Gelderland) de op twee na kleinste van Italië. Het bestaat uit een lange, smalle kuststrook in het noordwesten van Italië en wordt van de rest van het land gescheiden door de Ligurische Alpen en Apennijnen met als hoogste top de Monte Saccarello (2.201m). De hoofdstad Genova (Ned: Genua) is met 608.000 inwoners de zesde stad van Italië, maar verder zijn er geen grote steden behalve La Spezia (95k). De regio is verdeeld in vier provincies: Genova (900k), Savona (287k), La Spezia (224k) en Imperia (223k).


Alessandro Petacchi won gisteren en komt vandaag in zijn thuisregio

De geschiedenis van Liguria, vernoemd naar het volk dat dit gebied bevolkte voor de Romeinen het veroverden, hangt nauw samen met die van de hoofdstad Genova. Het vormde van 1096 tot 1797 de "Serenissima Repubblica di Genova" dat vooral in de eerste eeuwen van haar bestaan een maritieme grootmacht was. De Republiek Genova werd in 1797 omgevormd in de Franse satellietstaat de Ligurische Republiek en in 1805 geannexeerd door Frankrijk. Liguria werd na het Congres van Wenen (1805) bij Sardegna gevoegd en in 1861 in het verenigde Italië opgenomen. De etappe van morgen start in de hoofdstad Genova, dan meer over de Ligurische geschiedenis.

Milano-Sanremo is de belangrijkste wielerkoers van deze regio die relatief weinig grote wielrenners voortbracht, de belangrijkste overwinningen staan op naam van Giuseppe Olmo (1935, 1938), Mirko Celestino (Hamburg & Giro di Lombardia 1999) en Alessandro Petacchi (Milano-Sanremo 2005, Paris-Tours 2007). Dezelfde Petacchi (Lampre) pakte gisteren de ritzege en is één van de drie deelnemers uit de regio met verder Cristiano Salerno (Liquigas) en Pierpaolo de Negri (Farnese). Luca Barla (Androni) en Manuele Caddeo (Colnago) komen hier ook vandaan, maar doen niet mee.


Rapallo

Rapallo is met zo'n 31.000 inwoners de tweede stad van de provincie Genova en zesde stad van de regio Liguria. Het ligt zo'n 30km ten oosten van de hoofdstad aan de Golf van Tigullio en de monding van de rivier de Boate, diverse bergen torenen boven de stad uit met als hoogste top de Manico del Lume (801m).

De stad is in 643 gesticht door de Longobardische koning Rotari voor de kustverdediging. Het was binnen de Republiek Genova vooral zelf een populair doelwit voor de vijanden van de Republiek, zo werd Rapallo een paar keer aangevallen door Pisa, Venezia en in 1494 bezet door het Spaanse Aragon. De zwartste dag in de geschiedenis van de stad was 4 juli 1549 toen het werd verrast door een aanval van de Ottomaanse admiraal Turgut Reis, Rapallo werd geplunderd, vele mensen werden gedood en honderd vrouwen en kinderen als slaaf afgevoerd. Na de Turkse aanval werd het Castello di Rapallo gebouwd om de stad beter te verdedigen.


Castello di Rapallo

Tijdens de Napoleontische oorlogen waren er zware gevechten tussen de Fransen en Oostenrijkers, na 1814 werd de stad met de rest van Liguria onderdeel van het koninkrijk Sardegna en in 1861 het koninkrijk Italië.
Rapallo groeide aan het einde van de 19e eeuw uit tot een mondaine badplaats, er werden stranden, een golfbaan en een jachthaven aangelegd, diverse hotels geopend en o.a. Friedrich Nietzsche en Sigmund Freud hebben hier nog gewoond. Er werden ook twee Verdragen van Rapallo getekend, in 1920 werd de grens tussen Italië en het Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen (de voorloper van Joegoslavië) vastgesteld en twee jaar later erkende Duitsland als eerste belangrijke land in Europa de soevereiniteit van de Sovjet-Unie.

De lokale economie is nog altijd vooral afhankelijk van het toerisme, vooral veel Italianen, Duitsers en Fransen komen hier vakantie vieren of hebben er een tweede huis. De nabij gelegen plaatsen Portofino en Chiavara zijn ook zeer toeristisch. Het belangrijkste monument van Rapallo naast het genoemde Castello is het Santuario di Nostra Signora di Montallegro. In 1557 zou de heilige maagd Maria aan een lokale boer verschenen zijn op de 612 meter hoge Monte Allegro. Een jaar later begon men met de bouw van het heiligdom die, volgens de gelovigen, de stad een paar keer heeft gered van de ondergang. Het heiligdom is sinds 1934 per kabelbaan te bereiken vanuit Rapallo.


Santuario di Nostra Signora di Montallegro

Bekende "Rapallesi" zijn o.a. striptekenaar Luciano Bottaro (bedenker van het in zuid Europa en Amerika populaire Pepito), voetballer Sebastiano Nela (5 caps, verdediger van o.a. Roma en Napoli jaren '80-90) en volleybalster Simona Gioli (264 caps, goud WK 2007, EK 2007 en 2009).

Er komen geen bekende wielrenners uit Rapallo dat voor de derde keer aankomstplaats is in de Giro, de winnaar van vandaag is de opvolger van de Spanjaard Miguel Poblet (1956) en Fransman Richard Virenque (1999). De stad was ook twee keer startplaats, dit leverde ritzeges voor de Italianen Giorgio Albani (1956, naar Lecco) en Nicola Minali (1998, naar Forte dei Marmi) op.




Het grootste deel van de rit bestaat uit een lange vals platte weg door de provincies Reggio Emilia en Parma (Emilia-Romagna). Na 117.8 van de 173km rijdt men Liguria binnen de provincie La Spezia (waar Petacchi vandaan komt) en slechts 2.4km later is men al in de provincie Genova waar de finale begint.

Het ellenlange stuk vals plat wordt afgerond met een paar iets steilere kilometers naar de top van de Passo del Bocco (957m|6km|4% gem. en 8% max.), waarvan de top op 39.4km van de streep ligt. Hierna duikt men een 15km lange afdaling richting de kustplaats Chiavara in, eenmaal beneden wacht er nog een pittig klimmetje: de Madonna della Grazie (183m|2.6km|6.9% gem. en 10% max.).

De sprinters die niet gelost zijn hebben dan nog zeven kilometer om zich te organiseren, waarvan het tussen vijf en vier kilometer van de streep ook nog eens behoorlijk bergop loopt á 6.9%. Kortom een finale waar de meeste sprinters nog grote moeite mee zullen hebben en aanvallers volop kans hebben.

2 opmerkingen:

  1. Maarten (Vaarsuvius op Fok)9 mei 2011 om 23:23

    Het leest weer als een kwaliteitsreisgids. Bij elke etappe heb ik zin om daar op vakantie te gaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. carlos maertens-torhout10 mei 2011 om 12:59

    laten we vooral herinneren uit deze etappe het ongelukkig overlijden van de Belgische renner
    Wouter Weylandt die ten val kwam op 25 km van de eindmeet... RIP Wouter.

    BeantwoordenVerwijderen