zondag 8 mei 2011

Etappe 2: Alba - Parma (244km)

De eerste rit in lijn is direct de langste etappe van de ronde, maar liefst 244 kilometer moeten de renners afleggen tussen Alba en Parma. Het is één van de weinige vlakke ritten en dus krijgen de sprinters een zeldzame kans op de ritzege.

Alba heeft ongeveer 31.000 inwoners en is de tweede stad van de provincie Cuneo (591k) achter de hoofdstad Cuneo (56k) dat zo'n 50km ten zuidwesten van Alba ligt. De startplaats ligt aan de Tanaro, één van de grootste zijrivieren van de Po, en is de officieuze hoofdstad van de Langhe, een streek die bekend staat om haar truffels en wijnen.


Alba

Alba is in 89 v.C. gesticht door de Romeinen, maar bestond waarschijnlijk daarvoor al als een Keltische of Ligurische nederzetting. Het was een rustig stadje dat leefde van de wijnbouw en veehouderij, maar bracht ook een beroemde Romein voort. Publius Helvius Pertinax werd in 126 geboren als zoon van een bevrijde slaaf en klom zich als simpele jongen via het leger op tot een belangrijk senator en in 192 werd hij door de Senaat zelfs gekozen als opvolger van de vermoordde en gehate keizer Commodus (bekend van o.a. de film Gladiator). Een deel van het leger was het hier echter niet mee eens en slechts 87 dagen later werd Pertinax zelf vermoord.

In de 11e eeuw werd Alba een zelfstandig stadstaatje en kreeg het de bijnaam "Città delle Cento Torri" (Stad van de Honderd Torens). In de eeuwen hierna werd het vaak veroverd en belegerd door belangrijkere buren zoals Montferrat, Savoye en Mantova waardoor de meeste torens verwoest werden. In 1627 hoorde het bij het hertogdom Mantova toen er een oorlog uitbrak tussen twee takken van het heersende Huis van Gonzaga, de ene tak werd gesteund door Frankrijk en de andere door het Heilige Roomse Rijk. De Savoyes zaten in het laatste kamp en veroverden Alba in 1628, drie jaar later werd de vrede getekend en kreeg de Franse tak het hertogdom. Het moest echter wel diverse gebieden afstaan waaronder Alba dat definitief naar Piemonte ging. De stad werd de jaren hierna weer herbouwd en in 1652 werd de renovatie van de Cattedrale di San Lorenzo voltooid, de kathedraal stamde oorspronkelijk uit de 13e eeuw.


Cattedrale di San Lorenzo

Alba is twee keer korte tijd een republiek geweest. In april 1796 werd het door Franse troepen en aanhangers bezet die de "Repubblica di Alba" stichtten, alvorens de Savoyes het twee dagen later heroverden en op 10 oktober 1944 deed het partisaanse verzet hetzelfde, deze "Repubblica di Alba" werd op 2 november ontmanteld door de fascisten.

In 1942 werd in Alba het voedingsconcern Ferrero opgericht, het groeide vanuit Alba en Cuneo uit tot één van de grootste producenten van snoep en chocoladeproducten met bekende merken als Kinder, Nutella en Tic Tac. De Ferrero familie, afkomstig uit deze streek, heeft altijd de touwtjes strak in handen gehouden. Michele Ferrero, zoon van oprichter Pietro, is met een geschat vermogen van 18 miljard dollar de rijkste man van Italië. Hij stond in 1997 de leiding over het bedrijf af aan zijn zoon Pietro die onlangs op 18 april om het leven kwam bij een fietsongeluk in Zuid Afrika. Pietro werd opgevolgd door zijn broer Giovanni.


De Ferrero fabriek in Alba

Alba staat naast Ferrero vooral bekend om haar wijnen en witte truffels. Sinds 1928 organiseert men in oktober een jaarlijks truffelfestival en in 1881 werd een aan de universiteit van Torino verbonden wijnschool gesticht. De belangrijkste wijnen uit Alba en omgeving zijn de rode Barolo en Barbaresco en de witte Moscato. De lokale voetbalclub A.S.D. Albese Calcio is in 1917 opgericht, speelde nooit hoger dan de Serie C en komt momenteel uit in de Serie D.

De bekendste wielrenner uit Alba is Oreste Magni (ritzege Giro 1961), uit de provincie komen verder o.a. Celestino Camilla (2 ritzeges Vuelta 1942) en de tot Fransman genaturaliseerde Félix Adriano (8e + 4 ritzeges Vuelta 1947). De stad is voor de vierde keer startplaats van een etappe, voor het laatst in 2001 toen Mario Cipollini een rit naar Busto Arsizio op zijn naam schreef. Alba was ook twee keer aankomstplaats met zeges voor de Belg Guido Reybrouck (1968) en Italiaan Alessandro Petacchi (2004).

De renners trekken in deze rit van Piemonte naar Emilia-Romagna, een regio met 4.4 miljoen inwoners (7e regio van Italië) en negen provincies: Bologna (992k), Modena (700k), Reggio Emilia (529k), Parma (442k), Forlì-Cesena (391k), Ravenna (391k), Ferrara (359k), Rimini (325k) en Piacenza (288k). De hoofdstad is Bologna (382k, 7e stad van Italië), andere grote steden zijn Parma (187k), Modena (185k), Reggio Emilia (170k), Ravenna (159k), Rimini (143k), Ferrara (135k), Forlì (118k), Piacenza (103k) en Cesena (97k).


Bologna, de hoofdstad van Emilia-Romagna

De regio bestaat zoals de naam al suggereert uit twee streken, ze werden in 1861 bij elkaar gevoegd om een regio in het verengde Italië te vormen. Emilia is vernoemd naar de oude Romeinse weg tussen Rimini en Piacenza, de Via Aemilia. Het bestond voor de Italiaanse eenwording uit de hertogdommen Modena e Reggio en Parma e Piacenza (bestuurd door de Oostenrijkse en Spaanse adel), plus Ferrara en Bologna die ook een rijke historie als stadstaat hadden maar waren geannexeerd door de Kerkelijke Staat.

Romagna stamt uit de tijd van het Exarchaat van Ravenna, terwijl de rest van Italië na de val van het (West) Romeinse rijk in "barbaarse" handen was gevallen, bleef dit gebied tot 751 nog Byzantijns (Oost Romeins). Hierna werd het alsnog veroverd door de Longobarden, die in 756 echter alweer verdreven werden door de Franken die het aan de paus schonken. In de praktijk hadden de steden en lokale feudale heren veel zelfbestuur, alleen de beruchte Cesare Borgia slaagde (met hulp van zijn vader paus Alexander VI/Rodrigo Borgia) er in 1501 in om het gebied te verenigen in één hertogdom genaamd Romagna, maar hij raakte de macht na de dood van zijn vader in 1503 snel weer kwijt. Het populaire computerspel Assassin's Creed II is hier losjes op gebaseerd.


Marco Pantani won in 1998 zowel de Giro als de Tour

De belangrijkste wielerkoers van Emilia-Romagna is de Giro dell'Emilia (1.HC) die in oktober wordt gereden en de afgelopen twee jaar door Robert Gesink werd gewonnen. De regio bracht vijf Girowinnaars voort: Alfonso Calzolari (1914), Ercole Baldini (1958), Arnaldo Pambianco (1961), Vittorio Adorni (1965) en Marco Pantani (1998). Baldini (1958) en Adorni (1968) werden ook wereldkampioen, Pantani pakte in 1998 de dubbel door na de Giro ook de Tour de France te winnen. Er werden verder vier "monumenten" gewonnen dankzij Ezio Corlaita (Milano-Sanremo 1915), Giulio Rossi (Paris-Roubaix 1937), Giuseppe Minardi (Giro di Lombardia 1952) en Diego Ronchini (Giro di Lombardia 1957).

In het huidige profpeloton rijden elf renners uit deze regio, waarvan er zes meedoen in de Giro: Matteo Montaguti (AG2R), Manuel Belletti en Filippo Savini (Colnago), Luca Mazzanti en Davide Ricci Bitti (Farnese Vini) en Alan Marangoni (Liquigas). De andere renners zijn Luca Solari en Riccardo Chiarini (Androni), Alberto Contoli (Colnago), Damiano Margutti (De Rosa) en Adriano Malori (Lampre). Riccardo Ricco komt hier ook vandaan, maar hij zit zonder ploeg nadat hij in februari werd ontslagen bij Vacansoleil.


Parma

Parma is met een kleine 187.000 inwoners de tweede stad van de regio Emilia-Romagna (4.4m) en de hoofdstad van de provincie Parma waar zo'n 442.000 mensen wonen. De stad wordt doorsneden door een rivier met dezelfde naam die zo'n 20km ten noorden van de stad in de Po stroomt.

De stad is in 183 v.C. gesticht door de Romeinen die het vernoemden naar het Etruskische Parmnial wat zoiets als "rond schild" betekent. Het was een redelijk belangrijke stad dankzij de ligging aan de belangrijke Via Aemilia, maar werd in 377 verwoest tijdens een burgeroorlog en in 452 door Attila de Hun, later namen de Goten de stad in. In 539 werd de stad veroverd door de Byzantijnen, dertig jaar later namen de Longobarden het over en in 773 was het de Karel de Grote zelf die de stad veroverde. Een jaar later werd Parma de hoofdstad van een graafschap bestuurd door de lokale bisschop. De kathedraal van Parma werd in 1058 verwoest in een brand, waarna men begon aan de bouw van de huidige Romaanse Cattedrale di Santa Maria Assunta (1074-1106), aan hetzelfde plein staan ook de karakteristieke achthoekige Battistero (doopkapel) uit 1196 en de 65 meter hoge Campanile (klokkentoren) uit 1291.


V.l.n.r. de Duomo, Campanile en Battistero van Parma

In 1140 verloor de bisschop zijn wereldlijke macht en werd Parma een onafhankelijke stadstaat, het concurreerde met andere stadstaten zoals Reggio Emilia, Piacenza en Cremona om de belangrijke handelsroutes, maar al deze kleine staatjes werden uiteindelijk opgeveegd door het machtige hertogdom Milano dat Parma in 1341 veroverde. De Visconti's en later Sforza's van Milano verdeelden Parma, Piacenza en omgeving onder lokale families, maar bleven officieel de leiders tot 1500 toen Frankrijk de stad overnam. Zij stonden in 1521 de stad weer af aan de paus die het in 1545 samen met Piacenza aan Pierluigi Farnese schonk.

Het hertogdom Parma e Piacenza was geboren, voor Nederland was Alessandro Farnese de belangrijkste hertog van Parma. Hij behoorde via zijn moeder ook tot het Huis van Habsburg en speelde van 1578 tot 1592 als landvoogd van de Nederlanden namens de Spaanse koning Filips II een belangrijke rol in de Tachtigjarige Oorlog. Het Huis van Farnese stierf in 1731 uit en na een Spaanse en Oostenrijkse periode werd het hertogdom in 1748 aan de Spaanse prins Filippo gegeven (jongste zoon van Elisabetta Farnese en de Spaanse koning Carlos III). Het stichtte zo de dynastie van Bourbon-Parma die aan de macht bleef tot het in 1802 werd geannexeerd door het Frankrijk van Napoleon.

In 1944 werd een gedeelte van het historische centrum, waaronder het oude Palazzo Ducale, verwoest door geallieerde bombardementen. Enkele overgebleven paleizen zijn het Palazzo della Pilotta (1580), dat o.a. een archeologisch museum en theater herbergt, en het Palazzo del Giardino (1561) dat de hoofdzetel van de Carabinieri van Parma is.


Palazzo del Giardino

In 1814 werd het hertogdom weer hersteld, maar met Marie Louise van Oostenrijk (tweede vrouw van Napoleon) als hertogin. Na haar dood in 1847 kreeg het Huis van Bourbon-Parma hun hertogdom weer terug, maar twaalf jaar later werd de laatste hertog verdreven door de lokale bevolking die zich aansloot bij de Risorgimento. In 1860 werd Parma geannexeerd door het koninkrijk Sardegna en een jaar later werd het opgenomen in het verenigde Italië. De hertogelijke titel wordt nog altijd gevoerd, momenteel door prins Carlos de Bourbon de Parme, de zoon van de Nederlandse prinses Irene.

De lokale economie draait vooral op de voedselindustrie. De streek rondom Parma staat bekend om de Prosciutto di Parma (Parmaham) en Parmigiano-Reggiano (Parmezaanse kaas), terwijl uit de stad zelf de grote voedingsconcerns Barilla (grootste pastaproducent van de wereld) en Parmalat (grootste zuivelbedrijf van Italië) komen. Parmalat raakte begin deze eeuw in opspraak door een grote fraudezaak waar het uiteindelijk aan failliet ging, maar maakte sindsdien een doorstart. Parma is ook een belangrijke studentenstad, de Università degli Studi di Parma met 30.000 studenten werd in de 12e eeuw gesticht, maar kreeg pas in 1502 de officiële status als universiteit.


Deel van het Giuseppe Verdi monument in Parma

Voetbalclub Parma F.C. speelt dit seizoen voor de 21e keer op het hoogste niveau, waarvan slechts één keer (1925) voor 1990. De club steeg dankzij het geld van Parmalat in de jaren '90 ver boven zichzelf uit, zo werd het twee keer tweede in de Serie A, won het drie keer de Coppa Italia (1992, 1999, 2001), twee keer de UEFA Cup (1995, 1999) en de Europa Cup II (1993). De laatste jaren gaat het door het faillissement van Parmalat allemaal wat minder en momenteel staat Parma 13e in de Serie A. Het Stadio Ennio Tardini biedt plaats aan een kleine 28.000 toeschouwers.

De herenvolleybalploeg Pallavolo Parma werd acht keer Italiaans kampioen (1993 voor het laatst) en won twee keer de Champions League (1983, 1986), het speelt tegenwoordig in de Serie B. Parma Baseball is tienvoudig en heersend Italiaans kampioen en werd maar liefst dertien keer Europees kampioen (1999 voor het laatst), een record.

De bekendste "Parmigiani" zijn de 16e eeuwse Renaissance schilders Girolamo Francesco Maria Mazzola (a.k.a Parmigianino) en Antonio da Correggio, de 19e/20e eeuwse dirigent Arturo Toscanini, filmregisseur Bernardo Bertolucci (o.a. Last Tango in Paris en het met negen Oscars bekroonde The Last Emperor), Tv-presentatrice Michele Coppa (tip: Google images), voetballer Matteo Sereni (keeper van o.a. Sampdoria, Lazio, Torino en momenteel Brescia) en natuurlijk bovenal de wereldberoemde 19e eeuwse componist Giuseppe Verdi. Verdi, eigenlijk uit het nabij gelegen dorpje La Roncole, schreef vele beroemde opera's zoals o.a. Rigoletto, La Traviata, Aida en Otello, ook was hij een Italiaans icoon tijdens de Risorgimento.


Vittorio Adorni

De met afstand beste wielrenner uit Parma is Girowinnaar en wereldkampioen Vittorio Adorni (Giro: 1e 1965, 2e 1968 & 1963 + nog 5x top 10 + 11 ritzeges, 10e Tour 1964, 5e Vuelta 1968. Romandie 1965 & 1967, Suisse 1969, Wereldkampioen 1968 en Italiaans kampioen 1969). De stad bracht verder Claudio Torelli (ritzege Giro 1981) voort, terwijl uit de rest van de provincie o.a. Giulio Rossi (Paris-Roubaix 1937, Paris-Tours + ritzege Tour 1938), Luciano Armani (ritzege Giro 1965 & 1970 en Tour 1971), Emilio Casalini (ritzege Giro 1968), Ercole Gualazzini (4x ritzege Giro, 2x Tour en 1x Vuelta tussen 1969 en 1977) en de recente prof Paolo Bossoni (o.a. Lampre) komen. De jonge tijdrijder Adriano Malori (Lampre) is de enige actieve prof uit de stad en provincie, maar hij doet niet mee in deze Giro.

Het is de achtste keer dat er een rit in Parma aankomt, de vorige zeven keer won telkens een Italiaan. Luigi Annoni (1921) opent de erelijst die verder o.a. local hero Vittorio Adorni (1966) bevat en wordt afgesloten door Giuseppe Saronni (1980 & 1983). In 1983 was Parma ook voor de twaalfde en voorlopig laatste keer startplaats van een rit, toen won de Duitser Gregor Braun een etappe naar Savona.




De langste etappe van deze Giro voert door maar liefst zes provincies: Cuneo, Asti en Alessandria (Piemonte), Pavia (Lombardia), Piacenza en Parma (Emilia-Romagna). De grote steden Alessandria en Piacenza liggen ook op de route vandaag.

Het is verder een rit met weinig obstakels behalve de lengte van 244 kilometer en het klimmetje naar Tabiano Castello (315m|3.0km|5.8% gem. en 10% max.) op 33.6km van de finish waar men mag strijden om de eerste bergpunten van deze ronde. De finale is volledig vlak en een massasprint lijkt dus onvermijdelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten