dinsdag 18 mei 2010

Etappe 10: Avellino - Bitonto (230km)

In de tweede zuid Italiaanse rit rijdt het peloton een mini Tirreno-Adriatico van het westen naar het oosten van het schiereiland, de heuvels en bergen in het binnenland worden echter vakkundig ontweken waardoor de lastigheidgraad niet al te hoog ligt.

Avellino heeft bijna 57.000 inwoners en is de hoofdstad van de gelijknamige provincie (439k) in het oosten van Campania. Het is ook de grootste plaats in de streek Irpinia en aan de Sábato rivier, aan de voet van de Apennijnen.


Avellino

Deze streek ten noorden van het oud Griekse Napoli werd in de oudheid bewoond door de Samnitische stam de Hirpini, waarnaar de huidige streek Irpinia (land van wolven) ook vernoemd is. De Romeinen veroverden in 293 v.C. een nederzetting die zou uitgroeien tot de Romeinse stad Abellinatium, na de val van het Romeinse rijk werd het onderdeel van het Longobardische hertogdom Benevento en later het prinsdom Salerno tot het in 1100 werd ingelijfd door het koninkrijk Sicilia. Sindsdien volgt Avellino de geschiedenis van de diverse koninkrijken rondom Napoli, waarbinnen het door verschillende feudale heren bestuurd werd.

Nadat het Koninkrijk der Beide Siciliën in 1861 werd opgenomen in Italië raakte Avellino in verval, de belangrijkste wegen en spoorwegen tussen Napoli en het oosten liepen niet lang de stad waardoor de op de agrarische sector gerichte economie snel verouderde. In 1943 werd de stad zwaar beschadigd bij geallieerde bombardementen (een Duits leger had zich hier teruggetrokken) waarbij 3.000 mensen omkwamen en in 1980 werd dit gedeelte van Italië getroffen door een verschrikkelijke aardbeving. De "Terremoto dell'Irpinia" (6.9 op de Schaal van Richter) maakte bijna 300.000 mensen dakloos, er vielen meer dan 10.000 gewonden en 2.914 mensen kwamen om het leven. De provincie Avellino werd het zwaarst getroffen en de hoofdstad verwoest.


De 36 meter hoge Torre dell'Orologio (1650) is het gezicht van de stad

Irpinia is één van de belangrijkste wijnstreken in Italië met de Fiano di Avellino, Greco di Tufo en Taurasi als topwijnen. In Avellino staat ook het Istituto De Sanctis (dependance van de Universiteit van Napoli) waar diverse aan de wijnbouw verwante studies worden gegeven. Het is verder ook de belangrijkste hazelnoten streek van Italië.
De voetbalclub Unione Sportiva Avellin speelde tien seizoen in de Serie A, maar degradeerde in 1989 naar de Serie B en is de laatste jaren zelfs afgezakt naar de Serie D. Basketbalclub Felice Scandone Basket Avellino speelt nog wel in de Serie A en won in 2008 de Italiaanse beker.

De bekendste Avellinesi zijn politicus Gianfranco Rotondi (Minister zonder portefeuille), actrice Sonia Aquino en zakenman Enrico Preziosi (voorzitter voetbalclub Genoa FC en eigenaar van Giochi Preziosi, tweede speelgoedfabrikant van Europa na LEGO). De beste wielrenner uit de provincie Avellino was Carmine Preziosi, i.t.t. zijn naamgenoot kwam Carmine uit een erg arme familie en hij emigreerde al op jonge leeftijd naar België waar hij wielrenner werd en o.a. Liège-Bastogne-Liège (1965) op zijn naam schreef.

Avellino is al voor de negende keer startplaats in de Giro, o.a. Alfredo Binda (in 1927 naar Bari), onze landgenoot Huub Zilverberg (in 1962 naar Foggia) en vorig jaar Carlos Sastre (op de Vesuvius) wonnen een etappe die hier op gang werd geschoten. Er zijn ook drie aankomsten geweest met overwinningen voor Giuseppe Azzini (1914), Alfredo Binda (1927) en de Belg Freddy Maertens (1977).


De etappe eindigt in de regio Puglia (Ned: Apulië) dat met 4.1 miljoen inwoners de achtste regio van Italië is. De hoofdstad is Bari (321k), andere grote steden zijn Taranto (194k) en Foggia (153k) en de regio is verdeeld in zes provincies: Bari (1.2m), Lecce (813k), Foggia (682k), Taranto (581k), Brindisi (403k) en Barletta-Andria-Trani (391k).


Bari, de hoofdstad van Puglia

Puglia werd in de oudheid bewoond door het Italische volk de Samnieten en Griekse en Illyrische (uit het huidige Albanië en voormalig Joegoslavië) kolonisten die de Adriatische zee waren overgestoken. De Romeinen veroverden de regio die zij Apulia noemden (naar een Illyrisch volk) in de 4e en 3e eeuw v.C., Apulia was zeer belangrijk voor de Romeinen vanwege de havens naar het oostelijk deel van het rijk. Na het uiteenvallen van het west Romeinse rijk ging het dan ook over naar het oost Romeinse rijk, beter bekend als het Byzantijnse rijk. Het werd in 1059 veroverd door de Normandiërs die het hertogdom Apulia stichtten, maar het werd hierna al snel bij het koninkrijk Sicilia gevoegd. Sindsdien volgt het de geschiedenis van de Napolitaanse koninkrijken tot het in 1861 een regio in het moderne Italië werd.

Er is een belangrijke Albanische minderheid die de Arbëreshë genoemd worden, deze christenen ontvluchtten het moederland tot het tot de islam werd bekeerd in de 15e tot en met 18e eeuw, zij wonen veelal in aparte gemeenschappen en hebben hun eigen cultuur behouden. Een andere aparte verschijning zijn de trulli, primitieve huisjes van kalksteen, deze staan met name in de streek rondom Alberobello (1.000 stuks) in de provincie Bari en zijn een UNESCO werelderfgoed.


Een rij trulli in Alberobello

De bekendste wielrenners van de regio zijn Mario Beccia (o.a. Tour de Suisse 1980, Flèche Wallonne 1982, 4 ritten Giro, jongerenklassement Giro 1977 en 4e in de Giro van 1983) en de in Zwitserland geboren, maar hier getogen Leonardo Piepoli (1 rit Tour, 2 ritten Vuelta, 3 ritten Giro, bergklassement Giro 2007 en 10e in de Giro van 2000). De enige actieve renner op PT of PCT niveau is Donato Cannone (Ceramica Flaminia), een niveau lager rijdt de oud-winnaar van de Baby Giro Giuseppe Muraglia (CDC - Cavaliere) nog zijn wedstrijden.


Bitonto en in de achtergrond de eindeloze olijfgaarden

Bitonto heeft ruim 56.000 inwoners en is de vierde stad van de provincie Bari, het ligt 10km ten zuidwesten van Bari en even ten zuiden van de luchthaven en de Adriatische kust. De stad is in de 5e of 4e eeuw v.C. gesticht door koning Botone van de Peucetii, een stam van de Iapigi (ook wel Apuli genoemd, wat de naam van de regio verklaard). De Grieks-Spartaanse kolonisten uit Tarantas (het huidige Taranto) noemden het Butontinoi, de bewoners waren trouwe bondgenoten van zowel de Grieken als later de Romeinen die het Butuntinenses noemden.
De stad was ten tijde van de Siciliaanse/Napolitaanse koninkrijken een heerlijkheid en later markizaat bestuurd door de hertogen van Atri, tot de bevolking zich in 1552 vrij kocht voor 66.000 gouden dukaten. Het was ook een religieus centrum en de Romaanse San Valentin kathedraal is tussen 1087 en 1095 gebouwd en in zeer goede staat gebleven. Andere historische gebouwen zijn o.a. het Palazzo Sylos-Vulpano (1445), de Torrione Angioino (14e eeuwse verdedigingstoren) en een deel van de oude stadsmuren staan ook nog overeind.


Cattedrale San Valentin

In 1734 werd even buiten de stad de Slag om Bitonto uitgevochten tussen de huizen van Habsburg (Oostenrijk) en Bourbon (Spanje), de Bourbons wonnen en heroverden hierdoor het in de Spaanse successieoorlog verloren koninkrijk Napoli.

Bitonto staat al sinds de oudheid bekend om haar olijven, al sinds de 13e eeuw handelde de stad met de Venetiaanse Republiek die het verder verspreidde. Het is nog altijd één van de belangrijkste olijfstreken van Italië met in en rondom de stad naar schatting 1.7 miljoen olijfbomen. In 1928 verloor Bitonto haar havenstand Santo Spirito aan de buurstad Santo Spirito, het vliegveld van Bari werd gedeeltelijk op dit grondgebied aangelegd. De huidige luchthaven ligt op dezelfde plaats en verwerkt jaarlijks zo'n drie miljoen passagiers.

De bekendste Bitontini zijn de 18e eeuwse operacomponist Tommaso Traetta, bokser Vito Antuofermo (wereldkampioen middengewicht in 1979) en de kleiduifschieter Francesco D'Aniello (3x wereldkampioen, zilver OS 2008). Er komen geen bekende wielrenners vandaan en Bitonto debuteert in de Ronde van Italië.




De etappe van vandaag is vergelijkbaar met die van gisteren, veel vlakke/vals platte wegen en een aankomst licht bergop (450m á 3%). Het verschil is dat er nu wel een officieel klimmetje in zit, de Valico dell'Imbandina (668m hoog, 10.1km a 3.8% gem. en 9% max.) op zo'n 140km van de streep, en vooral dat de rit 40 km langer is. Het is met 230 kilometer de op één na langste etappe van de ronde, maar morgen staat er zelfs een (zware heuvel)rit van maar liefst 262km op het programma.

De sprinters hebben nog maar drie kansen in deze ronde: vandaag, vrijdag en volgende week donderdag. Een aantal rappe mannen zullen echter schrik hebben van de lastige aankomststrook en lengte van de etappe, waardoor de vroege vlucht best kans van slagen zou kunnen hebben.

2 opmerkingen: