zaterdag 22 mei 2010

Etappe 14: Ferrara - Asolo (205 km)

De ronde is twee weken oud en er is al veel gebeurd, maar ergens begint de Giro vandaag pas écht. Vanaf nu zijn er behalve volgende week donderdag (vlak) en zondag (afsluitende tijdrit) alleen nog maar bergetappes en op kolossen als de Zoncolan, Kronplatz, Mortirolo en Gavia gaat deze nu al legendarische editie van de Giro beslist worden. Vandaag alvast een voorschot in een etappe die je kunt samenvatten in twee woorden: de Monte Grappa.

Ferrara heeft 135.000 inwoners en is de hoofdstad van de gelijknamige provincie (358k) in de regio Emilia-Romagna (4.4m). De stad wordt in tweeën gedeeld door de Po di Volano, een gekanaliseerde zijtak van de Po. De Po zelf stroomt even ten noorden van de stad.


Ferrara

De historici zijn het oneens over de oorsprong van de stad, volgens de overlevering was het de Romeinse stad Forum Alieni, maar moderne historici achten dit onwaarschijnlijk. De stad duikt in 753 voor het eerst in betrouwbare bronnen op als plaats binnen het Exarchaat van Ravenna. In 984 werd het veroverd door het graafschap Modena en in 1101 het markizaat Toscana. In 1146 greep de machtige Este familie de macht, eerst als heren en later markiezen en zij stichtten in 1343 het hertogdom Ferrara (dat overigens pas in 1471 werd erkend door de paus). De Estes lieten in 1385 het Castello Estense bouwen. Dit opvallende kasteel staat midden in het historische centrum (dat in zijn geheel een UNESCO werelderfgoed is) en wordt omgeven door een sloot. Het Huis van Este bleef zolang het bestond vanuit dit kasteel heersen over haar gebieden.


Castello Estense

De Estes waren ook de leiders van de steden Modena en Reggio die in 1452 het hertogdom "Modena e Reggio" gingen vormen, in 1471 werd ook Ferrara officieel een hertogdom en werden de beide gebieden samengevoegd met Ferrara als hoofdstad. De eerste (officiële) hertog was Borso d'Este, hij stierf echter in hetzelfde jaar en de titel ging over naar zijn zoon Ercole. Ercole bracht de stad tijdens de Renaissance tot grote bloei, hij was net als de Medici van Florence een groot liefhebber van de kunsten en bracht met name veel Franse en Vlaamse meesters en componisten naar zijn hof.

Ferrara was onder Ercole d'Este ook de eerste Europese stad waar aan grootschalige stadsplanning werd gedaan, hij stelde Biagio Rossetti in 1484 als stadsarchitect aan die de stad hertekende, uitbreidde en liet omringen door de nog altijd bestaande 9.200 meter lange stadsmuren. De voor de middeleeuwen typische bouwstijl van smalle straatjes en opeengepakte bebouwing maakte plaats voor ruim opgezette wegen met veel pleinen en groen. Zijn werk wordt in totaal de "Addizione Erculea" genoemd en is één van de belangrijkste redenen dat het gehele historische centrum van de zelfverklaarde "eerste moderne stad van Europa" in 1995 een UNESCO werelderfgoed werd. Rosetti bekendste gebouw in de stad is het Palazzo dei Diamanti (1493), waar tegenwoordig het belangrijke "Pinacoteca Nazionale" kunstmuseum is gevestigd met veel werken van de Ferranese school.


Palazzo dei Diamanti

Het verval van Ferrara werd in 1597 ingezet toen hertog Alfonso II d'Este kinderloos stierf en zijn neef Cesare het hertogdom niet mocht erven van de paus. Ferrara werd geannexeerd door de Kerkelijke Staat en losgerukt van "Modena e Reggio" dat tot de verovering van Napoleon in 1796 een hertogdom van het Huis van Este bleef. Na Napoleon werd het hertogdom "Modena e Reggio" aan de Oostenrijkers gegeven, die het behielden tot de stichting van moderne Italië. De belangrijkste bijdrage van de Kerkelijke Staat aan de geschiedenis van de stad is de promotie van "normaal" bisdom tot aartsbisdom in 1735. De kathedraal van de stad is de Cattedrale di San Giorgio Martire. De kerk stamt oorspronkelijk uit 1135, maar is vaak verbouwd en uitgebreid waardoor het een mix van de Romaanse, Gotische en Renaissance stijlen is geworden.


Cattedrale di San Giorgio Martire

Ferrara is tegenwoordig vooral een industrie en studentenstad. De belangrijkste industrietakken zijn de chemische en mechanische industrie. De Universiteit van Ferrara werd in 1391 gesticht en er studeren zo'n 25.000 mensen, belangrijke historische figuren zoals de dichter en schrijver Ludovico Ariosto en de astronoom Copernicus studeerden aan deze universiteit. In 2006 werd in Ferrara, net als in o.a. Amsterdam, een dependance van het Hermitage museum uit het Russische Sint-Petersburg geopend. Voetbalclub SPAL (Società Polisportiva Ars et Labor 1907) speelde 16 seizoenen in de serie A, maar komt tegenwoordig op het derde niveau uit. De dameshandbalploeg Ariosto Ferrara speelt sinds 2005 op het hoogste niveau, terwijl Basket Club Ferrara afgelopen seizoen uit de Lega A is gedegradeerd. In Ferrara worden zoals in wel meer Italiaanse steden jaarlijks paardenraces georganiseerd tussen de verschillende wijken van de stad, de zogenaamde Palio.

De bekendste personen uit Ferrara (sinds de Renaissance) zijn de in 2007 overleden regisseur Michelangelo Antonioni (kreeg in 1994 een Oscar voor zijn gehele oeuvre), voetballer Matteo Ferrari (11 caps, verdediger Besiktas en ex-Inter, Parma, AS Roma) en de in de wielerwereld bekende (en vaak met doping in verband gebrachte) arts Michele Ferrari. (het automerk Ferrari en haar oprichter komen overigens ondanks de naam uit Modena)

Ferrara staat bekend als een fietsstad, meer dan 30% van de bevolking gebruikt de tweewieler als belangrijkste transportmiddel en dat is hoger dan in welke Italiaans stad dan ook. Grote wielrenners heeft dit echter niet opgeleverd, de bekendste renner uit de stad is Giovanni Cervi (2x Giro di Romagna, 9e eindklassement Giro 1913) en uit de provincie komen een aantal succesvolle rittenkapers zoals Elio Bertocchi (4x Giro etappe jaren '40) en Dino Bruni (3x Tour etappe, 2x Giro etappe jaren '60).
De stad was zeven keer eerder het vertrek punt van een Giro etappe met als belangrijkste winnaar Learco Guerra in 1932 op weg naar Pescara, de laatste keer dat hier een rit begon was in 1960 toen Antonio Bevilacqua de rit naar Rimini won. De Zwitser Oscar Egg (1919) was de eerste van negen winnaars in Ferrara en werd opgevolgd door o.a. Alfredo Binda (1933), Learco Guerra (1934), Adolfo Leoni (1940, 1950), de Spanjaard Miguel Poblet (1957) en als laatste Paolo Rosala (1981).





Veneto heeft 4.9 miljoen inwoners (5e regio van Italië), de hoofdstad is Venezia (Ned: Venetië) met 271.000 inwoners en andere steden met meer dan 100.000 inwoners zijn Verona (265k), Padova (213k) en Vicenza (116k). De regio is verdeeld in zeven provincies: Padova (927k), Verona (913k), Treviso (880k), Vicenza (863k), Venezia (856k), Rovigo (248k) en Belluno (214k).


Venezia, de hoofdstad van Veneto

De etappe van morgen start in Mestre, een stad op het vasteland in de gemeente Venezia. In de voorbeschouwing op deze etappe zal ik meer vertellen over de historie van Veneto en de Venetiaanse hoofdstad.

Veneto is met Lombardia, Toscana en Emilia-Romagna het kloppende wielerhart van Italië, maar bracht slechts twee Giro winnaars voort: Giovanni Battaglin (1981) en Damiano Cunego (2004). Battaglin won in hetzelfde jaar ook de Vuelta en Ottavio Bottecchia won als eerste Italiaan de Tour en deed dat zelfs twee keer (1924, 1925). Het is meer een regio van klassiekerspecialisten en sprinters, onder wie drie wereldkampioenen: Marino Basso (1972), Moreno Argentin (1986) en Alesssandro Ballan (2008). Andere belangrijke renners uit het verleden zijn onder vele anderen Dino Zandegu, Giorgio Furlan, Davide Rebellin en Nicola Minali.

Er rijden maar liefst 25 actieve profs uit Veneto bij een PT of PCT ploeg, waarvan er zeven zijn gestart in deze ronde: Damiano Cunego (Lampre), Filippo Pozzato (Katusha), Marzio Bruseghin (Caisse d'Epargne), Sacha Modolo (Colnago), Tiziano Dall'Antonia (Liquigas), Matteo Tosatto en Mauro Facci (Quick Step). Verder komen ook o.a. Alessandro Ballan (BMC), Emanuele Sella (CarmioOro), Oscar Gatto (ISD), Mauro Finetto (Liquigas), Mirco Lorenzetto, Daniele Pietropolli, Angelo Furlan (Lampre), Davide Malacarne (Quick Step), Alberto Ongarato en Marco Marcato (Vacansoleil) hier vandaan.


Asolo

Asolo is een plaats met 9.200 inwoners in de provincie Treviso (880k) en regio Veneto (4.9m). Het ligt 30km ten noordwesten van Treviso (82k) en precies op de scheiding tussen het vlakke land en de bergen. Het fraaie stadje wordt ook wel "la città dai cento orizzonti" (de stad van de honderd horizons) en "la perla del Veneto" (de parel van Veneto) genoemd.

De Veneti waren de oorspronkelijke bewoners van dit gebied en stichtten een nederzetting die door de Romeinen Acelum werd genoemd wat zoiets als "sterke stijging" betekent en aan de plotselinge overgang in het landschap refereert. De Romeinen bouwden hier o.a. een klein amfitheater en een aquaduct door de rotsen van de heuvels.

Het behoorde in de middeleeuwen tot de stad Treviso en later de Venetiaanse Republiek dat er in de 12e/13e eeuw een fort bouwde: "La Rocca". De stad werd in 1489 geschonken aan Caterina Cornaro. Zij was de koningin van Cyprus tot deze staat werd geannexeerd na de dood van haar man koning Jacques II le Bâtard de Lusignan en kreeg als vergoeding dit plaatsje en het kasteel. De geboren Venetiaanse was tot haar dood in 1510 vrouwe van Asolo, maar was het jaar daarvoor al naar geboortestad gevlucht omdat Asolo was aangevallen door de Oostenrijkse keizer in het kader van de Oorlog van de Liga van Kamerijk.


Vooraan het Castello waar Caterina Cornaro woonde en op de heuvel het fort

In 1797 vonden hier zware gevechten plaats tussen het Frankrijk van Napoleon en Oostenrijk, na het verbannen van Napoleon werd de voormalige Venetiaanse Republiek en dus ook Asolo geannexeerd door Oostenrijk. In 1866 werd Veneto onderdeel van het verenigde Italië.

De grootste wielrenner uit de provincie Treviso is Ottavio Bottecchia. De onder mysterieuze omstandigheden overleden Tourwinnaar van 1924 en 1925. Hij was in eigen land zeker geen hoogvlieger (5e in de Giro van 1923 als beste resultaat), maar werd door de Franse topper Henri Pélissier naar Frankrijk gehaald waar hij gelijk 2e werd in de Tour (achter Pélissier), met een ritzege en zes dagen gele trui. In 1924 won hij de eerste etappe om de gele trui nooit meer af te staan en in 1925 was Bottecchia weer ongenaakbaar. Hij won in totaal negen etappes en droeg 34 dagen de gele trui.
Giorgio Furlan werd Italiaans kampioen (1990), won in 1992 Flèche Wallonne en Tour de Suisse en twee jaar later de zege in Milano-Sanremo en Tirreno-Adriatico, hij pakte ook twee ritzeges in de Giro. Alessandro Ballan won de Ronde van Vlaanderen (2007), Vattenfall Cyclassics Hamburg (2007), een Vuelta etappe (2008) en het WK (2008).

Er komen acht actieve profs uit de provincie Treviso, naast Ballan (BMC) ook Sacha Modolo (Colnago), Marzio Bruseghin (Caisse d'Epargne), Oscar Gatto (ISD), Marco Bandiera (Katusha), Mauro da Dalto, Micro Lorenzetto (Lampre), Tiziano Dall'Antonia (Liquigas) en Matteo Tossato (Quick Step). De Giro karavaan zet voor het eerst in de historie voet aan de grond in Asolo.




De eerste 120km van deze bergetappe zijn zo goed als vlak en voert de renners in plaatsen als Rovigo, Padova en het stadje Castelfranco Veneto dat een grote wielercultuur heeft en waar o.a. Alessandro Ballan, Matteo Priamo, Marco Bandiera en de in deze ronde aanwezige Matteo Tosatto vandaan komen. Na 122.3km passeren de renners de finish op de via Tiziano Vecellio in Asolo, er moet nu echter nog een lus van 82.7 gemaakt worden.

Deze lus begint gelijk met als voorgerecht een klimmetje van 2.6km á 3.9% naar de tussensprint van de dag, vervolgens blijft het even op en af gaan tot de voet van de hoofdmaaltijd: de Monte Grappa (1675m hoog, 18.9km á 7.9% gem. en 14% max.). De eerste 11.8km van deze klim lijken een kopie van de Terminillo waar de renners vorige week zondag aankwamen: zeer regelmatig met percentages rond de 8% en iets afvlakkend richting het einde. De laatste zeven kilometer zijn echter een stuk steiler met stroken van boven de 10%.
De laatste keer dat de Monte Grappa in de Giro werd beklommen was in 1982, toen kwam vroege vluchter Leonardo Natale als eerste boven in de door de Spanjaard Vicente Belda gewonnen etappe naar San Martino di Castrozza.



Er zijn op de top van de Monte Grappa nog 40.7 kilometer te rijden, waarvan 28.5km in een afdaling van gemiddeld 5.4%. De afdaling bevat enkele bochten, maar het wordt pas echt technisch als men bijna beneden is in het dorpje Romano d'Ezzelino. Er resteren dan nog precies 15 vlakke kilometers tot men weer terug is in Asolo.

De Monte Grappa is een zware klim waarop zeker verschillen gemaakt kunnen worden, vraag is of de klassementsrenners daar al zin in hebben met een lange afdaling + vlak stuk en morgen de rit naar de nog veel zwaardere Monte Zoncolan voor de boeg.

1 opmerking: