Het peloton trekt naar Toscana, waar voor het eerst in deze ronde serieus geklommen dient te worden. De finale is lastig, maar een sprint met een (uitgedund) peloton behoort ook tot de mogelijkheden.
Fidenza heeft bijna 26.000 inwoners en is de tweede stad van de provincie Parma (435k) in het westen van de regio Emilia-Romagna (4.4m). Het ligt aan de Stirone, een zijrivier van de Po, zo'n 20km ten westen van de provinciale hoofdstad Parma (184k). Het verblijf in Emilia-Romagna is slechts van korte duur, maar volgende week keert men terug aan de andere kant van de regio voor de etappe naar Marco Pantani's Cesenatico, dan meer over deze regio.
De San Donnino kathedraal
De Romeinen stichtten de stad in 41 v.C. onder de naam Fidentia, wat later verbasterde tot Fidentiola. Het werd in de vijfde eeuw verwoest toen het Romeinse rijk werd binnengevallen door volken als de Goten en de Hunnen, het plaatsje werd echter herbouwd en kreeg na verloop van tijd de naam Borgo San Donnino, vernoemd naar de heilige die hier in 296 als martelaar aan zijn einde kwam. De in 1180 voltooide Romaanse kathedraal van de stad is eveneens naar hem vernoemd.
In 1093 werd Borgo San Donnino korte tijd de hoofdstad van het koninkrijk Italië, het Italiaanse deel van het Heilige Roomse Rijk dat sinds de verovering door Karel de Grote eigenlijk slechts in naam bestond. Koenraad II, zoon van keizer Hendrik IV, droeg de titel koning van Italië en kwam in opstand tegen zijn vader. Hij verplaatste de formele hoofdstad Pavia naar het makkelijker te controleren Borgo San Donnino, maar werd enkele jaren later alweer afgezet door zijn vader. Borgo San Donnino werd in 1162 een vrije stad en lange tijd waren de Fornese's van Parma ook heren van Borgo San Donnino, al werd de plaats pas in 1556 formeel ingelijfd door het hertogdom Parma.
Palazzo Comunale
In de jaren '20 van de vorige eeuw grepen de fascisten de macht in Italië, zij idealiseerden het Romeinse rijk en in 1927 werd de naam van Borgo San Donnino dan ook zoals wel meer plaatsen terug veranderd naar de oude Romeinse naam, in Italiaanse vorm Fidenza. De lokale economie heeft de laatste jaren een impuls gekregen door de bouw van een enorm winkelcentrum waar mensen uit de verre omtrek op af komen, deze "Fidenza Village Outlet Shopping Center" ligt enkele kilometers ten noorden van de stad aan de snelweg tussen Piacenza en Parma.
Entree van de Fidenza Village
De beroemde operacomponist Giuseppe Verdi heeft hier enkele jaren gewoond en was van 1861 tot 1865 zelfs actief in de lokale politiek. De stad bracht geen bekende wielrenners voort, maar uit de provincie komen wel o.a. Vittorio Adorni (winnaar van Giro 1965 + elf ritten, Tour de Romandie 1965, Tour de Suisse 1969 & WK 1968), Giulio Rossi (Paris-Roubaix 1937, Paris-Tours 1938) en de jonge Lampre renner Adriano Malori die in 2008 wereldkampioen tijdrijden bij de beloften. De Giro komt voor het eerst in Fidenza, in 1988 was er wel een etappe die hier zou starten gepland, maar deze werd afgelast.
Marina di Carrara is een badplaats aan de Ligurische zee en hoort bij de beroemde marmer stad Carrara, dat iets verder landinwaarts ligt. De gemeente telt in totaal zo'n 66.000 inwoners, waarvan 25.000 in Marina di Carrara. Carrara vormt samen met het aangrenzende Massa (70k) een dubbelstad in de provincie Massa e Carrara (200k) in het uiterste noordwesten van de regio Toscana (3.7m).
Morgen meer over Toscana (Ned: Toscane), dan staat er namelijk weer een Toscaanse etappe op het programma met in de finale veel Strade Bianchi, onverharde witte gravelwegen door de heuvels van Siena.
Duomo di Sant'Andrea
De marmergroeven bij Carrara waren al sinds de 2e eeuw v.C. de belangrijkste in het Romeinse rijk, maar een stad ontwikkelde zich hier vreemd genoeg niet. De westelijker gelegen havenstad Luni was het belangrijke regionale centrum in die tijd en in de vallei waar tegenwoordig Carrara leeg woonden slechts de slaven en Romeinen die in de groeven werkten. Carrara zelf ontstond pas onder de Longobarden in de 7e of 8e eeuw, al is hier weinig over bekend. In 774 had Karel de Grote het Longobardische koninkrijk verslagen, hij wees Carrara toe aan de bisschop van Luni. In de 9e en 10e eeuw begon Carrara Luni echter te overstijgen, mede doordat Luni in 860 werd geplunderd door de Noormannen. In de twaalfde eeuw werd Carrara zelf een bisdom en werd de Sant'Andrea kathedraal gebouwd.
In 1473 grepen de machtige Malaspina's uit Massa de macht in de buurstad en zij groeiden dankzij de handel met welvarende Toscaanse steden als Firenze en Pisa en de verspreiding van het marmer door heel Europa uit tot één van de rijkste families in Italië. In 1554 werden het markizaat Massa en de heerlijkheid Carrara samengevoegd tot het hertogdom Massa e Carrara. In 1741 trouwde de laatste Malaspina hertogin Maria Teresa met Ercole III d'Este, de hertog van Modena, en na het overlijden van hun dochter Maria Beatrice in 1829 werd Massa e Carrara definitief geannexeerd door Modena.
Het 15e eeuwse Palazzo Malaspina is tegenwoordig een museum
In 1851 werd aan de kust de badplaats Marina di Carrara gesticht, waardoor het amper 15.000 inwoners tellende Carrara explosief begon te groeien en de afstand met Massa steeds kleiner werd. In 1936 werden beide steden door de fascisten samengevoegd tot één gemeente genaamd Apuania en dit werd ook de naam van de provincie. Na de oorlog werd de oude situatie weer hersteld, maar de steden zijn sindsdien, zeker in de kuststreek, nog meer in elkaar vergroeid geraakt. Enkel het oude stadscentrum van Carrara, aan de voet van de marmergroeven in de Apuaanse Alpen, is nog redelijk geïsoleerd.
De lokale economie draait uiteraard voornamelijk op de marmerindustrie en het toerisme, behalve de stranden en groeven zijn er ook fraaie grotten in de omgeving en in het oude paleis van de hertogen verbouwd tot een populair kunstmuseum.
Marina di Carrara met in de achtergrond de marmergroeven
De voetbalclub Carrarese Calcio speelde nooit op het hoogste niveau en is dit seizoen gedegradeerd naar de Serie D, desondanks mag Carrara een echte voetbalstad genoemd worden. Veel goede spelers komen hier vandaan, zoals aanvaller Giorgio Chinaglia (14 interlands, 4 goals) die furore maakte bij Lazio Roma in de jaren '70, middenvelder Cristiano Zanetti (17 interlands, 1 goal) die na periodes bij o.a. AS Roma, Internazionale en Juventus dit seizoen voor Fiorentina speelt en vooral Gianluigi Buffon. De 32-jarige keeper van Juventus en Italië staat al meer dan tien jaar aan de wereldtop en kwam tot dusver precies honderd keer uit voor de "Squadra Azzuri" met wie hij in 2006 wereldkampioen werd. Buffon maakte in het seizoen 1995/1996 zijn profdebuut namens Parma dat hem in 2001 voor omgerekend bijna 50 miljoen euro verkocht aan Juventus, een recordbedrag voor een doelman.
Andere bekende "Carraresi" zijn o.a. volleybalster Maurizia Cacciatori (228 interlands) en de zanger Adelmo Fornaciari die hier opgroeide en onder zijn artiestennaam "Zucchero" veel internationaal succes had in de jaren '90 met nummers als "Senza una donna" (met Paul Young) en "Il volo".
Carrara is niet echt een wielerstad, al won Fabrizio Convalle een ritje in de Giro van 1990. De Giro is hier ook slechts twee keer geweest, voor het laatst in 1988 toen Paolo Rosala een etappe naar Salsomaggiore won. In 1960 werd de negende etappe in twee delen verreden, de Belg Emile Daems won een rit in lijn en de Fransman Jacques Anquetil een klimtijdritje van 2.2km. De tiende etappe naar Sestri Levante ging hier ook van start en werd door Gastone Nencini gewonnen. In 2009 won Alessandro Petacchi (die ook uit deze streek komt, maar aan de andere kant van de Ligurische grens) hier een rit in de Tirreno-Adriatico.
De start van de etappe is bij het winkelcentrum ten noorden van Fidenza, de eerste 66 kilometer zijn grotendeels vals plat als aanloop naar de lastigste klim van de Giro tot dusver: de Passo del Brattello (946m hoog, 11km á 5% gem. en 10% max.) van tweede categorie. De 22km lange afdaling, inmiddels op Toscaans grondgebied, brengt de renners in Pontremoli en na 121km is er een tussensprint in Aulla. Enkele kilometers verderop begint de finale met een kort klimmetje van 2.1km á 5.4% gevolgd door de klim naar Spolverina (654m hoog, 10.6km á 3.1% gem. en 10% max.).
De afdaling van 11km á 4.9% brengt de renners in Carrara, waar de renners nog een lus voor een klimmetje naar Bedizzano (241m hoog, 3.2km á 5.2% gem. en 12% max.) waarvan de top op slechts 10.8km van de streep ligt. De slotkilometers gaan in dalende lijn via het oude Carrara door naar de badplaats.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten