De laatste rit voor de Pyreneeën opdoemen is op papier weer een kans voor de sprinters, maar met een pittig klimmetje in de diepe finale ligt er ruimte voor zowel vroege vluchters als late aanvallers om de plannen van de sprintersploegen te dwarsbomen. Het is op de etappe naar Bordeaux na in principe de laatste kans voor aanvallers die niet in het hooggebergte uit de voeten komen.
Rodez is de hoofdstad van het departement Aveyron in de regio Midi-Pyrénées, er wonen ruim 26.000 mensen en het ligt aan de rivier de Aveyron zo'n 125km ten noordoosten van de regionale hoofdstad Toulouse. De stad is in de 5e eeuw v.C. gesticht door de Gallische stam de Ruteni en halverwege de 1e eeuw v.C. veroverd door de Romeinse legers van Julius Caesar. De Romeinse stad werd oorspronkelijk Segodunum (graanheuvel) genoemd, maar dit werd veranderd naar Rutenorum (stad van de Ruteni) wat vele eeuwen later zou verbasteren naar het huidige Rodez.
Rodez
Na het uiteenvallen van het West-Romeinse rijk behoorde de stad achtereenvolgens tot de Visigoten (472), Franken (507), weer de Visigoten (512), weer de Franken (533) en de hertogen van Aquitaine (588). In 725 werd de stad grotendeels verwoest door de Moren, die in 732 werden verslagen door Karel Martel in de legendarische Slag bij Poitiers. Na diverse ingewikkelde herverdelingen van Aquitaine en het hiervan afgesplitste graafschap Toulouse ontstond in 1112 uiteindelijk het graafschap Rodez. De graven hadden voortdurend ruzie met de bisschoppen en de verdeeldheid was zelfs zo groot dat de stad in twee stukken verdeeld werd, gescheiden door een muur. In 1443 bemoeide het koningshuis zich in deze strijd en de stad werd ingenomen door de kroonprins, die later koning Louis XI zou worden. De titel graaf van Rodez zou tot 1589 gevoerd worden, hierna werd het graafschap formeel opgeheven en een kroonbezit.
Rodez was tot de Franse revolutie de hoofdstad van de provincie Rouergue. In 1799 speelde Rodez een belangrijke rol in de wetenschap, twee Franse wetenschappers voerden hier metingen uit op basis waarvan ze de lengte van een standaardmeter vast konden stellen zoals deze zich via het metrieke stelsel over Europa en de wereld zou verspreiden.
Cathédrale Notre-Dame de Rodez
Het belangrijkste monument van de stad is de 87-meter hoge Cathédrale Notre-Dame de Rodez, deze werd in verschillende fases gebouwd tussen 1277 tot 1531. De bekendste personen uit Rodez zijn de abstracte kunstenaar Pierre Soulages (veilde in 2006 een tekening voor 1.2 miljoen euro), de rugbycoach Bernard Laporte (bondscoach van 1999 tot 2007) en vooral de linkse politicus Bertrand Delanoë (sinds 2001 burgermeester van Parijs, beoogde presidentskandidaat).
De talentvolle klimmer Alexandre Geniez (Skil-Shimano) komt ook uit Rodez, maar hij moet nog veel presteren om de beste renner van de streek te worden, dat is namelijk een Tourwinnaar: Gustave Garrigou reed acht keer de Tour de France, eindigde telkens bij de eerste vijf, stond vijf keer op het podium en mocht in 1911 zelfs de hoogste trede van het ereschavot beklimmen. Garrigou won ook o.a. acht etappes, de Giro di Lombardia (1907) en Milano-Sanremo (1911).
Het is pas de tweede keer dat de Tour hier langs komt, in 1984 won de Fransman Pierre-Henri Mentheour hier een etappe en zou de Belg Fons de Wolf de volgende rit Rodez-Domaine du Rouret op zijn naam schrijven.
Revel heeft bijna 9.000 inwoners en ligt zo'n 50km ten zuidoosten van Toulouse, de hoofdstad van de regio Midi-Pyrénées en het departement Haute-Garonne waar Revel ook toe behoort. Het ligt aan de voet van de bergketen La Montagne Noire, de zuidelijkste uitlopers van het Centraal Massief.
Revel
Het stadje is in 1342 gesticht door koning Philippe VI en is vroeg voorbeeld van een "geplande stad", het historische centrum heeft een achthoekige vorm met in het midden een groot centraal en overdekt plein waarop al sinds de 14e eeuw elke zaterdag een grote markt is. Sinds 1796 wordt in Revel de likeur "Get 27" geproduceerd.
De veruit belangrijkste persoon uit Revel is Vincent Auriol, de eerste president van het naoorlogse Frankrijk (1947-1954). De bekendste wielrenner uit dit departement is de sprinter Frédéric Moncassin, hij won twee Touretappes in 1996 en was in 1997 het doelwit van de beruchte bidonworp van Tom Steels. In het huidige profpeloton wordt Haute-Garonne vertegenwoordigd door Julien Loubet (Ag2R) en Jean-Christophe Peraud (Omega Pharma-Lotto), maar beiden doen niet mee in deze Tour.
Revel is voor de achtste keer aankomstplaats in de Tour, de vorige zeven keer won telkens iemand van een andere nationaliteit: de Duitser Rudi Altig (1966), de Portugees Joaquim Agostinho en de Belg Eddy Merckx (1969, respectievelijk een rit in lijn en een tijdrit), Fransman Charly Mottet (1990), Oekrainer Serguei Outchakov (1995), onze eigen Erik Dekker (2000, klopte Santiago Botero) en als laatste in 2005 de Italiaan Paolo Savoldelli.
De rit begint gelijk vanuit het vertrek met 9km vals plat bergop á 1.6%, een voor de renners vervelend begin van een vervelende etappe. Er zijn officieel slechts vijf klimmetjes, maar het is de hele dag op en af, dat in combinatie met de hitte zal er toch weer een zware etappe van maken.
De klimmetjes stellen afzonderlijk echter vrij weinig voor, de lastigste is de Côte d'Ambialet (5.2km á 4.6%) na ongeveer 70km. In volle finale ligt nog een klim van de derde categorie, de Côte de Saint-Ferréol (1.9km á 6%) ligt op slechts 7.5km van de streep en kan een mooie springplank vormen voor aanvallers en wellicht dat een ploeg van een goed klimmende sprinter de koers hard wilt maken om de mindere klimmers er af te rijden.
Overigens rijden de renners het grootste deel van de etappe door het departement Tarn, de streek van de beste Franse renner van de laatste 20 jaar: Laurent Jalabert.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten