dinsdag 7 september 2010

Etappe 10: Tarragona - Vilanova i la Geltrú (175.7km)

Het peloton vervolgt haar weg na de rustdag in de regio Catalunya met op papier een etappe voor de sprinters, al moeten zij dan wel een zeer lastige klim op iets meer dan dertig kilometer van de finish zien te overleven.

Catalunya (Spaans: Cataluña, Nederlands: Catalonië) heeft met 7.5 miljoen Catalanen na Andalucía de grootste bevolking van de 17 autonome regio's van Spanje en is qua oppervlakte (ongeveer gelijk aan België + Luxemburg) de zesde van het land. Het bestaat uit vier provincies: Barcelona (5.5m), Tarragona (806k), Girona (Spaans: Gerona, 752k) en Lleida (Spaans: Lérida, 439k). De hoofdstad Barcelona is met 1.6 inwoners de tweede stad van Spanje, het stedelijk gebied heeft zo'n 5 miljoen inwoners en omvat ook de tweede t/m vijfde stad van de regio: Hospitalet de Llobregat (257k), Badalona (220k), Tarrasa (211k) en Sabadell (206k).


De Catalaanse hoofdstad Barcelona

De geschiedenis van de regio en de afwijkende cultuur t.o.v. de rest van Spanje gaat terug tot door de in 795 door Karel de Grote gestichte "Marca Hispanica" (Spaanse Mark), een groot aantal bufferstaten in en rond de Pyreneeën die de Moren uit het Frankische rijk moesten houden. In 801 werd Barcelona door zijn zoon Lodewijk de Vrome veroverd op de Moren, hij stichtte het graafschap Barcelona dat zou uitgroeien tot de belangrijkste staat. Ondertussen ontstond er door de afscheiding van de rest van het schiereiland en de nauwe contacten met de Franken (en latere Fransen) een taal en cultuur die afweek van het Spanje dat nog wel onder Moorse invloeden stond. Het moderne Catalaans is nauw verwant aan het Occitaans, dat als dialect nog veel gesproken wordt in zuid Frankrijk, maar de laatste eeuwen ook sterk beïnvloed door het Spaans (Castilliaans).

Barcelona werd in 987 onafhankelijk van Frankrijk en in 1137 door het huwelijk van graaf Ramon Berenguer IV van Barcelona en koningin Peironela van Aragón verbonden aan het koninkrijk Aragón. De politieke macht kwam in de Aragonese hoofdstad Zaragoza te liggen, maar het economische en maritieme zwaartepunt van het rijk lag in het voormalige graafschap Barcelona waarvoor de naam Catalunya steeds meer in gebruik raakte. De naam werd later officieel met de stichting van het prinsdom Catalunya, dat onder de kroon van Aragón viel, net als het prinsdom Girona (nu deel van Catalunya) en veroverde koninkrijken Mallorca en Valencia. Aragón groeide uit tot een supermacht in de Middellandse Zee en veroverde vanuit Catalunya ook vele gebieden buiten Spanje, zoals Sicilië, Sardinië, zuid Italië, Malta en delen van Griekenland.


De Sagrada Familia in Barcelona

In 1469 trouwden koning Fernando II van Aragòn en koningin Isabel van Castilla, waarmee de twee machtigste koninkrijken van het Iberisch schiereiland werden verenigd. Zij voltooiden in 1492 de Reconquista door het laatste Moorse bolwerk Granada te veroveren en stuurden in hetzelfde jaar Columbus op pad naar de nieuwe wereld. De nieuwe wereldmacht Spanje was geboren, maar het koloniale rijk werd vooral vanuit Castilla bestuurd waardoor Catalunya veel belang verloor. In 1659 werd de Catalaanse provincie Roussillon (Cat: Rosselló) na de Dertigjarige oorlog afgestaan aan Frankrijk. Na de Spaanse successieoorlog verloor het bovendien veel van haar autonomie, onder het bewind van Franco werd de cultuur zelfs onderdrukt en de taal uit het openbare leven verbannen, al was er wel een grote economische opleving, mede door de opkomst van het toerisme. Na de dood van Franco heeft Catalunya weer veel autonomie gekregen en is de taal weer nieuw leven in geblazen, ongeveer driekwart van de bevolking spreekt Catalaans en iets minder dan helft als eerste taal.

Catalunya bracht twee Vuelta winnaars voort, José Pesarrodona (1976) en Melcior Mauri (1991), maar de grootste renner uit deze regio was Miguel Poblet. Een sprinter die goed bergop kon rijden en één van de eerste Spanjaarden die ook over de grens veel succes wist te behalen, Poblet won o.a. 2x Milano-Sanremo (1957, 1959), drie etappes in de Tour en Vuelta en maar liefst twintig ritten in de Giro. Hij was de eerste Spanjaard die de gele trui droeg (1955) en de eerste man die in alle drie de grote rondes in één jaar een rit won (1956), iets dat later alleen door de Italianen Pierino Baffi (1958) en Alessandro Petacchi (2006) werd herhaald.
In het huidige profpeloton rijden zeven Catalanen rond: Josep Jufré (Astana), Oscar Pujol, Xavier Tondo en Xavier Florencio (Cervélo), Francisco Pérez Sanchez en Alberto Losada (Caisse d'Epargne) en Joaquin Rodríguez Oliver (Katusha). Ze doen m.u.v. het Caisse duo ook allemaal mee in deze ronde.



Tarragona is met zo'n 140.000 inwoners de zesde stad van Catalunya en de grootste buiten het stedelijke gebied van Barcelona. Het ligt zo'n 90km ten zuidwesten van Barcelona aan de Costa Daurada (Esp: Costa Dorada, NL: Gouden Kust) en is de hoofdstad van een gelijknamige provincie (888k). De enige andere grote stad van de provincie is Reus (107k), dat ruim 10km ten noordwesten van Tarragona ligt. Ze vormen samen de kern van een stedelijk gebied met zo'n 456.000 inwoners.


Tarragona

De stad is in de 5e eeuw v.C. gesticht als "Cissis" door de lokale Iberische bevolking die handel dreven met de oude Grieken en Feniciërs. De stad werd in 210 v.C. veroverd op de Carthagen door de legendarische Romeinse generaal Scipio als één van de eerste feiten van zijn Spaanse campagne tijdens de Tweede Punische Oorlog, de Romeinen noemden het Tarraco en maakten er één van de belangrijkste steden van het schiereiland van, eerst als hoofdstad van de provincie Hispania Citerior en vanaf 27 v.C. (hervormingen keizer Augustus) van de provincie Hispania Tarraconensis, dat honderden jaren het grootste deel van het schiereiland omvatte. De stad heeft bijzonder veel Romeinse monumenten die de tand des tijds hebben doorstaan, waaronder veertien gebouwen die samen de status van UNESCO werelderfgoed hebben gekregen, waaronder de overblijfselen van een circus (capaciteit 25k), amfitheater (capaciteit 15k), aquaduct (217m lang, 27m hoog) en de oude stadsmuren.


Ruïnes van het Romeinse aquaduct

Tarraco raakte in de nadagen van het keizerrijk in verval en werd in 476 veroverd door de Visigoten, onder wie de stad in de schaduw van steden als Barcelona en de nieuwe hoofdstad Toledo kwam te staan. De Moren veroverden Tarragona in 713 of 714, verloren het in 801 aan de Franken, maar wisten de stad (in tegenstelling tot Barcelona) in 985 weer te heroveren onder de Moorse krijgsheer Al-Mansur. Pas in 1116 werd de grensstad weer heroverd door graaf Ramón Berenguer III van Barcelona. De stad was van 1128 tot 1151 de hoofdstad van een gelijknamig prinsdom, hierna ging het weer over naar het graafschap Barcelona.
In 1170 begon men met de bouw van de "Catedral de Santa María de Tarragona", die pas in 1331 voltooid werd en zowel Romaanse als Gotische elementen bevat. Het is de zetel van het aartsbisdom Tarragona, dat vrijwel heel Catalunya m.u.v. de provincie Barcelona beslaat.


De Santa María kathedraal

De stad raakte van de 15e tot de 19e eeuw in verval door een aantal oorlogen en plunderingen van Saraceense piraten waardoor de bevolking en havenactiviteit sterk terugliep. De stad verloor haar universiteit en was aan het begin van de vorige eeuw nog maar een klein provinciestadje dat vooral van de visserij en landbouw leefde. Tarragona had op het dieptepunt nog maar 4.900 inwoners, was in 1950 alweer iets opgekrabbeld naar 30.000 inwoners en groeide hierna razendsnel tot een belangrijke haven- en industriestad. Het heeft de grootste concentratie van petrochemische industrie in Spanje, wat vooral te danken is aan de Spaanse oliemaatschappij Repsol dat hier zeer actief is. Een andere factor die de stad tot bloei heeft gebracht is het toerisme, de kust van de provincie Tarragona heeft veel populaire badplaatsen waarvan Salou en Cambrils de bekendste zijn. Sinds 1991 heeft Tarragona ook weer een universiteit, de "Universitat Rovira i Virgili waaraan zo'n 12.000 studenten studeren.


Ruïnes van het Romeinse amfitheater

Tussen Salou en Tarragona ligt Port Aventura, het grootste pretpark van Spanje en vierde van Europa met jaarlijks meer dan 3.3 miljoen bezoekers. Tussen Reus en Tarragona ligt het "Aeroport de Reus" dat vorig jaar zo'n 1.7 miljoen passagiers verwerkte. Het zijn vooral prijsvechters die (o.a. vanuit Eindhoven en Maastricht) op Reus vliegen. De stad werd in 2006 aangesloten op de hogesnelheidslijn naar Zaragoza en Madrid, in 2008 is deze verlengd tot Barcelona. Het ligt ook aan de "normale" maar belangrijke spoorlijn Barcelona-Valencia-Alicante.

De voetbalclub "Club Gimnàstic de Tarragona" is in 1914 opgericht (voetbalafdeling in 1914) en speelde vier seizoenen op het hoogste niveau. Het won nog nooit een grote prijs en speelt dit seizoen in de Segunda División in het "Nou Estadi de Tarragona" dat een capaciteit van 14.500 toeschouwers heeft. De volleybalclub CV Sant Pere i Sant Pau speelt op het hoogste Spaanse niveau.

Antoni Gaudí is de bekendste persoon uit de provincie, de wereldberoemde architect uit Reus heeft ook in zijn geboortestreek veel sporen achter gelaten. Uit Tarragona zelf komen o.a. schrijfster Olga Xirinacs Díaz, synchroon zwemster Andrea Fuentes (2x zilver OS 2008, 3x goud EK 2008) en atlete Natalia Rodríguez (zilver EK 2009 & WK 2010 op de 1500m).

De belangrijkste wielrenner uit de stad Tarragona is Sebastià Masdeu, hij won in 1911 de eerste editie van de Volta a Catalunya. De provincie heeft verder o.a. José Serra (3e AK + 2 ritzeges Vuelta 1950, Spaans kampioen 1949) en Miguel Angel Iglesias (5x winnaar van het tussensprintklassement in de Vuelta, zonder ooit een rit te winnen, tussen 1987 en 1991) voortgebracht en wordt in het huidige profpeloton vertegenwoordigd door de twee Xavier's van Cervélo: Florencio en Tondo.
Het is de 14e keer dat er een rit start in Tarragona, waar ook al tien aankomsten waren. De Spanjaard Salvador Cardona (1936) was de eerste winnaar en werd opgevolgd door o.a. Delio Rodriguez (1942 & 1947), de Belgen Rik van Steenbergen (1956) en Rik van Looy (1958) en als laatste de Nederlander Cees Koeken (1972). De laatste keer dat men hier kwam was vorig jaar, toen ging na de Nederlands-Belgische opening hier de eerste Spaanse etappe van start en won André Gripel de massasprint in Vinaròs.


Vilanova i la Geltrú (Spaans: Villanueva y Geltrú) is een stad met 66.000 inwoners precies tussen Tarragona en Barcelona, beide provinciehoofdsteden liggen 45km verderop. De stad ligt aan de Costa del Garraf en het is de dertiende stad van de provincie Barcelona.


Vilanova i la Geltrú

De stad is volgens de overlevering ergens voor 1274 ontstaan toen een feudale heer eiste dat alle meisjes uit de families die op zijn land woonden hun huwelijksnacht met hem moesten doorbrengen. Hierdoor vertrokken veel meisjes met hun aanstaande mannen naar de kust waar ze veilig waren voor deze tiran en het plaatsje "Villa Nueva de Cubellas" stichtten, dit plaatsje vergroeide dan weer met de oudere nederzetting Geltrú. Zeker is dat de plaats in 1274 stadsrechten kreeg van koning Jaime I van Aragón.

Het plaatsje heeft verder een weinig interessante geschiedenis en zou eeuwenlang een simpel vissersstadje blijven, in de 19e eeuw groeide het echter uit tot één van de belangrijkste havens voor de Catalaanse visserij en er ontstond ook de nodige industrie, er staan een aantal staalfabrieken en er is wat papier en textielindustrie. In 1972 kreeg de stad een dependance van de Technische Universiteit van Catalunya, waardoor er ook een paar duizend studenten zijn gekomen. Het toerisme in deze streek ten westen van Barcelona speelt zich vooral in de buurstad Sitges af, een belangrijke badplaats. De bekendste "Vilanovino" buiten het wielrennen om is Josep Piqué (Spaans Minister van Buitenlandse Zaken 2000-2002).


De haven van Vilanova

Het is de eerste keer dat de Vuelta in Vilanova i la Geltrú komt, waar één bekende wielrenner vandaan komt: de sprinter Isaac Gálvez die in 2006 op 31-jarige leeftijd overleed na een verschrikkelijke val tijdens de Zesdaagse van Gent. Het toeval wil dat de renners vandaag vlak voor de finish door het stadje Sant Pere de Ribes rijden, waar tijdens de Volta a Catalunya van 1999 een andere Spaanse sprinter overleed aan de gevolgen van een valpartij: Manuel Sanroma werd slechts 21 jaar oud.
De in Argentinië geboren Juan Antonio Flecha emigreerde op jonge leeftijd naar deze streek en woont in Sitges, dat vandaag ook op de route ligt.




De eerste 140km van de rit zijn "Spaans vlak" en kennen weinig bijzonderheden, behalve dat Xavier Tondo na 41.2km zijn familie mag begroeten in zijn geboorteplaats Valls en het peloton na 124.3km door Sitges rijdt, de stad van Juan Antonio Flecha.

Iets verderop begint de enige echte klim van de dag, de zeer steile Alto del Rat Penat (485m hoog, 4.4km á 10.3% gem. en 18% max.) van eerste categorie. De Rat Penat is vergelijkbaar met de Xorret del Xati die afgelopen zaterdag in de finale beklommen werd, maar met op de top nog 31.8km te gaan zal er waarschijnlijk niet vol tegen aan gereden worden door de toppers van het klassement.



De sprinters die gelost worden hebben nog ruim 30km om terug te keren, hun ploegen te organiseren en te proberen om de vroege vlucht en/of eventuele aanvallers op de klim weer in te rekenen voor de finish in Vilanova i la Geltrú.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten