De Ronde van Spanje begint vandaag aan een hels drieluik in Cantabria en Asturias, waar de bergen niet hoog, maar wel steil zijn. De eerste brengt de renners van de Castilliaanse hoogvlaktes naar Cantabria, waar even buiten Santander een steile slotklim van zes kilometer moet worden bedwongen.
De autonome regio Cantabria (Ned: Cantabrië) ligt in het noorden van Spanje aan de Golf van Biskaje tussen Asturias (Asturië) en País Vasco (Baskenland). Het bestaat uit slechts één provincie en is met 592.000 inwoners en een oppervlakte vergelijkbaar aan die van Gelderland de respectievelijk 15e en 16e regio van Spanje. De belangrijkste steden zijn de hoofdstad Santander (183k) en Torrelavega (56k), die samen een stedelijk gebied vormen waar zo'n 394.000 mensen (tweederde van de totale bevolking) wonen.
De regio's Asturias en Cantabria worden van Castilla gescheiden door de "Cordillera Cantábrica", een gebergte waar men in de Vuelta vrijwel elk jaar dankbaar gebruik van maakt.
Cordillera Cantábrica
De regio is vernoemd naar de Cantabri, een Keltisch volk dat ten westen van de Basken woonde. De Cantabri en Astures (waarnaar de buurregio Asturias vernoemd is) bleven zich het langst van alle volken op het schiereiland verzetten tegen de Romeinse overheersing en werden pas na de Cantabrische oorlogen (29-19 v.C.) definitief onderworpen door keizer Augustus. De Visigoten stichtten ergens tussen 653 en 683 een hertogdom Cantabria, maar het bleef altijd een zeer instabiele regio waar de lokale Asturische, Cantabrische en Baskische bevolking regelmatig in opstand kwamen. In 711, toen de Moren aan hun invasie begonnen, was de Visigotische koning Rodrigo in het noorden bezig om zo'n opstand neer te slaan.
De koning vertrok gelijk naar het zuiden, maar werd al snel verslagen en de Moren bereikten al in 714 dit gebied in het verre noorden. Het hertogdom werd in 722 echter alweer heroverd door de christenen die in 718 vanuit Asturias waren begonnen aan de Reconquista (morgen meer hierover), het werd hierna een onderdeel van het koninkrijk Asturias tot deze in 925 werd opgeslokt door het koninkrijk Léon. De oude Keltische invloeden verdwenen in deze periode uit de cultuur en werden vervangen door een gemeenschappelijke cultuur van de rest van wat uiteindelijk het koninkrijk Castilla zou worden. Cantabria was binnen dit koninkrijk vooral belangrijk om haar havensteden, met name Santander groeide uit tot een belangrijke stad.
De Cantabrische hoofdstad Santander
In 1833 werd het koninkrijk Castilla formeel ontbonden en de provincie Santander gesticht, deze behoorde aanvankelijk tot nog de regio Castilla la Vieja (oud Castillië), maar na de hervormingen van 1982 een zelfstandige autonome regio genaamd Cantabria.
Cantabria heeft altijd veel goede wielrenners gehad, maar nog nooit een winnaar van een grote ronde al kwamen Fermín Trueba (2e Vuelta 1941), José Pérez Francés (2e Vuelta 1962 & 1968, 3e Vuelta 1961 & 1964 en Tour 1963), Alberto Fernández Blanco (2e Vuelta 1984, 3e Vuelta & 3e Giro 1983) en José Antonio González Linares (5e Vuelta 1972, 4x eindwinst Vuelta al País Vasco) in de buurt.
De regio heeft tien actieve profs op PCT/PT niveau: de bekendste is drievoudig wereldkampioen Oscar Freire (Rabobank), verder nog Francisco Ventoso (CarmioOro), David de la Fuente (Astana), José Iván Gutiérrez Palacios, Juan José Cobo en Ángel Madrazo (Caisse d'Epargne), David Gutiérrez Gutiérrez, David Gutiérrez Palacios en Vidal Celis (Footon), Alberto Fernández Sainz (Xacobeo) en op een lager niveau Constantino Zaballa (Loulé - Louletano).
Peña Cabarga is een 569m hoog karstmassief in het "Parque Natural Macizo de Peña Cabarga", het ligt zo'n 10km ten zuidoosten van Santander in de gemeente Medio Cudeyo waar zo'n 7.500 mensen wonen. De gemeente bestaat uit tien plaatsen, waarvan Solares (4.000) de grootste is.
Peña Cabarga
In 2008 heeft de gemeenteraad besloten dat het natuurpark, waar in de 19e eeuw wat ijzermijnen werden geopend, maar verder vrijwel ongerept gebied is, meer toerisme moet aantrekken. Deze aankomst in de Vuelta is een onderdeel van deze PR campagne om meer bekendheid aan het park te geven. Het is echter niet de eerste keer dat men hier komt, in 1979 won de Spanjaard Ángel López del Álamo hier solo de dertiende na een lange vlucht. Een groepje van vijf met o.a. Lucien van Impe en Joop Zoetemelk kwam op 2:33 binnen, Zoetemelk veroverde de leiderstrui ten koste van de Fransman Christian Levavasseur en zou deze niet meer af staan.
De rit begint op de Castilliaanse hoogvlakte met ruim 50km "Spaans vlak", hierna duikt men in een afdaling van 9.1km á 4.4% van 1.000 naar 600 meter boven zeeniveau en volgt er nog eens 40km op en af met het eerste klimmetje van de dag: de Alto de Bocos (790m hoog, 3.1km á 6.5%) van derde categorie.
Na 98.8km begint de beklimming van de Portillo de la Lunada (1340m hoog, 8.7km á 5.7%) van tweede categorie, deze berg vormt de grens tussen de regio Castilla y León en provincie Burgos met de regio/provincie Cantabria. De renners laten de Castilliaanse hoogvlakte hier ook definitief achter zich. De afdaling (14km á 6.2%) brengt ze direct aan de voet van de volgende klim van tweede categorie, de Alto del Caracol (815m hoog, 5.1km á 7.4%). Op de top van de Caracal zijn er nog 51.4km te rijden, vrijwel voortdurend in een (licht) dalende lijn tot de voet van de slotklim op slechts 20 meter boven zeeniveau.
De Peña Cabarga is slechts 565m hoog, maar met een lengte van 6km en gemiddeld stijgingspercentage van 9% al lastig zat. De klim begint gelijk erg steil met percentages tot 16% in de eerste kilometer, hierna blijft het 2.5km rond de 9% omhoog lopen en krijgt men zelfs een korte afdaling om weer even op adem te komen. De laatste 2km zijn echter weer stevig bergop en met name de twee voorlaatste halve kilometers zijn verschrikkelijk steil met gemiddeldes van 12 en 14% en een steilste stuk van 19%. Een ideale aankomst voor de explosieve types, die in de eerste week ook al een paar keer op hun wenken werden bediend.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten