De Vuelta gaat ook zonder Igor Anton verder in "zijn" bergen, deel twee van het drieluik brengt het peloton naar Asturias waar Anton in 2008 ook al uit de ronde viel. Een historisch belangrijke regio waar de Reconquista begon en ook veel Vuelta historie is geschreven op bergen als de beruchte Angliru en de slotklim van vandaag: de Lagos de Covadonga.
De etappe start in Solares, met 4.000 inwoners de grootste plaats van de Cantabrische gemeente Medio Cudeyo (7.500) dat ook de slotklim van gisteren omvat. De gemeente bestaat verder uit negen kleine dorpjes waaronder Valdecilla, de officiële hoofdplaats van de gemeente met amper 800 inwoners.
Solares
Solares heeft een Romeinse oorsprong, maar stelde weinig voor tot het in de 19e eeuw een kuuroord werd, het mineraalwater uit de Fuencaliente bronnen zou een therapeutische werking hebben. Solares heeft o.a. hotels, thermen, een casino en diverse andere recreatievoorzieningen. Het Fuencaliente mineraalwater wordt ook gebotteld verkocht met als merknaam Solares.
Het kuuroord maakt haar debuut in de Ronde van Spanje en heeft geen bekende wielrenners voortgebracht, wel komt politicus Alfredo Pérez Rubalcaba (huidig Minister van Binnenlandse Zaken, voormalig Minister van Onderwijs) hier vandaan.
Het "Principado de Asturias" (Nederlands: Prinsdom Asturië) is de enige autonome regio van Spanje waar nog een adellijke titel aan verbonden is, de oude koninkrijken als Castilla, Aragón en Navarra werden in 1833 of eerder formeel ontbonden. De titel "Príncipe de Asturias" wordt gegeven aan de troonopvolgers van Spanje, zoals de "Prins van Oranje" in Nederland of "Hertog van Brabant" in België. De huidige Prins van Asturië is dan ook de oudste zoon van koning Juan Carlos: kroonprins Felipe. Felipe is toevallig getrouwd met een Asturische, Letizia zal tot ze koningin wordt ook de titel "Princese de Asturias" dragen.
Príncipe Felipe y Princese Letizia de Asturias
De regio heeft 1.1 miljoen inwoners (13e van Spanje) op een oppervlakte vergelijkbaar aan die van Gelderland + Noord Brabant (10e van Spanje) en ligt aan de Golf van Biskaje tussen Galicia en Cantabria. De hoofdstad Oviedo (224k) is een stuk kleiner dan de havenstad Gijón (278k) waar de etappe van morgen van start gaat. Gijón en Oviedo vormen samen met de derde stad Avilés (84k) en een aantal kleinere voorsteden het zevende stedelijke gebied van Spanje met in totaal zo'n 863.000 inwoners, ongeveer 80% van de Asturische bevolking.
Het Asturianu (Asturisch) is een taal die door ongeveer 450.000 mensen in Asturias en enkele gebieden over de grens met Castilla y León en Portugal gesproken wordt, waarvan zo'n 100.000 als moedertaal. Het is een soort overgangstaal tussen het Spaans (Castilliaans) en Portugees, maar heeft i.t.t. het Galicisch, Catalaans, Aranees en Baskisch geen officiële status in Spanje. Asturias, Oviedo en Gijón heten in deze taal Asturies, Uviéu en Xixón.
De Asturische hoofdstad Oviedo
Asturias is vernoemd naar de Astures, een Keltiberische (mix van Kelten en Iberiërs) stam die zich samen met de Keltische Cantabri het langst bleven verzetten tegen de Romeinen, ze werden pas na de Cantabrische oorlogen (29-19 v.C.) definitief onderworpen door keizer Augustus en zijn rechterhand Marcus Vipsanius Agrippa.
In 711 begon de Moorse invasie van het Iberisch schiereiland, ze veroverden in rap tempo vrijwel het gehele schiereiland en in 713 ook Asturias waar ene Manuza in Gijón als gouverneur werd aangesteld. De onherbergzame bergen ten oosten van Gijón waren echter moeilijk te controleren voor de Moren en werden een broeinest voor het verzet. In 718 begon de Visigotische edelman Don Pelayo een opstand en in het plaatsje Cangas de Onis wat als de stichting van het koninkrijk Asturias wordt beschouwd, het ministaatje en de paar opstandelingen waren niet meer dan een luis in de pels van de Moren ("wilde ezels" werden ze genoemd), maar na een paar jaar besloot men toch maar een legertje de bergen in te sturen om de opstand definitief de kop in te drukken.
De Moren ontmoetten Don Pelayo en zijn aanhangers in de legendarische Slag bij Covadonga (722), volgens de meest betrouwbare schattingen waren er 300 Asturiërs en 800 Moren in deze slag betrokken en konden slechts 11 Asturiërs (waaronder Don Pelayo) en 200 Moren het na vertellen, Manuza en zijn generaal Alqama werden in ieder geval gedood en de eerste christelijke overwinning sinds de Moorse invasie was een feit. De betrokken partijen hadden geen benul van de historische gevolgen van deze relatief kleine veldslag, maar de in 1492 voltooide Reconquista begon op die zomerdag in 722 bij Covadonga.
Standbeeld van Don Pelayo in Covadonga
Het koninkrijk Asturias zou na Covadonga gestaag groeien en het bergdorp Cangas de Onís was niet meer geschikt als hoofdstad, in 744 werd het hof verplaatst naar Pravia en in 761 besloot koning Fruela zelfs een geheel nieuwe stad te bouwen: Oviedo. Het koninkrijk zou op haar hoogtepunt het huidige Cantabria, Galicia, León en grote delen van Portugal beslaan. In 910 stierf koning Alfonso III en werd Asturias verdeeld over zijn drie zonen en opgesplitst in de koninkrijken Galicia, León en Asturias. De drie koningen streden echter meer tegen elkaar dan tegen de Moren tot koning Fruela II van Asturias in 925 als enige overbleef, hij koos echter León als nieuwe hoofdstad waardoor het koninkrijk Asturias ophield te bestaan.
Asturias was binnen León en later Castilla een afgelegen gebied en zou geen rol meer spelen in de Reconquista, Oviedo werd wel een belangrijke stopplaats op de bedevaartsroute naar Santiago de Compostela. In 1388 stichtte koning Juan I van Castilla het "Principado de Asturias", waar de regio haar huidige naam aan ontleent, om een geschil met de hertog van Lancaster (die rechten op de troon claimde) op te lossen. Hij regelde een huwelijk tussen zijn zoon Enrique en diens dochter Catharina en gaf ze de titel die sindsdien aan de troonopvolgers van de Castilliaanse en later Spaanse kroon wordt gegeven.
Catedral de San Salvador de Oviedo
In 1808 werd Spanje aangevallen en bezet door het Frankrijk van Napoleon Bonaparte. Asturias kwam als eerste provincie in opstand, gooide de Franse gouverneur de grens over en verklaarde zich onafhankelijk van koning Jozef Napoleon die door zijn broer op de Spaanse troon was gezet, bijna 1100 jaar na de Reconquista begon dus ook de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog in Asturias. De regio groeide in het restant van de 19e eeuw uit tot één van de belangrijkste industriegebieden van Spanje, vooral de havenstad Gijón en de steenkoolmijnen zorgden voor tienduizenden immigranten uit andere delen van het land.
In oktober 1934 brak een grote en gewelddadige opstand van linkse anarchisten en communisten (vooral mijnwerkers) tegen de kerk en rechtse regering uit. De regering stuurde generaal Franco naar het verre noorden om de Asturische revolutie neer te slaan, er vielen 3.000 doden in deze revolutie en meer dan 30.000 opstandelingen werden gevangen genomen. Het was een voorbode van de Spaanse Burgeroorlog die twee jaar later uitbrak, het kleine Asturias was met 16.000 doden en grote materiële schade één van de zwaarst getroffen regio's achter Madrid. De industrie van Asturias herstelde zich snel na de burgeroorlog, maar in de jaren '60 en '70 werden veel mijnen gesloten. De industrie is sindsdien flink afgenomen en het aantal inwoners is i.t.t. andere delen van Spanje ook niet of nauwelijks gegroeid in de afgelopen 30 jaar.
José Manuel Fuente
De grootste renner die Asturias ooit heeft voortgebracht is José Manuel Fuente, hij won in 1972 en 1974 de Vuelta, werd 2e in de Giro van 1972, 3e in de Tour van 1973, won ritten in alle grote rondes (9x Giro, 2x Tour, 3x Vuelta), pakte 4x op rij het bergklassement in de Giro (1971-1974) en was ook bergkoning in de Vuelta van 1972.
Zijn generatiegenoot Vicente López Carril (geboren in Galicia, maar opgegroeid en gestorven in Gijón) werd Spaans kampioen in 1974, won ritten in alle grote rondes (3x Tour, 1x Giro, 1x Vuelta) en reed maar liefst 9x top 10 in een grote ronde (o.a. 3e Tour 1974, 4e Giro 1972, 5e Vuelta 1976). Pedro Muñoz werd 2e in de Vuelta van 1981, bergkoning in de Giro van 1986 en won één rit in de Giro en de Vuelta.
In het huidige profpeloton is Olympisch kampioen Samuel Sánchez González (Euskaltel) de belangrijkste renner uit de regio, verder rijden ook José Luis Rubiera (Radioshack), Carlos Barredo (Quick Step), Luis Pasamontes (Caisse d'Epargne), Benjamin Noval en Daniel Navarro (Astana) in een PT/PCT ploeg. Santiago Pérez Fernandez (de op doping betrapte revelatie van de Vuelta in 2004) rijdt tegenwoordig voor het continentale Portugese ploegje Loulé - Louletano.
De Lagos de Covadonga zijn twee naast elkaar gelegen meren (Lago Enol en Lago Ercina) midden in het Picos de Europa gebergte. De hoogste top van dit gebergte, een onderdeel van de Cordillera Cantábrica, is 2648 meter hoog, maar de meren liggen op slechts iets meer dan 1100 meter boven zeeniveau. De klim begint in Covadonga (Asturisch: Cuadonga) in de gemeente Cangas de Onís (Asturisch: Cangues d'Onís). Cangas de Onís (de eerste hoofdstad van Asturias) heeft iets minder dan 7.000 inwoners en bestaat uit elf parochies, waaronder dus Covadonga waar slechts 58 mensen wonen.
Basílica de Santa María la Real de Covadonga
Het dorpje Covadonga staat tegenwoordig bekend om drie dingen: de klim naar Lagos de Covadonga (later meer), de Sancta Cueva de Covadonga, een grot waar Don Pelayo zich zou hebben verborgen voor de Moren en waar eeuwen later een graftombe werd gebouwd om zijn vermeende resten in te begraven en de monumentale "Basílica de Santa María la Real de Covadonga". De opvallende roze basiliek werd tussen 1877 en 1901 gebouwd, nadat de oude tempel bij de heilige grot was afgebrand, en behoort tot de Neo-Romaanse stijl.
De belangrijkste wielrenner uit deze dunbevolkte streek in het oosten van Asturias is José Angel Sarrapio (ritwinnaar Vuelta 1985 & Tour 1986).
Lagos de Covadonga
Lagos de Covadonga wordt ook wel "de Spaanse Alpe d'Huez" genoemd, mede door de lengte en het stijgingspercentage die vergelijkbaar zijn met de Alp, maar ook omdat men op geen berg zo vaak aankwam in de Vuelta als hier. Het is al de 17e keer dat men hier komt sinds Marino Lejarreta in 1983 Bernhard Hinault versloeg. De Bask werd opgevolgd door de Duitser Raimond Dietzen (1984), Spanjaarden Pedro Delgado (1985 & 1992), Álvaro Pino (1989), Juan Miguel Mercado (2001) en Eladio Jiménez Sánchez (2005), de Brit Robert Millar (1986), de Colombianen Luis Herrera (1987) en Oliverio Rincón (1993), de Fransman Laurent Jalabert (1994 & 1996) en de Russen Pavel Tonkov (1997), Andrei Zintchenko (2000) en als laatste Vladimir Efimkin in 2007.
In 2005 vochten Roberto Heras en Denis Menchov hier een duel uit om de eindzege in deze ronde, terwijl Carlos Sastre en Gilberto Simoni als enigen konden volgen. Heras sloeg er niet in om Menchov te lossen en Sastre en Simoni kregen wat ruimte om weg te rijden. Simoni bleek de sterkste, maar men kwam te laat om twee beste vroege vluchters nog terug te halen. Menchov leek na deze rit zijn Vuelta zege veilig gesteld te hebben, maar een dag later kwam een beruchte etappe naar Valgrande Pajares waar de Vuelta alsnog op zijn kop werd gezet.
Heras en Menchov in 2005
Vuelta 2005 - etappe 14
1 Eladio Jimenez Sanchez (Spa) Comunidad Valenciana 4.25.36
2 Iñigo Cuesta (Spa) Saunier Duval - Prodir 1.20
3 Gilberto Simoni (Ita) Lampre - Caffita 1.32
4 Carlos Sastre (Spa) Team CSC 1.37
5 Denis Menchov (Rus) Rabobank 1.44
6 Roberto Heras Hernandez (Spa) Liberty Seguros-Würth Team
De laatste beklimming in 2007 leverde minder spektakel op, een grote groep met o.a. Stijn Devolder reed de hele dag voorop om op de slotklim opgeslokt te worden door de groep der favorieten, Vladimir Efimkin was echter weggereden, won de rit en greep de leiderstrui tot Denis Menchov deze over zou nemen in de tijdrit.
Vuelta 2007 - etappe 4
1 Vladimir Efimkin (Rus) Caisse d'Epargne 4.39.56 (39.67 km/h)
2 Leonardo Piepoli (Ita) Saunier Duval - Prodir 1.06
3 Stijn Devolder (Bel) Discovery Channel Pro Cycling Team
4 Denis Menchov (Rus) Rabobank
5 Maxime Monfort (Bel) Cofidis - Le Crédit par Téléphone
De renners rijden in de eerste 29km onder Santander door naar Torrelavega (de stad van o.a. Oscar Freire en Juan José Cobo), slaan vervolgens rechtsaf richting de kust, waarbij o.a. Hinojedo (waar de gebroeders David en José Iván Gutiérrez Palacios vandaan komen) na 33km gepasseerd wordt om na 38km de kustplaats Suances te bereiken. Paolo Bettini won hier in 2008 een etappe. Het peloton volgt vanaf Suances de Cantabrische en na 88.7km Asturische kust tot het plaatsje Ribadesella op 46.9km van de streep. Via Cangis de Onis trekken de renners de "Picos de Europa" in waar de finale gereden wordt.
De Lagos de Covadonga (1120m hoog, 12.5km á 7.2% gem. en 15% max.) begint met zeven vrij steile kilometers die, op enkele makkelijkere stroken na, stijgen aan 9 á 11% met een uitschieter van 13% op de La Huesera strook. De grote verschillen zullen hier gemaakt moeten worden, want in de laatste 5km wordt de klim onderbroken door twee korte afdalingen langs de meren waar een renner die het moeilijk heeft weer wat kan herstellen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten