zondag 19 september 2010

Etappe 21: San Sebastián de los Reyes - Madrid (85km)

Het klassement is gemaakt, Vincenzo Nibali gaat zonder ongelukken deze Ronde van Spanje winnen en mag na de traditionele parade door Madrid de rode trui in ontvangst nemen. De ogen van de wielerwereld mogen zich nu op het WK in Australië richten, maar eerst moet er nog een sprintje gereden worden in de Spaanse hoofdstad.

San Sebastián de los Reyes is een voorstad van Madrid met 76.000 inwoners, het is vergroeid met Alcobendas (109k) en samen vormen ze een dubbelstad even ten noordwesten van het vliegveld Madrid-Barajas en 18km van het centrum van de hoofdstad.


Stadhuis San Sebastián de los Reyes

De stad is in 1492 gesticht door 32 inwoners van Alcobendas die zich na een dispuut met Juan Arias de Ávila (de bisschop van Segovia en heer van Alcobendas) bij een klooster even buiten de stad vestigden en om bescherming vroegen aan "los Reyes Católicos". Isabel van Castilla en Fernando II van Aragón gaven hier gehoor aan en stelden het nieuwe plaatsje onder direct gezag en bescherming van de kroon, vandaar de toevoeging "de los Reyes".

"Sanse", zoals de naam vaak afgekort wordt, leefde tot de jaren '50 van de vorige eeuw vooral van de landbouw en veeteelt en had in 1960 nog maar 3.350 inwoners. Sindsdien is het aantal inwoners zoals in veel plaatsen rondom Madrid enorm snel gestegen en is de stad een onderdeel van de Madrileense metropool geworden. Het heeft ook veel werkgelegenheid dankzij een groot bedrijventerrein met ten oosten van de stad, zo zijn o.a. de hoofdkantoren van de fastfoodketen Telepizza en de commerciële TV station Antena 3 (oudste en één na grootste van Spanje) hier gevestigd. Het "Plaza Norte 2" is een groot winkelcentrum met hierbij een megabioscoop en diverse andere uitgaansgelegenheden. De stad is sinds 2007 aangesloten op het metronetwerk van Madrid (lijn 10).


Plaza Norte 2

De stad is op sportgebied vooral bekend dankzij het "Circuito del Jarama", een racecircuit waar tussen 1968 en 1981 negen keer de Formule 1 GP van Spanje werd gereden. De damesvolleyballers van "Voley Sanse Mepaban" speelden lang op het hoogst niveau in Spanje, maar wonnen nooit een grote prijs en degradeerden in 2009. De voetbalclub Unión Deportiva San Sebastián de los Reyes speelde nooit hoger dan het derde niveau en degradeerde afgelopen seizoen naar het vierde niveau.
De bekendste wielrenners uit Sanse reden alle drie in een recent verleden voor Saunier Duval: de geschorste Rubén Lobato (16e Giro 2004), gestopte Miguel Ángel Martín Perdiguero (winnaar Volta a Catalunya en Clásica de San Sebastián in 2004) en nog actieve José Ángel Gómez Marchante (winnaar Vuelta al País Vasco 2006, 8e en 5e Vuelta 2005 en 2006) van Andalucía-Cajasur. In 2008 ging de slotrit van de Vuelta hier ook van start en won Matti Breschel de sprint in Madrid.


Madrid is natuurlijk de hoofdstad van Spanje en de "Comunidad de Madrid" die qua oppervlakte (vergelijkbaar met Gelderland + Overijssel), aantal inwoners (6.5m) en bevolkingsdichtheid (803 inw/km²) respectievelijk de 13e, 3e en 1e regio van Spanje is. De stad zelf heeft 3.3 miljoen inwoners en is daarmee na Londen de tweede stad (gemeente) binnen de Europese Unie, de agglomeratie telt 4.6 miljoen Madrilenen en het stedelijke gebied is met 6.2 miljoen mensen de derde van de EU achter Londen en Parijs. De regio telt naast Madrid nog negen (voor)steden met meer dan 100.000 inwoners, de belangrijkste zijn Móstoles (206k), Alcalá de Henares (205k), Fuenlabrada (198k), Leganés (186k), Alcorcón (168k) en Getafe (167k).
Madrid ligt centraal in Spanje aan de rivier de Manzanares en ten zuiden van het Sierra de Guadarrama gebergte.


Skyline van Madrid

Hoewel er op het huidige grondgebied van Madrid al enkele oudere nederzettingen waren, is Madrid zelf pas in de tweede helft van de negende eeuw gesticht. Emir Muhammad I van Córdoba liet aan de Manzanares een klein paleis en een citadel bouwen waaruit het stadje Al-Majrit zich ontwikkelde. Het behoorde in de elfde eeuw tot het Taifa rijk Toledo en werd in 1083, twee jaar eerder dan Toledo zelf, veroverd door Alfonso VI van Castilla. Hij liet de lokale moskee ombouwen tot een kerk ter ere van de heilige maagd Almudena. Op dezelfde plaats werd vanaf 1883 de "Catedral de la Almudena de Madrid" gebouwd, Madrid had hiervoor nog geen kathedraal omdat het tot het belangrijke aartsbisdom Toledo behoorde.


De kathedraal van Madrid

Madrid was lange tijd een stad van weinig betekenis binnen het koninkrijk Castilla, tot in 1375 het Armeense Koninkrijk van Cilicië (in het huidige Turkije) omver werd geworpen door de Egyptische Mamelukken. De Armeense koning Leo V vluchtte naar Castilla en werd daar in 1383 tot heer van o.a. Madrid uitgeroepen, na zijn dood kwam het weer direct onder de kroon van Castilla te staan. Koning Enrique III van Castilla bouwde in 1406 even ten noorden van de stad het El Pardo paleis, hiernaast werd in de zeventiende eeuw het kleinere Zarzuela paleis gebouwd, waar tegenwoordig koning Juan Carlos en koningin Sofia wonen.
Madrid zou in de vijftiende eeuw veel invloed krijgen in de Cortes Generales, een stedenraad en voorloper van het Spaanse parlement, en nadat koning Carlos I in 1516 de Castilla en Aragón formeel verenigde in Spanje concurreerde Madrid met het historisch veel belangrijkere Toledo en Valladolid om de hoofdstad van Spanje te worden. In 1561 zou dit lukken toen zijn zoon Felipe II (de koning van Hispanje uit het Wilhelmus) na een verwoestende brand in Valladolid zijn hof naar Madrid verplaatste. Hij bouwde ten noordwesten van de stad tussen 1563 en 1584 het immense El Escorial paleis, een UNESCO werelderfgoed waar het peloton gisteren nog langs reed.


El Escorial

Madrid was ondanks de hoofdstedelijke status nog lang niet de belangrijkste stad van Spanje, dit was zonder enige twijfel Sevilla van waaruit het immense koloniale rijk werd bestuurd, maar ook diverse andere steden bleven lange tijd groter dan Madrid. Het waren de koningen van het Franse huis van Bourbon die na de Spaanse successieoorlog de macht grepen en besloten dat de hoofdstad van hun rijk een grote uitstraling moest hebben zoals Parijs in hun thuisland. De eerste Bourbon koning Felipe V liet in 1738 het Palacio Real de Madrid bouwen. Dit werd de officiële residentie van de Spaanse koningen, al is dit in de praktijk slechts ceremonieel en worden meestal de paleizen buiten de stad zoals El Pardo, El Escorial of La Granja (waar hij zelf woonde) gebruikt als woning. De grootste expansie beleefde Madrid onder Carlos III die in de tweede helft van de 18e eeuw veel grote parken, brede lanen en statige gebouwen liet aanleggen die het huidige centrum van Madrid zo kenmerken.

Van 1808 tot 1813 werd Madrid bezet door Franse troepen, hierna zou het eigenlijk nooit meer rustig worden in de Spaanse hoofdstad. De kolonies streefden steeds meer naar onafhankelijkheid, terwijl de liberalen koning Fernando VII dwongen om de absolute monarchie af te schaffen, dit tot onvrede van de conservatieven. Er ontstond een politieke machtstrijd die zou voortduren tot de "Glorieuze revolutie" van 1868. Koningin Isabel II werd afgezet en in 1873 werd de eerste Spaanse republiek uitgeroepen, de republiek viel al na één jaar en de monarchie werd weer in ere hersteld met Alfonso VII als koning. Hij zou al snel sterven waarop zijn ongeboren (!) zoon Alfonso VIII koning werd, in 1886 werd hij op zijn geboortedag gekroond al bleef zijn moeder tot zijn 16e verjaardag regentes. Alfonso VIII steunde in 1923 de militaire staatsgreep van de fascistische generaal Miguel Primo de Rivera en zou hiervoor in 1931 afgezet worden, de tweede Spaanse republiek was een feit, maar in 1936 zou Emilio Mola weer een militaire staatsgreep proberen te plegen waaruit de Spaanse burgeroorlog voortkwam. Vanuit Spaans Marokko sloot generaal Franco zich bij het leger aan om uiteindelijk zelf de leider van de nationalisten te worden die heel Spanje veroverden en uiteindelijk in 1939 het laatste republikeinse verzet in Madrid braken. De hoofdstad was de zwaarst getroffen stad van de burgeroorlog en tienduizenden mensen verloren hun leven in de strijd in en rond de stad die drie jaar duurde.

Onder Franco zou Madrid explosief groeien, van 1.3 miljoen inwoners in 1940 tot 3.2 miljoen in 1975. Sindsdien is Madrid zelf niet of nauwelijks meer gegroeid, maar zijn er wel zo'n 3 miljoen mensen in de voorsteden bij gekomen. In 1975 overleed Franco en werd Juan Carlos, kleinzoon van Alfonso VIII, koning van Spanje. Franco had hem vanaf zijn jeugd onder zijn hoede genomen en het werd dan ook verwacht dat Juan Carlos zijn beleid zou voortzetten, maar niets bleek minder waar, Juan Carlos herstelde de democratie en hervormde het land tot de moderne staat die het nu is, waardoor het een volwaardig lid is van de NAVO, EU en andere internationale organisaties kon worden.

Madrid heeft veel universiteiten: de "Universidad Complutense de Madrid" is met 92.000 studenten de grootste universiteit van Spanje en werd in 1293 gesticht in de (toen veel belangrijkere) voorstad Alcalá de Henares, de school werd in 1499 een universiteit en in 1836 verplaatst naar de hoofdstad. Verder zijn de Autónoma (1968 - 32k), Politécnica (1971 - 40k) en Rey Juan Carlos (1996 - 27k) universiteiten het belangrijkst, hiernaast zijn er nog diverse kleinere en particuliere universiteiten.

De stad heeft na London en Parijs het grootste metronetwerk van Europa, de eerste ondergrondse treinen reden in 1919 en ondertussen zijn er 234 stations en dertien lijnen met een totale lengte van 282.5km. In de jaren '90 is Spanje begonnen met een ambitieus plan dat de hoofdstad vanuit elke regiohoofdstad op het vasteland binnen vier uur bereikbaar moet zijn, hiervoor bouwt men een netwerk voor hogesnelheidstreinen. Sevilla (1992), Toledo (2005), Valladolid (2007), Zaragoza (2003) en Barcelona (2008) zijn al bereikbaar, de lijn naar Valencia en Murcía is in aanbouw. Het belangrijkste vliegveld van de stad is Madrid-Barajas, de vierde luchthaven van Europa met 48 miljoen vervoerde passagiers in 2009.


De stadions van Real en Atlético

Op sportgebied staat de stad natuurlijk bekend om Real Madrid, de succesvolste club van Europa in zowel het voetbal als het basketbal. De voetbalclub werd op 6 maart 1902 opgericht, speelt sinds de invoering van de Primera División op het hoogste niveau en werd 31x kampioen van Spanje (record), het won 17x de Copa del Rey, 9x de EC1/CL (record), 3x de wereldbeker (gedeeld record) en 2x de UEFA Cup en speelt haar thuiswedstrijden in het "Estadio Santiago Bernabéu" waar ruim 80.000 mensen in passen. De basketbalafdeling is in 1932 opgericht, werd 30x kampioen, won 22x de beker en 8x de Europacup I (allen records), in het vorig jaar geopende "Caja Mágica" kunnen iets minder dan 12.500 toeschouwers plaats nemen.
Club Atlético de Madrid is in 1903 opgericht, speelde 71 (van de 80) seizoenen op het hoogste niveau en werd 9x kampioen van Spanje (voor het laatst in 1996). Het won verder 9x de Copa del Rey, de ECII in 1962 (de enige grote prijs die Real nooit won), de wereldbeker in 1974 (als vervanger van Europees kampioen Bayern München, dat niet wilde deelnemen) en afgelopen seizoen de Europa League (vervanger van de UEFA Cup). Het "Estadio Vicente Calderón" biedt plaats aan bijna 55.000 mensen. Rayo Vallecano de Madrid tenslotte is de derde club van de stad, werd in 1976 opgericht, speelde 12 seizoenen op het hoogste niveau, won geen grote prijzen en speelt tegenwoordig in de Segunda División in het "Estadio Teresa Rivero" met een capaciteit van 15.500.

De stad heeft verder nog veel te veel sportclubs, monumenten, bezienswaardigheden en beroemde personen voortgebracht om op te sommen. Er zijn boeken vol te schrijven over het Plaza Mayor, het Prado museum, de Puerta de Alcalá, het Teatro Real enzovoorts.

Puerta de Alcalá

De beste wielrenners uit de stad zijn Antonio Suárez (Vuelta: 3x top 10, winnaar 1959 & 5 ritzeges. Giro: 3e 1961 & 1 ritzege. 3x Spaans kampioen), José Martín Colmenarejo (2e Vuelta 1963, 1 ritzege Vuelta), Anselmo Fuerte (Vuelta: 4x top 10, 3e 1988 en 1990 & 1 ritzege. Tour: 8e 1987) en Eduardo Chozas (6e Vuelta 1983, 6e Tour 1990, 4x ritzege Tour, 3x ritzege Giro). De regio bracht verder nog o.a. de grote ronde winnaars Julián Berrendero (Vuelta 1941 & 1942), Carlos Sastre (Tour 2008) en Alberto Contador (Tour 2007, 2009 & 2010, Giro & Vuelta 2008) voort.
In het huidige profpeloton zijn Francisco Mancebo (Heraklion), Carlos Castaño (Xacobeo) en Daniel Moreno (Omega Pharma) de in Madrid geboren renners en uit de regio komen naast de al genoemde renners ook Marcos García Fernández (Xacobeo) en Pablo Lastras (Caisse d'Epargne) uit voor een PCT of PT team.

Madrid is uiteraard de meest bezochte stad in de Vuelta geschiedenis, er ging 48x een rit hier van start en het is de 66e aankomst in Madrid. De Spaanse hoofdstad was in de jaren '70 echter "persona non grata": tussen 1971 en 1978 werd Madrid slechts in 1973 aangedaan. In alle andere edities was er altijd wel minstens één etappe met start of finish in Madrid, overigens lang niet altijd als slotrit. In 1945 eindigde de ronde in Valladolid, van 1955 tot 1978 eindigde bijna elke editie in een Baskische stad (Bilbao, San Sebastián of het kleine Anoeta) of in 1977 in Miranda del Ebro, sindsdien waren er ook nog afwijkende slotritten naar Salamanca (1985), Jerez de la Frontera (1986) en als laatste Santiago de Compostela (1993).
De erelijst is bevat zes Nederlanders die hier de handen in de lucht mochten steken: Ab Geldermans (1962) na een solo, René Pijnen (1971) in een tijdrit en de sprinters Mathieu Hermans (1988), Jean-Paul van Poppel (1991), Max van Heeswijk (1997) en Jeroen Blijlevens (1999). Vorig jaar won André Greipel de slotrit, zijn ploegmaat Mark Cavendish is de gedoodverfde winnaar voor vandaag.




Het parcours doet eigenlijk niet ter zake, er zal toch niet gekoerst worden tot men de Paseo de la Castellana in Madrid bereikt. De organisatie heeft dit goed begrepen en er daarom een kort ritje van gemaakt. Het peloton komt al na 12.4km in Madrid aan en draait na 14.6km de Paseo de la Castellana op. Deze enorm lange boulevard ligt aan talloze moderne iconen zoals o.a. het Santiago Bernabéu stadion, het in de jaren '70 gebouwde zakendistrict AZCA (drie torens hoger dan 100 meter), de 115m hoge scheve twin towers "Puerta de Europa" en de afgelopen jaren zijn (op het oude trainingscomplex van Real Madrid) de "Cuatro Torres" verrezen, met hoogtes van 236 tot 250 meter de vier hoogste wolkenkrabbers in de Europese Unie buiten Frankfurt (al zijn er twee hogere torens in Londen in aanbouw).


De Puerta de Europa & Cuatro Torres

De renners rijden na 22.3km voor het eerst over de streep, er volgen dan nog elf rondjes van 5.7km over de verkeersas Paseo de la Castellana-Paseo del Recoletos-Paseo del Prado, nieuw is dat men ook een ommetje maakt over de Calle Gran Vía. De finish ligt zoals gebruikelijk bij het Plaza de Cibeles, vernoemd naar de fontein van de vruchtbaarheidsgodin Cybele. Het belangrijkste monument aan het plein is het Palacio de Comunicaciones, deze is tussen 1907 en 1909 gebouwd als het hoofdkwartier van de Spaanse posterijen, maar is tegenwoordig het stadhuis van Madrid. Het Palacio de Buenavista (hoofdkwartier Spaans leger) en de Banco de España (Centrale Bank van Spanje) staan ook aan dit plein, bovendien is het de vaste huldigingplaats van Real Madrid en werd ook de nationale ploeg hier afgelopen zomer gehuldigd na het winnen van het WK voetbal.


De Fuente de Cibeles en het Palacio de Comunicaciones

1 opmerking:

  1. Bedankt voor alle goede informatie, leuke historische wetenswaardigheden en mooie foto's.

    Tot wanneer?

    Groetjes Anke

    BeantwoordenVerwijderen