De koninginnenrit van deze Giro zou een loodzware etappe naar de beruchte Monte Zoncolan worden met als voorproefje de veel besproken Monte Crostis. Deze verschrikkelijke klim zou gevolgd worden door een paar kilometer onverhard op een plateau en een weliswaar verharde, maar naar verluidt bijzonder gevaarlijke afdaling. De Crostis is na alle discussies rondom de veiligheid van de afgelopen weken echter uit het parcours geschrapt, waardoor "slechts" de Monte Zoncolan overblijft als scherprechter.
Lienz (niet te verwarren met het veel grotere Linz in het noorden van Oostenrijk) is een stadje met 12.000 inwoners in het Bundesland Tirol waar zo'n 710.000 mensen wonen. Het is de hoofdstad van het Bezirk Lienz (50k) dat overeenkomt met het historische Oost Tirol, een gebied dat van de rest van (Noord) Tirol is afgesloten, omdat het tussenliggende Zuid Tirol na de Eerste Wereldoorlog geannexeerd werd door Italië (morgen meer hierover). Lienz ligt zo'n 115km ten zuidoosten van de hoofdstad Innsbruck (119k) en 20km ten noorden van de Italiaanse grens, de 2.023 meter hoge Hochsteinhütte is de hoogste berg binnen de gemeente en behoort tot de Lienzer Dolomieten in Gailtaler Alpen (niet de "echte" Dolomieten).
Lienz
De stad werd in 1030 gesticht onder de naam Luenzina en hoorde bij het (Friulische) Patriarchaat van Aquilea. In 1127 werd het onderdeel van het graafschap Görz (Gorizia) dat bestuurd werd door het Huis van Meinhardiner, onder hen zou het uitgroeien tot de tweede stad van het graafschap, mede door de gunstige ligging aan de handelsroute van Salzburg naar Italië. De Meinhardiner bouwden tussen 1257 en 1277 ook het bekendste monument van de stad, het Schloss Bruck is een kasteel dat tot 1500 als residentie van de Meinhardiner in Lienz zou dienen. Het is tegenwoordig een museum met veel schilderijen van 19e eeuwse schilder Albin Egger-Lienz, die uit een nabij gelegen dorpje kwam.
Het Huis van Meinhardiner stierf in 1500 uit, waarna het verdeeld werd over andere gebieden in het Heilige Roomse Rijk. Zo werd Lienz deel van (het Habsburgse graafschap) Tirol, waarin het de meest oostelijke stad was en is. In de Napoleontische tijd werd het Heilige Roomse Rijk in 1804 ontbonden, het Habsburgse deel werd het keizerrijk Oostenrijk dat in 1805 een legendarische nederlaag leed in de Slag bij Austerlitz waarna het o.a. Tirol moest afstaan aan het kersverse koninkrijk Beieren (bondgenoten van Napoleon). De stad werd in 1809 echter gescheiden van Tirol en geannexeerd door keizer Napoleon die het aan zijn Illyrische Provincies (grotendeels in Slovenië en Kroatië) toevoegde, in 1813 werd het weer heroverd door Oostenrijk en een jaar later na het Congres van Wenen herenigd met de rest van Tirol.
Schloss Bruck
Sindsdien Napoleon volgt Lienz de algemene Oostenrijkse geschiedenis: het keizerrijk werd in 1867 de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije, in 1818 verloren de Habsburgers na de Eerste Wereldoorlog de macht en werd Oostenrijk een republiek (o.a. Zuid Tirol ging verloren aan Italië) en in 1938 maakte het land de Anschluss bij Duitsland. Na de Tweede Wereldoorlog werd Oostenrijk tot 1955 bezet door de geallieerden (Noord Tirol door Frankrijk, Oost Tirol door het Verenigd Koninkrijk), hierna werd het weer een zelfstandige republiek wat het nu nog steeds is.
De plaatselijke voetbalclub Rapid Lienz speelt in de regionale amateurcompetities. De stad organiseert regelmatig een World Cup ski evenement op de nabij gelegen Lienzer Schlossberg, meestal een (reuzen)slalom voor dames. De Dolomitenmann is een estafettewedstrijd die bestaat uit vier onderdelen (hardlopen, paragliden, kajakken en mountainbiken).
De bekendste mensen uit Lienz zijn de 19e eeuwse schilder Albin Egger-Lienz en de skiërs Josef Stiegler (goud OS 1964 slalom & WK 1964 slalom, brons OS 1960 & 1964 reuzenslalom), Anton Steiner (brons OS 1984 afdaling) en Frits Strobl (goud OS 2002 afdaling & WK 2007 landenploegen). Lienz en Oost Tirol brachten geen bekende wielrenners voort, maar uit Noord Tirol komen o.a. Georg Totschnig (Tour: 7e 2004 + ritzege 2005. Giro: 5e 2002, 7e 2002 & 9e 1995. Vuelta: 6e 1996) en de actieve profs Thomas Rohregger en Stefan Denifl (Leopard-Trek).
Lienz was twee keer aankomstplaats in de Giro met zeges voor Michele Bartoli (1994) en Stefano Garzelli (2007), er gingen hier ook al drie ritten van start waaronder de rit naar de Monte Zoncolan in 2007 toen Gilberto Simoni de beste was.
Monte Zoncolan
De Monte Zoncolan (Fri: Çoncolan) is een 1.750 meter hoge berg met de top in de gemeente Ravascletto (Fri: Ravasclêt) waar amper 600 mensen wonen. Het ligt in de provincie Udine (541k) en regio (1.2m), zo'n 55km ten noordwesten van Udine. De berg behoort tot de Karnische Alpen, een bergketen in de Zuidelijke Kalkalpen ten oosten van de Dolomieten.
Het is bij ons wielerliefhebbers vooral bekend als de misschien wel zwaarste (slot)klim van het Europese wielrennen, maar de Zoncolan is ook een skioord. Het heeft 28km aan skipistes en is bereikbaar via drie wegen (vanuit Ovara, Sutrio en Priola) en met de kabelbaan vanuit Ravascletto.
Het is de vierde keer dat men aankomt op de Monte Zoncolan, de winnaar van vandaag is de opvolger van Gilberto Simoni (2003 & 2007) en Ivan Basso (2010). De berg werd echter in 1997 al beklommen in de Giro Donne, de Ronde van Italië voor dames. De Italiaanse Fabiana Luperini was toen de beste en zij zou net als Simoni in 2003 en Basso in 2010 ook de ronde winnen. De beklimmingen in 1997 en 2003 waren wel van de andere, minder zware, zijde.
Giro 2003 - etappe 12
De Zoncolan werd bij de eerste beklimming van de andere zijde beklommen. Gilberto Simoni reed op 3km van het einde weg van de concurrentie en won met een dikke halve minuut voorsprong op Stefano Garzelli, dit was ook één van de laatste dagen waarop Marco Pantani zich met de besten kon meten.
Simoni valt aan op de Zoncolan
Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=fMYP6NL045Y
1 Gilberto Simoni (Ita) Team Saeco 5.10.30 (36.328 km/h)
2 Stefano Garzelli (Ita) Vini Caldirola-SO.DI 0.34
3 Francesco Casagrande (Ita) Lampre 0.39
4 Yaroslav Popovych (Ukr) Landbouwkrediet-Colnago 0.42
5 Marco Pantani (Ita) Mercatone Uno - Scanavino 0.43
11 Michele Scarponi (Ita) Domina Vacanze-Elitron 1.45
Giro 2007 - etappe 17
De Saunier Duval ploeg viel vanaf de voet als collectief aan in een uiterste poging om Danilo di Luca te breken, di Luca wist op zijn eigen tempo echter het verlies goed te beperken en stelde zijn roze trui veilig. Simoni en een ijzersterke Leonardo Piepoli wisten pas in de laatste honderden meters met een jonge Andy Schleck af te rekenen, waarna beide veteranen met de armen in de lucht over de streep reden.
Ploegmaats Simoni en Piepoli waren de besten in 2007
Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=ymhQzwGH-BA
1 Gilberto Simoni (Ita) Saunier Duval - Prodir 3.51.52 (36.745 km/h)
2 Leonardo Piepoli (Ita) Saunier Duval - Prodir
3 Andy Schleck (Lux) Team CSC 0.07
4 Danilo Di Luca (Ita) Liquigas 0.31
5 Damiano Cunego (Ita) Lampre - Fondital 0.37
11 Vincenzo Nibali (Ita) Liquigas 2.08
27 David Arroyo Duran (Spa) Caisse d'Epargne 4.26
Giro 2010 - etappe 15
De klim begon met een aanval van Michele Scarponi die werd overgenomen door Basso waarna enkel Scarponi, Evans en Pinotti konden volgen. Pinotti moest er al snel af, Scarponi kon het tempo van Basso ook niet volgen en Cadel Evans wist zich lang in het wiel van Basso te nestelen, maar capituleerde uiteindelijk op 3.7km van de streep.
Ivan Basso reed vorig jaar iedereen kapot
Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=DYekva06HxI
1 Ivan Basso (Ita) Liquigas-Doimo 6:21:58
2 Cadel Evans (Aus) BMC Racing Team 0:01:19
3 Michele Scarponi (Ita) Androni Giocattoli 0:01:30
4 Damiano Cunego (Ita) Lampre-Farnese Vini 0:01:58
5 Alexandre Vinokourov (Kaz) Astana 0:02:26
6 Carlos Sastre Candil (Spa) Cervelo Test Team 0:02:44
7 Vincenzo Nibali (Ita) Liquigas-Doimo 0:03:07
8 Marco Pinotti (Ita) Team HTC - Columbia 0:03:20
9 Daniel Martin (Irl) Garmin - Transitions 0:03:31
10 John Gadret (Fra) AG2R La Mondiale 0:03:46
11 David Arroyo Duran (Spa) Caisse d'Epargne 0:03:50
17 Steven Kruijswijk (Ned) Rabobank 0:05:27
De parcoursinformatie is door het schrappen van de Monte Crostis onder voorbehoud, ik ga er op moment van schrijven van uit dat het parcours verder niet is aangepast.
De etappe begint met 45.1km vals plat waarbij het peloton na 31.8km weer terug in Italië is, vervolgens worden er kort achter elkaar twee bergjes van de derde en één van de tweede categorie beklommen. De volgende 40.7km zijn grotendeels (licht) bergaf en via een klimmetje van 5.2km á 7.1% (geen bergpunten) komt men na 154.4km in Ovaro aan. Dit stadje ligt aan de voet van zowel de Monte Crostis (1982m|14km|10.1% gem. en 18% max.) als de Monte Zoncolan (1730m|10.1km|11.9% gem. en 22% max.). Het plan was dus om de Crostis te nemen waarvan de afdaling ook weer in Ovaro uitkomt, maar deze lus van 45.5km is geschrapt waardoor men direct aan de Zoncolan kan beginnen.
Het begint allemaal nog relatief rustig met een stijgingspercentage van 6.2% aan de voet, een wat steilere kilometer en een stukje vals plat, maar hierna volgen direct vijf verschrikkelijke kilometers van gemiddeld 15.3% en stroken boven de 20%. De volgende kilometer is met 13% ook erg steil, de laatste twee zijn met respectievelijk 7.4% en 8.8% relatief normaal, al zit ook hier een strook van 18% in op een kilometer van het einde.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten