zondag 22 mei 2011

Etappe 15: Conegliano - Gardeccia/Val di Fassa (229km)

De ingekorte etappe van gisteren bleek dan toch geen koninginnenrit te zijn, maar de laatste rit voor de rustdag is deze eretitel ook zeker meer dan waard met vijf bergen, waaronder de "Cima Coppi" die de finale opent met drie steile beklimmingen in de laatste 75 kilometer.

Conegliano is met 36.000 inwoners de tweede stad van de provincie Treviso (884k) in de regio Veneto (5m). Het ligt aan de rivier de Monticano, zo'n 25km ten noorden van de provinciale hoofdstad Treviso (83k) en 30km ten zuiden van Belluno (37k) waar dinsdag de klimtijdrit wordt gereden, dan meer over Veneto.


Conegliano

Uit archeologisch onderzoek blijkt dat hier al een nederzetting moet zijn geweest in en voor de Romeinse tijd, maar deze plaats raakte in de vergetelheid. Conegliano zelf duikt pas in de 10e eeuw voor het eerst in de geschiedenisboeken op toen de bisschop van Belluno hier een fort liet bouwen bovenop de Colle di Giano. Het fort werd in de 12e eeuw vervangen door het Castello di Conegliano, maar dit kasteel is in de 18e eeuw grotendeels afgebroken voor het bouwmateriaal. Het deel dat nog wel overeind staat wordt tegenwoordig gebruikt als een museum.

Conegliano werd in 1153 veroverd door Treviso en in 1314 door de machtige Scaligeri van Verona, zij konden echter niet verhinderden dat de stad in 1337 als één van de eerste op het Italiaanse vasteland werd veroverd door de Venetiaanse Republiek. Venezia werd in 1797 veroverd door de Franse troepen van Napoleon die de republiek verdeelde tussen Franse vazalstaten en Oostenrijk, Conegliano lag in het gebied dat Oostenrijks zou worden en bleef dit tot de stichting van het koninkrijk Italië 150 jaar geleden.

De lokale economie draait vooral op de wijnbouw, de beroemde Prosecco wijn komt hier van oorsprong vandaan en zo'n 60% van de totale productie van deze Italiaanse "bubbelwijn" (+-150 miljoen flessen per jaar) komt uit het gebied van Conegliano en Valdobbiadene. De Prosecco wordt hier al honderden jaren geproduceerd en heeft een DOCG status (hoogste keurmerk voor Italiaanse wijnen), verder komen uit de streek ook de rode en witte Colli di Conegliano. In 1877 werd in Conegliano een Academie voor Wijnbouw en Oenologie gesticht, deze is verbonden aan de Universiteit van Padova. Tradiegetrouw wordt elk jaar in juni de Enodama georganiseerd, een damtoernooi waarbij de damstenen zijn vervangen door glazen gevuld met de wijnen van de streek.


Wijngaarden bij Conegliano

De dames van Spes Volley Conegliano speelden de laatste drie jaar op het hoogste niveau met een zevende plaats in het afgelopen seizoen als beste prestatie. De voetbalclub Union Conegliano San Vendemiano is een fusieclub die in 2004 ontstond uit AS Calcio Conegliano en AC San Vendemiano (uit een aan Conegliano vastgegroeid dorpje), het oude Conegliano kwam nooit verder dan de Serie C en de huidige fusieclub komt uit in de regionale amateurcompetitie van Veneto.

De bekendste zoon van Conegliano is zonder twijfel voetballer Alessandro Del Piero, de 36-jarige schaduwspits begon bij de jeugd van AC San Vendemiano en kwam via Padova in 1993 bij Juventus terecht waar hij nu nog steeds voor speelt. "Alex" is met 285 goals in 676 wedstrijden de topscorer aller tijden voor "de Oude Dame" en pakte vijf Scudetti, één Coppa Italia en in 1996 de Champions League en Wereldbeker. In de Italiaanse nationale ploeg kwam Del Piero tot 27 goals in 91 wedstrijden, hij speelde op alle EK's en WK's tussen 1996 en 2008 met als hoogtepunt het gewonnen WK van 2006 waar hij scoorde in de halve finale tegen Duitsland en in de finale tegen Frankrijk de vierde strafschap raak schoot in de penaltiereeks.
Andere bekende Conegliani zijn o.a. de 15e/16e eeuwse Renaissance schilder Giovanni Batista Cima da Conegliano, de politici Luca Zaia (Minister van Landbouw 2008-2010, huidig president van de regio Veneto) en Maurizio Sacconi (huidig Minister van Arbeid) en voetballer Marco Donadel (brons OS 2004, middenvelder Fiorentina).


Alessandro Del Piero

De bekendste wielrenner van Conegliano is Marzio Bruseghin (Movistar) die net als Mauro Da Dalto (Liquigas) afwezig is in deze Giro, Sacha Modolo (Colnago) ging wel van start maar moest afgelopen vrijdag opgeven. In het verleden werd de stad vertegenwoordigd door o.a. Pietro Zoppas (ritzege Giro 1964).
De provincie Treviso heeft naast de drie man uit Conegliano ook nog oud-wereldkampioen Alessandro Ballan (BMC), Marco Bandiera (Quick Step), Mirco Lorenzetto (Astana), Tiziano Dall'Antonia (Liquigas), Matteo Tosatto (Saxobank) en Oscar Gatto (Farnese), de laatste drie doen ook mee in deze Giro. In het verleden bracht deze wielerprovincie veel te veel goede renners voort om allemaal op te noemen, maar de belangrijkste waren Giorgio Furlan (Italiaans kampioen 1990, ritzege Giro 1992 & 1993, Waalse Pijl & Ronde van Zwitserland 1992, Tirreno-Adriatico & Milano-Sanremo 1994) en de eerste Italiaanse Tourwinnaar Ottavio Bottecchia (Tour: 1e 1924 & 1925, 2e 1923 + 9 ritzeges. Giro: 5e 1923).

Conegliano is twee keer aankomstplaats geweest in de Giro, Pierino Gavazzi (1977) en Mario Cipollini (2002) wonnen hier. Het is vandaag de derde keer dat hier een rit van start gaat, de laatste keer was in 2002 toen de Mexicaan Julio Alberto Pérez Cuapio de rit naar Corvara in Badia op zijn naam schreef. De stad organiseerde vorig jaar ook het Italiaans kampioenschap wielrennen waar Giovanni Visconti de titel veroverde.


De Giro karavaan trekt voor deze aankomst bergop naar de autonome regio Trentino-Alto Adige (Duits: Trentino-Südtirol) waar iets meer dan één miljoen mensen wonen op ruim 13.600km² waarmee het de 16e en 11e regio van Italië is. De hoofdstad is Trento (Duits: Trient) en heeft 116.000 inwoners, in de tweede stad Bolzano (Duits: Bozen) wonen 104.000 mensen. De regio is verdeeld in twee provincies: Trento (529k) en Bolzano (508k).


Trento

Na het uiteenvallen van het Romeinse rijk werd het zuiden van de huidige regio het Longobardische hertogdom Tridentium (het huidige Trento), terwijl het noorden in handen van de Germaanse Alemanni en Bavarii stammen viel. Karel de Grote bracht Trento onder in het markizaat Verona, de Germaanse gebieden werden verenigd in het hertogdom Beieren. In 1027 schonk de keizer de gebieden rondom Trento en Brixen (Ita: Bressanone) aan de prins-bisschoppen van deze plaatsen, terwijl de rest in het graafschap Tirol werd ondergebracht en dus Oostenrijks werd. In 1803 werden de overgebleven (en Italiaanstalige) bisdommen geannexeerd door Oostenrijk.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog probeerde de Entente (geallieerden) om het neutrale Italië aan hun zijde te krijgen door het de Italiaanstalige gebieden in Oostenrijk te beloven. Italië had hier wel oren naar en verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog. Het gebied dus inderdaad Italiaans na het Verdrag van Saint-Germain in 1918, maar de nieuwe grens lag echter een stuk noordelijker dan de taalgrens. De fascisten doopten het gebied om in "Venezia Tridentina", de Duitse taal werd verbannen uit het openbare leven, plaatsnamen werden veranderd en Italianen uit de rest van het land werden gestimuleerd om zich hier te vestigen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de politiek veranderd en in 1947 kreeg de regio een autonome status, werd Duits (naast het Italiaans) weer een officiële taal en werd de naam veranderd naar Trentino-Alto Adige of in het Duits Tiroler Etschland, naar de rivier de Adige (Duits: Etsch) die door het gebied stroomt. In 1971 werd er een verdrag tussen Italië en Oostenrijk gesloten waarbij de provincie Bolzano/Bozen nog meer autonomie kreeg en de naam Südtirol weer gevoerd mocht worden, terwijl Oostenrijk haar claim op het gebied definitief zou laten varen.

In de gehele regio spreekt ongeveer 60% van de bevolking Italiaans als moedertaal, 35% Duits en 5% Ladinisch. In de provincie Trento is het echter meer dan 90% Italiaans en in de provincie Bolzano bijna 70% Duits.


Francesco Moser

De belangrijkste wielerkoersen zijn de Giro del Trentino (2.HC), een zware rittenkoers in april waar Michele Scarponi dit jaar de beste was, en de eendagskoers Trofeo Melinda (1.1) die vorig jaar in augustus door Vincenzo Nibali gewonnen werd.

Francesco Moser is de grootste wielrenner die de regio heeft voortgebracht. Een greep uit zijn erelijst: 2x werelduurrecord, WK individuele achtervolging (1976), WK weg (1977), 3x Italiaans kampioen (1975, 1979, 1981), 3x Paris-Roubaix (1978, 1979, 1980), 2x Giro di Lombardia (1975, 1978), Milano-Sanremo (1984), Paris-Tours (1974), Züri-Metzgete (1977), Flèche Wallonne (1977), Gent-Wevelgem (1979), 2x Tirreno-Adriatico (1979, 1980), Volta a Catalunya (1978), 2 ritten in de Vuelta en de Tour. In de Giro won Moser 22 ritten en 4x het puntenklassement (gedeeld record met zijn eeuwige rivaal Giuseppe Saronni). Hij droeg ook 57 dagen de roze trui, enkel Binda en Eddy Merckx deden beter, maar won de ronde alleen in 1984. Moser werd nog wel 3x tweede en 2x derde.

De andere regionale toppers van weleer zijn Maurizio Fondriest (WK 1988 en in 1993: Tirreno-Adriatico, Milano-Sanremo, Flèche Wallonne & Züri-Metzgete) en de vorig jaar gestopte Gilberto Simoni (Giro 2001, 2003 + 8 ritten, 1 rit Tour, 2 ritten Vuelta). Verder wonnen Claudio Michelotto (Tirreno 1968) en Leonardo Bertagnolli (Clasica San Sebastian 2007) een grote koers. De zes actieve profs uit de regio zijn allemaal afwezig in deze Giro: Manuel Quinziato (BMC), Andrea Piechele (Colnago), Alessandro Bertolini (Androni), Cesare Benedetti (Team NetApp), Leonardo Bertagnolli (Lampre) en Daniel Oss (Liquigas). Quinziato is de enige uit de provincie Bolzano, de rest komt uit de provincie Trento.


Het Rifugio Gardeccia is een herberg op 1.949m boven zeeniveau horende bij het plaatsje Pera di Fassa in de gemeente Pozza di Fassa (2k) in de provincie Trento (529k) en de regio Trentino-Alto Adige (1m). Het ligt in de Catinaccio groep (Rosengarten-Gruppe) in de Dolomieten, de hoogste top van de Catinaccio groep is de Catinaccio d'Antermoia (3.002m).


Rifugio Gardeccia

De herberg is begin vorige eeuw begonnen door ene Giuseppe Desilvestro, een herder die inspeelde op het opkomende toerisme door dit onderkomen voor de toeristen te bouwen. Het wordt nog altijd gerund door de familie Desilvestro en heeft 43 bedden verdeeld over 20 kamers. Je kunt vanuit hier nog verder naar boven rijden over een onverharde weg waarbij je nog enkele andere herbergen tegen komt, zoals het Rifugio Vajolet (2.243m).

De Val di Fassa is een vallei in het noordoosten van de provincie Trento, de rivier de Avisio stroomt door deze vallei die wordt omringd door bergmassieven als de Marmolada, Sella en Catinaccio. Er wonen zo'n 9.500 mensen en zo'n 60 tot 75% hiervan spreekt Ladinisch als moedertaal, een taal verwant aan het Friulisch en het Reto-Romaans dat in delen van Zwitserland wordt gesproken. In het hele Ladinsche taalgebied wonen zo'n 55.000 mensen die deze taal spreken, Val di Fassa (Ladinisch: Val di Fascia) is de enige streek in de provincie Trento waar deze taal dominant aanwezig is, de meesten wonen in de provincie Bolzano (waar de taal een officiële status heeft) en er is ook een groep in Veneto. In Vigo di Fassa (Ladinisch: Vich de Fascia) vlak bij de voet van de slotklim staat een museum gewijd aan de Ladinische taal en cultuur.





De koninginnenrit begint nog met 28.8 vrijwel vlakke kilometers, waarin de provincie Treviso (Veneto) wordt verlaten voor de provincie Pordenone (Friuli-Venezia Giulia), alvorens de eerste klim van de dag opdoemt: de Piancavallo (1290m|13.7km|8.3% gem. en 14% max.) van eerste categorie. Deze klim is vooral in de eerste zes kilometer erg steil, een ideale klim om een sterke kopgroep op te formeren met klimmers op achterstand die op jacht gaan naar punten voor de bergtrui en misschien wel de ritzege.




Na de Piancavallo volgen 70 relatief makkelijke kilometers met een afdaling en wat op en af, de renners rijden hier ook de provincie Belluno weer terug in Veneto binnen waar het grootste deel van de etappe wordt afgelegd. De eerste klim in Zuid Tirol is de Forcella Cibiana (1530m|10.2km|7% gem. en 12% max.). De F.C. is vooral in de tweede helft van de klim lastig, maar valt op een punt in het parcours waar waarschijnlijk weinig bijzonders zal gebeuren.




Een afdaling van 10.5km en een stuk vals plat van zo'n 22km brengt de karavaan naar Cortina D'Ampezzo, de stad waar in 1956 de Olympische Winterspelen werden georganiseerd en de finale van deze koninginnenrit kan beginnen met drie zware beklimmingen in iets minder dan 75km.

De Passo Giau (2236m|15.9km|6.5% gem. en 16% max.) opent de finale en is de Cima Coppi van deze Giro, oftewel het dak van de ronde waar dubbele bergpunten zijn te behalen. Deze lange beklimming begint niet zo lastig met "slechts" 6.3% over de eerste 5km en hierna zelfs een korte afdaling en wat vals plat. De laatste 8.75km zijn een stuk steiler met stijgingspercentages rond de 8% en een dikke anderhalve kilometer boven de 10%.




De afdaling van de Giau is met 15.8km aan gemiddeld 7.8% pittig en in 2008 was het een jonge Vincenzo Nibali die hier uit de groep der favorieten ontsnapte en meer dan een minuut weg reed van de groep Contador. De debuterende Siciliaan viel echter stil op de slotklim van de dag, dezelfde klim die ook dit jaar op de Giau volgt.

De Passo Fedaia (2057km|13.4km|7.9% gem. en 18% max.) begint met ruim 5km veredeld vals plat, op een steile tweede kilometer van bijna 10% na. De volgende drie kilometer zijn met gemiddeld 7.9% steil, maar nog niets vergelijken bij de laatste 5.4km waar het stijgingspercentage waardes van rond de 11 tot 12% bereikt met een piek van 18%. De grote vraag is of iemand bij de favorieten hier durft aan te vallen met op de top nog 27.6km tot de finish en 21.4km tot de slotklim.

Michele Dancelli (1970) en Emanuele Sella (2008) wonnen een rit met aankomst op de Fedaia, ook Johan van der Velde (1987) pakte hier ooit de bergpunten.




De slotklim naar het Rifugio Gardeccia (1948m|6.2km|10% gem. en 16% max.) begint gelijk met een knallende kilometer 1150 meter van gemiddeld 12 en maximaal 16%. De volgende 700 meter zijn met 6% relatief makkelijk, vervolgens wacht de renners 3.2km onregelmatige kilometer van gemiddeld 8.9% al zitten er stukken van net boven de 4 en ruim boven de 11% tussen.
De laatste 1.1km is weer verschrikkelijk steil met 13.8% gemiddeld, 16% maximaal en de laatste 100 meter zijn zelfs onverhard.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten