Dit is de eerste etappe van de ronde die start in de aankomstplaats van een dag eerder, voor een beschrijving van Orvieto verwijs ik dan ook naar de voorbeschouwing van etappe 7.
De aankomst ligt vandaag in de hoofdstedelijke regio Lazio (Ned: Latium). Het is de derde regio van Italië en heeft ruim 5.7 miljoen inwoners, waarvan bijna 2.8 miljoen in de regionale en Italiaanse hoofdstad Roma (Ned: Rome), de enige andere grote stad is Latina (118k). Lazio is verdeeld in vijf provincies: Roma (4.2m), Latina (553k), Frosinone (498k), Viterbo (320k) en Rieti (160k).
Forum Romanum, het centrum van de Romeinse macht
De geschiedenis van Lazio is met een hoofdstad als Roma natuurlijk enorm, maar ik zal voor het gemak een korte versie geven. Vanaf ongeveer 1000 v.C. leefde hier een volk dat zich de Latini noemden, dit volk werd sterk beïnvloed door de andere Italische volken zoals de Etrusken in het noorden en ook door de Grieken die het zuiden van Italië koloniseerden. In 753 v.C. stichtten (volgens de legende) Remus en Romulus de stad Roma, dat in 616 v.C. onder het bestuur van Etruskische koningen kwam die in 509 v.C. weer werden verdreven. De Romeinse Republiek en het hierop in 27 v.C. volgende Romeinse keizerrijk groeide uit tot één van de grootste en belangrijkste rijken in de wereldgeschiedenis.
Het rijk verspreidde de Latijnse taal en later ook het christendom over Europa, maar ging in 476 definitief ten onder aan "barbaarse" invallen. De opkomst van christendom zette zich echter door, waardoor de paus als leider van de kerk veel macht kreeg. In 752 kreeg hij van de Franken de Kerkelijke Staat toegewezen dat een groot deel van centraal Italië en dus ook Lazio besloeg, deze staat zou (met korte onderbrekingen) tot 1870 bestaan waarna het werd opgenomen in het verenigde Italië. Roma werd na Torino en Firenze de derde hoofdstad van dit nog jonge koninkrijk en is dat sindsdien gebleven. In 1929 sloten de paus en Mussolini het Verdrag van Lateranen, waarbij de paus een nieuwe Kerkelijke Staat kreeg: Vaticaanstad.
Vaticaanstad
De belangrijkste wielerkoers van de regio is de Giro del Lazio, een semiklassieker in verval. Het was begin deze eeuw nog een koers met dezelfde UCI status als o.a. Gent-Wevelgem, Waalse Pijl en GP Plouay nét onder de wereldbekerkoersen, maar werd i.t.t. die koersen niet opgenomen in de ProTour. De koers werd in 2009 zelfs gedegradeerd van 1.HC naar 1.1, maar zou dat jaar en ook vorig jaar uiteindelijk niet eens gereden worden. Francesco Masciarelli won de laatste editie in 2008, dit jaar staat de koers vooralsnog op 10 september gepland.
Lazio heeft opvallend genoeg nooit een échte topwielrenner voortgebracht, de enige grote overwinningen zijn eindzeges in de Tirreno-Adriatico van Stefano Colagè (1995) en Roberto Petito (1997). De actieve profrenners uit de regio zijn Alessandro Proni (Acqua & Sapone), Alfredo Balloni (Lampre), Emanuele Vona en Leonardo Giordani (Farnese), Stefano Pirazzi (Colnago) en Valerio Agnoli (Liquigas). De laatste drie doen ook mee in deze Giro.
De aankomstplaats Fiuggi (ook wel Fiuggi Fonte of Fiuggi Terme genoemd) is een kuuroord met net geen 10.000 inwoners in de provincie Frosinone (498k) en regio Lazio (5.7k). Het is gebouwd op een heuvel aan de voet van de Apennijnse bergketen Monti Ernici, zo'n 20km ten noordwesten van Frosinone en 70km ten oosten van Roma.
Fiuggi
Fiuggi is waarschijnlijk ergens tussen de 8e en 6e eeuw v.C. gesticht onder de naam Felcia door het Latijnse volk de Ernici dat na een mislukte opstand in 367 v.C. definitief de autonome status verloor waarna hun cultuur al snel zou opgaan in de Romeinse. Het plaatsje dat een paar keer van naam veranderde (o.a. Fons Arilla en Anticoli) was nooit van veel belang, al waren de mineraalwaterbronnen wel al bekend bij de Romeinen.
In de late 13e eeuw werden de bronnen "herontdekt" toen Benedetto Caetani uit het nabij gelegen dorp Anagni de nieuwe paus werd. Als paus Bonifatius VIII schreef hij de bronnen van Anticoli geneeskrachtige werkingen toe, zo zou baden in het water hier helpen tegen nierstenen. Het werd hierna een kuuroord waar twee eeuwen later ook o.a. de beroemde kunstenaar Michelangelo verbleef in de hoop dat het water zou helpen tegen de nierstenen.
De naam werd in 1872 veranderd in Anticoli di Campagna om het te onderscheiden van andere plaatsen genaamd Anticoli, Campagna is de naam van de streek en een voormalige provincie binnen de Kerkelijke Staat. In 1911 kreeg de plaats dezelfde naam als de waterbronnen: Fiuggi. In 1913 werd het "Grande Albergo Palazzo della Fonte" geopend, een luxueus hotel waar o.a. de Italiaanse koninklijke familie graag vertoefde. Een jaar later werd in dit hotel een verdrag getekend waarbij Italië zich neutraal verklaarde in de Eerste Wereldoorlog, al sloten de Italianen zich een jaar later alsnog aan bij de geallieerden.
Het beroemde hotel in Fiuggi
De bekendste inwoner van de stad rijdt vandaag in het peloton: Valerio Agnoli van Liquigas is hier niet geboren, maar wel opgegroeid en hij zal ongetwijfeld extra gemotiveerd zijn om zich te tonen voor zijn thuispubliek. Stefano Pirazzi (Colnago) en de afwezige Emanuele Vona (Farnese) komen ook uit de provincie Frosinone die in het verleden o.a. Nello Troggi (ritzege Giro 1937), Luigi Sgarbozza (ritzege Giro 1968 & Vuelta 1969), Franco Vona (Giro: 6e 1992 + 3 ritzeges) en de recente prof Francesco de Bonis (o.a. Gerolsteiner) voortbracht.
Fiuggi is voor de zevende keer aankomstplaats in de Giro, er waren hier ritzeges voor Walter Generati (1940), Italo De Zan (1948), de Belg Willy Schroeders (1962), Tullio Rossi (1973), de Spanjaarden Juan Fernández Martín (1980, ook toen begon de rit in Orvieto) en Laudelino Cubino (1994) en als laatste Enrico Zaina (1996). Die etappe van Laudelino Cubino in 1994 was ook de laatste van de vijf ritten die hier van start gingen.
Het peloton krijgt direct vanuit de start een klimmetje voor de wielen, al stelt het niet veel voor en er zijn ook geen bergpunten op te verdienen. De afdaling brengt de renners in de regio Lazio en provincie Viterbo waar na ruim 40 kilometer de enige helling die meetelt voor de bergprijs wordt beklommen: de Soriano del Cimino (450m|4.5km|4.2% gem. en 9% max.).
De lastige openingsfase zal waarschijnlijk een kopgroep met sterke renners opleveren die verder door de provincies Viterbo, Roma en Frosinone trekken over glooiende wegen en klimmetjes die niet meetellen voor de bergprijs. Het lastigste klimmetje is wellicht de voorlaatste (405m|1.9km|9.5%) op 23.7km van de streep.
De slotkilometers zijn ook niet makkelijk met een klim van 5.2km á 4.4% op 5.5km van de streep, gevolgd door wat kilometers vals plat en een laatste halve kilometer met een stijgingspercentage van 4%. Een finale die zowel goed klimmende sprinters als explosieve heuvelrenners moet liggen, al hebben vroege vluchters ook kans van slagen in deze etappe.
Je site is prima leesbaar op mijn Android. Ideaal om in bed nog ff te checken voor het slapen gaan .
BeantwoordenVerwijderen