zondag 15 mei 2011

Etappe 9: Messina - Etna (169km)

Het peloton is op Sicilia gekomen waar in de achtertuin van Vincenzo Nibali de vulkaan de Etna het decor is van de tweede bergetappe. De Etna wordt twee keer beklommen en zal voor het nodige vuurwerk gaan zorgen, maar of de Giro hier al écht zal exploderen is nog maar vraag.

Sicilia (Ned: Sicilië) is met een oppervlakte van ongeveer 26.700 km² (ruim 60% van Nederland) de grootste regio van Italië en het grootste eiland in de Middellandse Zee, er wonen zo'n vijf miljoen Sicilianen waarmee het de vijfde regio van het land is. De hoofdstad Palermo (656k) is ook de vijfde stad van het land, andere grote steden zijn Catania (294k), Messina (243k) en Siracusa (124k). De regio is één van de vijf Italiaanse regio's met een autonome status en is verdeeld in negen provincies: Palermo (1.3m), Catania (1.1m), Messina (653k), Trapani (436k), Agrigento (454k), Siracusa (403k), Ragusa (318k), Caltanissetta (272k) en Enna (173k).


Palermo

De oorspronkelijke bewoners van Sicilia waren de Elymi in het westen, Sicani in het midden en Siculi in het oosten, het eiland is naar die laatste groep vernoemd door de oude Grieken die het oosten vanaf de 8e eeuw v.C. koloniseerden met als belangrijkste stad het in 734 v.C. gestichte Siracusa. Zij waren echter niet de enige kolonisten op het eiland, want het westen werd gekoloniseerd door de Feniciërs die o.a. Palermo stichtten. De Feniciërs uit het huidige Libanon stichtten in het huidige Tunesië ook Carthago, wat zou uitgroeien tot een veel machtigere staat dan het oorspronkelijke moederland en de controle over zowel de Fenicische als de meeste Griekse kolonies zou overnemen.

In de 3e eeuw v.C. heersten de Carthagen over heel Sicilia m.u.v. Siracusa en Messina, terwijl beide Griekse steden ook met elkaar overhoop lagen. In 264 v.C. gingen de Romeinen zich met de Siciliaanse toestanden bemoeien, wat leidde tot de eerste Punische Oorlog die 23 jaar duurde. De Romeinen wonnen en namen de controle over heel Sicilia m.u.v. Siracusa over, die stad volgde tijdens de Tweede Punische oorlog in 212 v.C. na een tweejarig beleg waarbij o.a. Archimedes, de misschien wel beroemdste Siciliaanse Griek, om het leven kwam. Sicilia was de eerste Romeinse provincie buiten Italia (dat destijds slechts op het vasteland sloeg) en zou met Siracusa als hoofdstad in ruim 600 jaar Romeinse overheersing altijd een sterk eigen karakter behouden met de Griekse cultuur en taal die dominant bleef.


De Griekse tempels van de "Valle dei Templi" bij Agrigento

Sicilia werd tijdens het instorten van het Romeinse rijk veroverd door de Vandalen (440), hierna volgden de Ostrogoten (488) en Byzantijnen (552). In 652 werd het eiland voor het eerst aangevallen door Islamitische troepen, aanvankelijk vooral om de rijke steden te plunderen, maar vanaf 827 gingen ze zich na definitief op Sicilia vestigen. Palermo viel in 831 en werd de hoofdstad van het Islamitische Sicilia, in 965 was het hele eiland veroverd en werd het Emiraat van Sicilië gesticht.

Het Emiraat werd tussen 1061 en 1091 veroverd door de Noormannen die er een graafschap en vanaf 1130 koninkrijk stichtten. De Noormannen veroverden in 1137 ook Napoli, de verdere geschiedenis van de Siciliaanse/Napolitaanse koninkrijken heb ik vorige week al uitvoerig beschreven toen de Giro in Campania was. In vogelvlucht: Sicilia kwam in handen van Duitsers (1197), Fransen (1266) en uiteindelijk Aragonesen (1282) waarna het koninkrijk in twee stukken scheurde. Het eiland bleef op enkele korte onderbrekingen na altijd Aragonees/Spaans en in 1816 werden de koninkrijken van Napoli en Palermo weer herenigd in het Koninkrijk der Beide Siciliën met Napoli als hoofdstad.

De nationale held van Italië Giuseppe Garibaldi veroverde het Koninkrijk der Beide Siciliën in 1860 en 1861 met de legendarische "Spedizione dei Mille" (Expeditie van de Duizend). Duizend vrijwilligers vertrokken op 5 mei 1960 vanuit de haven van Genova naar Sicilia waar zij op 11 mei aankwamen in Marsala, de meest westelijke stad van het eiland. Vanuit daar werd Sicilia razendsnel veroverd door Garibaldi en zijn "Mille", met de steeds groeiende steun van de lokale bevolking die het heersende Huis van Bourbon beu was. Palermo viel op 28 mei en Messina op 26 juni. Hierna zette de Expeditie zich voort op het vasteland op weg naar Napoli dat in 1861 werd veroverd, wat de weg opende voor de stichting van het koninkrijk Italië precies 150 jaar geleden.


Giuseppe Garibaldi

Sicilia heeft geen grote profkoersen, de Giro della Sicilia werd in 1977 voor het laatst gereden terwijl de Settimana Ciclista Internazionale in 1999 is verplaatst naar Emilia-Romagna. Dit jaar staat er echter weer een nieuwe Siciliaanse koers op de UCI kalender, de Giro della Regione Sicilia (2.1) van 7 tot 9 september.

Het eiland heeft weinig grote wielrenners voort gebracht en de tot voor kort grootste twee waren ook nog eens emigranten die voor een ander land reden: Pino Cerami (Paris-Roubaix & Waalse Pijl 1960) voor België en Edouard Fachleitner (Dauphiné 1948, Romandie 1950) voor Frankrijk. Vorig jaar rekende Vincenzo Nibali hier echter voorgoed mee af door de Vuelta a España op zijn naam schrijven, de Liquigas kopman is de aanvoerder van een sterke lichting Siciliaanse wielrenners met verder Cristian Benenati (De Rosa), Gianluca Mirenda (Farnese), Santo Anzà (Vacansoleil), Damiano Caruso (Liquigas), Giampaolo Caruso (Katusha), Danilo Napolitano (Acqua & Sapone), Paolo Tiralongo (Astana) en Italiaans kampioen Giovanni Visconti (Farnese, geboren in Torino maar getogen Siciliaan). De vier laatstgenoemden doen net als Nibali ook mee in deze Giro.



Messina is met 243.000 inwoners de hoofdstad van de gelijknamige provincie (654k), derde stad van Sicilia en dertiende stad van Italië. Het ligt in het noordoosten van het eiland aan de Straat van Messina die het scheidt van het vasteland. "Lo Stretto di Messina" is zo'n zeven kilometer breed en schuin tegenover Messina ligt op zo'n 12km Reggio Calabria (186k). In het achterland ligt de 1130 meter hoge Monte Dinnammare.


Messina en "lo Stretto" vanaf de Dinnamare

Messina is rond 730 v.C. gesticht door Griekse kolonisten onder de naam Zancle (sikkel), vernoemd naar de sikkelvormige kust waaraan zij zich vestigden. De naam werd in de 5e eeuw v.C. veranderd in Messene, naar de streek Messanië in het zuiden van Griekenland. De stad werd in 396 v.C. verwoest door de Carthagen en daarna overgenomen door het machtige Siracusa. In 288 v.C. stak de Sabijnse stam der Mamertini de Straat van Messina over om zich in Messina te vestigen, de Mamertini werden in 265 v.C. aangevallen door Siracusa waarop ze eerst om de hulp van de Carthagen vroegen. De Carthagen kwamen inderdaad, maar nadat Siracusa was verslagen namen ze zelf de stad over. De Mamertini vroegen nu in 264 v.C. om de hulp van de Romeinen: het begin van de Eerste Punische Oorlog. Messene door de Romeinen Messana genoemd en was de eerste stad buiten Italia (waar de eilanden in de oudheid niet toe werden gerekend) die de latere grootmacht zou veroveren.

Messana was onder de Romeinen niet zo heel belangrijk, maar onder de Byzantijnen groeide het uit tot één van de grootste havensteden in het keizerrijk. Het Byzantijnse Messina werd in 843 echter veroverd door de Arabieren die bijna 220 jaar zouden heersen vanuit Palermo, in 1061 werd Messina als eerste Siciliaanse stad veroverd door de Noormannen die van het vasteland kwamen oversteken. Het groeide vanwege de gunstige ligging tussen beide delen van het koninkrijk uit tot de belangrijkste havenstad van Sicilia en was ook een vertrekpunt voor schepen naar het Heilige Land tijdens de kruistochten. In deze tijd werd ook de "Basilica Cattedrale Protometropolitana di Santa Maria Assunta" gebouwd, de zetel van het aartsbisdom Messina werd in 1196 voltooid, maar door de aardbeving van 1908 en bombardementen van 1943 zwaar beschadigd en daarna weer herbouwd. Het huidige gebouw stamt dus grotendeels uit de vorige eeuw.


Duomo di Messina

In 1282 kwamen de Sicilianen in opstand tegen koning Karel van Anjou die vanuit Napoli regeerde, hij viel hierop Messina aan, maar kon de stad na een maandenlang beleg niet veroveren op de lokale bevolking. Het koninkrijk werd gesplitst en het eiland kwam onder Aragonees bestuur te staan. Messina werd in 1348 getroffen door de Zwarte dood die heel Europa in haar greep hield, meer dan de helft van de bevolking kwam om door deze pestepidemie. Het groeide desondanks onder Aragonees en later Spaans bestuur uit tot de grootste en economisch belangrijkste stad van eiland, ook al bleef Palermo de hoofdstad. De stad werd tijdens de Hollandse Oorlog (1672-1679) tussen Frankrijk en Nederland ingenomen door de Fransen, Spanje was immers onze bondgenoot in deze oorlog, maar na het Verdrag van Nijmegen (1678-1679) kregen de Spanjaarden hun verloren gebieden weer terug. De stad werd in 1743 opnieuw getroffen door de pest en in 1783 door een aardbeving.

In 1847 kwam Messina in opstand tegen koning Fernando II van Bourbon, het begin van de Risorgimento op Sicilia. De koning bestookte Messina acht maanden lang met kanonvuur, waardoor hij de bijnaam koning Bomba kreeg. De opstand werd neergeslagen, maar op 26 juni 1860 trok Giuseppe Garibaldi de stad binnen die zo alsnog nog werd bevrijdt van de Bourbons. De achtergebleven troepen verschansten zich in de citadel en gaven zich pas op 12 maart van het volgende jaar gewonnen.


Haven van Messina

De vorige eeuw verliep dramatisch voor Messina dat om 05:20 op 28 december 1908 getroffen werd door een verschrikkelijke aardbeving van 7.2 op de schaal van Richter gevolgd door een twaalf meter hoge tsunami, 120.000 mensen kwamen om het leven waarvan zo'n 70.000 in Messina en 93% van de gebouwen lagen in puin. Het was de dodelijkste aardbeving in de Europese geschiedenis en het duurde tientallen jaren voor de stad weer opgebouwd was. In 1943 werd Messina echter weer platgegooid door geallieerde bombardementen. De laatste ramp in Messina was op 1 oktober 2009 toen 31 mensen het leven lieten bij overstromingen en modderstromen in de provincie.

Messina is tegenwoordig behalve een havenstad (jaarlijks 10 miljoen passagiers) vooral ook een studentenstad, de Università degli Studi di Messina is in 1548 opgericht en heeft zo'n 52.000 studenten. De omgeving staat bekend om de fruitteelt, vooral citroenen, olijven en druiven, de bekendste wijnen van de provincie zijn de Faro en Mamertino.

Associazione Calcio Rinascita Messina werd oorspronkelijk in 1900 opgericht en speelde slechts vijf seizoen in de Serie A, voor het laatst in 2005/2006. De club ging in 2008 failliet en maakte een herstart in de Serie D, waar het nu negende staat in hun afdeling en dus geen uitzicht heeft op promotie. De club speelt sinds 2004, toen de toekomst er nog een stuk rooskleuriger uitzag, in het Stadio San Filippo dat plaats biedt aan 40.200 mensen.
De dames van "Waterpolo Fontalba Messina" en "Handball Club Messana" spelen wel op het hoogste niveau van Italië, de handbalsters wonnen in 2001 de nationale beker.


Stadio San Filippo

Bekende Messinesi zijn o.a. de paus Leo II (682-683), 15e eeuwse Renaissance schilder Antonello da Messina, 17e/18e eeuwse architect Filippo Juvarra (vooral actief in Torino), acteur Adolfo Celi (buiten Italië vooral bekend als de villain met ooglapje in Bond film Thunderball), politicus Gaetano Martino (diverse keren minister, voorzitter Europees Parlement 1962-1964), zijn zoon Antonio Martino (Minister van Defensie 2001-2006) en zakenman Antonio Rossi (in 1947 in Amerika oprichter van sapjesproducent Tropicana).

De stad bracht veel goede sporters voort, waaronder een stuk of vijf schermers met een Olympische medaille met o.a. Giovanni Scalzo (goud OS 1984), roeier Giovanni Calabrese (brons OS 2000 dubbel-twee, goud WK 1987 & 1997), openwaterzwemmer Luca Baldini (goud WK 2001, 2002 & 2003 5km), volleyballer Valerio Vermiglio (zilver OS 2004, goud EK 2003 & 2005), waterpoloster Silvia Bosurgi (goud OS 2004 & EK 1999, zilver WK 2003) en de voetballer Michelangelo Rampulla (reservekeeper Juventus 1992-2002, nu keeperstrainer).

De bekendste wielrenners van de stad zijn Giovanni Corrieri (7 ritzeges Giro en 3 ritzeges Tour jaren '40-50) en natuurlijk Vincenzo Nibali. Uit de rest van de provincie komen verder o.a. Salvatore Mancuso (vorig jaar prof bij ISD - Neri) en de tot Fransman genaturaliseerde Edouard Fachleitner (Tour: 2e + ritzege 1947. Dauphiné 1948, Romandie 1950).

Het is de vijfde keer dat er een rit van start gaat in Messina, de eerste keer was in 1930 toen de ronde hier zelfs van start ging met een door Michele Mara gewonnen rit naar Catania. Messina was ook zeven keer aankomstplaats met zeges voor Luigi Marchisio (1930), Sergio Maggini (1949), Francesco Moser (1976), de Zwitser Urs Freuler (1982), Ceramiche Ariostea (ploegentijdrit 1989), Guido Bontempi (1993) en de Nederlander Jeroen Blijlevens (1999). De zege van Blijlevens leverde hem ook de roze trui op, het laatste Nederlandse roze tot de dubbelslag van Pieter Weening van afgelopen week.



De Etna is met +- 3.343m (kan bij elke uitbarsting veranderen) de hoogste actieve vulkaan van Europa en berg van Sicilia, de flanken van kolos strekken zich uit over zo'n 1.250km² (iets minder dan de provincie Utrecht). De vulkaan ligt in de provincie Catania (1.1m), zo'n 10km ten noorden van de gelijknamige hoofdstad (294k).


Catania en de Etna

Rifigio Sapienza waar de aankomstlijn is getrokken is een punt op 1910 meter van waaruit toeristen naar de top toe kunnen klimmen en in de winter ook wel geskied wordt, er is ook een kabelbaan die bezoekers tot een hoogte van 2600 meter kan brengen. Het ligt in de gemeente Nicolosi waar zo'n 7.000 mensen wonen en langs de weg naar boven staat ook een aan de universiteit van Catania verbonden observatorium.

De Etna (ook wel Mongibello of in het Siciliaans Muncibeddu genoemd - naar het Latijnse Mons en Arabische Gibel, wat beiden berg betekent) werd door de oude Grieken gezien als de plaats waar oppergod Zeus het monster Typhon versloeg en onder de grond opsloot. Het is één van de actiefste vulkanen ter wereld en heeft meerdere kraters waar uitbarstingen kunnen voorkomen, al hebben de meeste erupties weinig gevolgen voor de mensen in omgeving. De zwaarste gedocumenteerde uitbarsting dateert van 11 maart 1669 toen tien dorpen van de kaart werden geveegd en de lavastroom zelfs de stadsmuren van Catania bereikten, schattingen van het dodental lopen uiteen van 15.000 tot 25.000 al is hier weinig zekerheid over. De laatste twee doden werden in 1987 verrast door een explosie bij de top.
De laatste uitbarsting was afgelopen donderdag en het was een relatief zware met een spectaculaire lavastroom en veel uitgespuwd as, waardoor het vliegveld van Catania zelfs tijdelijk gesloten werd.


Uitbarsting van afgelopen donderdag

De belangrijkste wielrenners uit de provincie Catania zijn Mario Fazio (ritzege Giro 1949 & 1950) en Giuseppe "Pino" Cerami (ritzege Tour 1963, Paris-Roubaix & Waalse Pijl 1960) die voor België uitkwam. In het huidige profpeloton wordt de provincie vertegenwoordigd door Gianluca Mirenda (Farnese) en Santo Anzà (Vacansoleil) die beiden niet meedoen in deze Giro.

Het is pas de derde keer dat er een aankomst op de Etna is, eerder wonnen Franco Bitossi (1967) en de Portugees Acacio da Silva (1989) op de vulkaan.




De eerste 52.5km van de etappe zijn nog in de provincie Messina en stellen op wat kleine oneffenheden nog maar weinig voor, hierna rijdt men de provincie Catania binnen waar na een kleine 10km de eerste beklimming van de gevreesde vulkaan opdoemt.

De eerste 11.2km van de klim tellen officieel nog niet mee, maar stijgen toch al aan een gemiddelde van 4.2%. In Linguaglossa begint de echte klim naar het Rifugio Citelli (1631m|18.0km|6.1% gem. en 11% max.) op de noordflank van de vulkaan. Het is een vrij regelmatige klim met constant percentages iets boven de 6%, behalve in laatste vier kilometer waar het iets minder steil wordt. De klim is dus niet zo geschikt voor de favorieten om elkaar het vuur aan de schenen te leggen en de top ligt op bijna 80km van de streep, waardoor een klassementsrenner met een vroege aanval vooral het risico loopt op zichzelf op te blazen.




Na een lange afdaling van zo'n dertig kilometer begint de aanloop naar de slotklim met een klimmetje van 6.5km á 3.6%, gevolgd door een paar zo goed als vlakke kilometers en 11.4km vals plat á 2.5% tot de voet in Nicolosi.

De klim naar Rifugio Sapienza (1892m|19.4km|6.2% gem. en 12% max.) is maar iets langer en steiler dan de vorige klim, maar wel een stuk onregelmatiger met één erg lastige strook van bijna 3km aan gemiddeld 8.5% tot op 5.2km van de streep waar het verschil gemaakt moet worden. De weg vlakt hierna wat af en de laatste kilometer is zelfs grotendeels bergaf of vlak.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten